Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Noodzakelijke aanpassingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Noodzakelijke aanpassingen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze rubriek heet niet meer ”In goede orde”, maar ”...en met orde”. Dat komt omdat de kerkordelijke uitgave ”In goede orde” vervangen wordt door de nieuwe uitgave: ”...en met orde”.

Dat is het gevolg van besluiten op kerkordelijk terrein die genomen zijn door de laatstgehouden Generale Synode.

In het vorige artikel ging het hier reeds over. In dit artikel wordt nader ingegaan op enkele veranderingen in de DKO. Daarna hoopt ds. W. Silfhout in een slotartikel in te gaan op aanpassingen in de appelregeling.

Onveranderde principes

De Dordtse Kerkorde (DKO) geeft hoofdlijnen voor de kerkregering die aan de Bijbel ontleend zijn. De Heere regeert Zijn kerk door de ambten. De kerkenraad is dan ook het gezagsorgaan binnen de gemeente. Er zijn drie ambten: dienaar des Woords, ouderling en diaken. Men wordt ambtsdrager door verkiezing, goedkeuring door de gemeente (approbatie) en bevestiging. Bij het komen tot het predikambt hoort daar nog bij: de examinatie. Eigenlijk is er tweeërlei examinatie. Een student wordt kandidaat tot de heilige dienst nadat het examen van de Theologische School met goed gevolg is afgelegd, zodat het curatorium de kandidaat beroepbaar stelt. Nadat de kandidaat een beroep heeft aangenomen, moet hij examen voor de classis afleggen. Pas daarna mag hij bevestigd worden. Immers, niet het curatorium of de Theologische School stelt in het ambt, maar dat doet de classis met bijstand van deputaten van de Particuliere Synode. Zulke principiële zaken worden door aanpassingen van de kerkorde niet veranderd. Zo zijn er meer zaken die uiteraard ongewijzigd blijven, zoals de plaats van de sacramenten en van de tucht. In de eredienst zingen we de psalmen en de bekende ‘Enige Gezangen’. In de middagof avonddienst blijft de catechismusprediking trouw aan de orde.

Maar er zijn ook zaken waarop aanpassingen nodig waren. Zo voorziet de oorspronkelijke DKO niet in een predikantenopleiding. Vroeger vond die op de universiteit plaats. Maar daarover was niets in de DKO geregeld. In de vernieuwde kerkorde is nu wel de plaats en de taak van de Theologische School en van het curatorium, met de benoeming van de docenten door de synode, vastgelegd.

Beter dan gewoonterecht

In de oude DKO staat dat ambtsdragers na twee jaar aftreden. De bekende professor Gisbertus Voetius, die zelf als jong predikant lid was van de Dordtse Synode, vond dat al veel te kort. Toen hij enige jaren later hoogleraar werd in Utrecht, werd hij een zeer gezaghebbend theoloog, in binnenen buitenland. Ook was hij toen dé gereformeerde kerkrechtdeskundige. Hij was reeds van oordeel dat ouderlingen en diakenen eigenlijk vier of vijf jaar zouden moeten dienen.

Op dit punt is er door de eeuwen heen een praktijk gegroeid die behoorlijk afwijkt van de letterlijke tekst van de oude DKO. Nu is gewoonterecht ook recht en gezaghebbend. Zeker wanneer dit in handboeken kerkrecht een duidelijke plaats en een kerkordelijke onderbouwing gekregen heeft. Bij de herzieningen die nu door onze synode zijn vastgesteld, is een en ander helder geregeld. Ouderlingen en diakenen zijn na maximaal vier jaar aftredend. Als het naar het belang van de gemeente is, kan de aftredende herkiesbaar gesteld worden door de kerkenraad. Dat is niet iets nieuws onder ons. Wel is het goed dat dit nu niet alleen een goed en erkend gewoonterecht is, maar dat het in de tekst van de kerkorde een plaats heeft gekregen.

Zo is er meer te noemen. Onder ons hebben de consulent en de classiscontracta een bekende en goede plaats. In de oorspronkelijke DKO komen geen van beiden voor. Ook hier geldt: wel in het gewoonterecht en in erkende kerkelijke handboeken. Nu hebben ze ook een plaats in de artikelen van de kerkorde gekregen.

Er heeft best wel een grondige herziening plaatsgevonden. Daardoor zijn ook weglatingen en toevoegingen, waar eerder toe besloten was, echt in de kerkorde verwerkt. Reeds meteen vanaf 1907 waren bepalingen betreffende de invloed van de overheid in de kerk tussen haken geplaatst. Die zijn nu gewoon niet meer opgenomen. Ook hebben eerdere toevoegingen een plaats in de kerkorde gekregen, zoals de vaststelling dat het Bijbels huwelijk een verbintenis is van één man en één vrouw voor het leven aangegaan. Zo hebben ook het bestaan en de bevoegdheden en verantwoordingsverplichtingen van deputaatschappen een gewone plaats in de kerkorde gekregen.

Al met al was er ter synode heel wat door te nemen. Het is de wens dat het geheel dienstbaar mag zijn voor het kerkelijke leven, dat in het geestelijke leven wezenlijk tot uitdrukking komt.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Noodzakelijke aanpassingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020

De Saambinder | 20 Pagina's