De les van een Romeinse munt

Een wonderlijke coalitie is het: Farizeeën en Herodianen. Eerstgenoemden waren heel precies als het ging om de wet van God, maar bij de partijgangers van Herodes kon er van alles mee door. En nu trekken beide groepen op als in een monsterverbond. Ze hebben elkaar gevonden in hun afkeer van Jezus. Ze voelen zich veroordeeld door Zijn prediking. Dus moet Hij uit de weg geruimd worden.

Een valstrik wordt bedacht. Ze stellen Hem de vraag: “Wat denkt U ervan? Mogen we belasting betalen aan de keizer, of niet?” Een sluwe zet! Zegt Jezus dat het niet mag, dan kunnen ze Hem aanklagen bij de Romeinse overheid. Zegt Hij dat het wel mag of zelfs moet, dan zal Hij uit de gunst raken bij veel van Zijn ‘kiezers’.

BEELDDRAGER VAN DE KEIZER

Jezus doorziet hun opzet. Hij noemt hen ‘geveinsden’, huichelaars, mensen met een masker. Hij zegt: “Toon Mij de schattingpenning”. Een Romeinse munt komt tevoorschijn. Op de voorkant staat het hoofd van de keizer met het inschrift: “Tiberius Caesar Augustus, zoon van de goddelijke Augustus”. Op de achterkant zit hij op de troon, gekleed als hogepriester: ‘Pontifex Maximus’. Een munt vol zelfverheerlijking. Een keizercultus die moet dienen als bindmiddel voor zijn rijk. Een staatsideologie met totalitaire trekken. Gaan wij die kant ook op in Europa, in Nederland? Zíjn we misschien al zo ver? Staat de Grondwet van ons land met haar ‘superartikel’ 1 over het gelijkheidsbeginsel inmiddels niet boven Gods wet?

BEELDDRAGERS VAN GOD

Hóór wat Christus zegt! “Geeft dan den keizer dat des keizers is, en Gode dat Gods is.” De Messias draait er niet om heen. Hij predikt geen revolutie. Die belasting moet betaald worden. De overheid is Gods dienares. “Geeft dan de keizer wat des keizers is.” Maar Hij zegt er wel wat bij: “en Gode dat Gods is”. Geef de Heere wat Hém toekomt! Wat betekent dat? Allebei de helft? God wat en de keizer wat? Is dit de zogenoemde ‘tweerijkenleer’?

Gaat de kerk alleen over de hemel en de ziel, en houdt de politiek zich bezig met al het andere? In de Lutherse traditie is het zo uitgelegd, tot groot genoegen van Adolf Hitler. Hij beriep zich op Mattheüs 22:17. De bekende ds. Martin Niemöller dacht er anders over. Op 15 november 1936, nauwelijks een half jaar voor zijn arrestatie door de nazi’s, preekte hij in Berlijn over deze tekst en gaf hij de rechte uitleg. De Heere vraagt ons hart, zo merkte hij op, onze liefde, onze dienst, onze verering, ons alles. Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan mensen.

Dat is de boodschap voor het private en publieke terrein, ook vandaag. Het is alsof Christus hier zegt: Die munt draagt het beeld van de keizer; welnu, geef hem dan maar dat dode geld. Maar ú draagt het beeld van God; geef Hem dan uw hart en leven! Het is het ‘superartikel’ dat ons allen geldt: God eist Zijn beeld terug van iedereen – niemand uitgezonderd. We zijn het kwijtgeraakt in Adam, maar de Heere houdt recht op ons leven. Zijn uw ogen al daarvoor geopend? Loopt u vast met Zijn eis? Dan wordt zaligworden voor de mens zo onmogelijk. Maar dan zal ook het evangelie van Jezus Christus u lief worden. God heeft Zijn beeld weer teruggekregen in de Middelaar. Wat een wonder!

Hoe gelukkig is het als u dát mag zien. Als u onder Gods recht leert buigen en in Jezus’ bloed verzoening vindt voor uw schuld. Dan wordt ook Gods beeld hersteld in uw leven, althans in beginsel. En u verlangt dan om Hem te dienen uit dankbaarheid. Thuis en op straat, in kerk en in staat, of waar dan ook. Drie-enig God, U zij al de eer!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen