Gods Verborgenheid

1 Wat is Zijn verborgenheid?

2 Wat is de inhoud van de verborgenheid?

Als we onze levensweg, op reis naar de ontzaggelijke Godsontmoeting overzien, dan kunnen we in veel gevallen zeggen dat de voorspoed voor een tijd is, maar het deel van Gods Kerk is de eeuwigheid. David geeft aan dat de goddelozen op gladde plaatsen staan. Benijd ze maar niet, de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden. In Spreuken 23 vers 17 lezen we: ‘Uw hart zij niet nijdig over de zondaren, maar zijt ten alle dage in de vreze des Heeren.’

Wat is nu Zijn verborgenheid?

Veel mensen hebben heel wat te verbergen, omdat ze zich schamen voor een ander. Of ze hebben iets verkregen waar ze geen recht op hebben. Dan krijg je stiekem gedrag. In het heidendom bestaat er veel verborgenheid, alleen bekend bij degene die het uitvoert. De satan werkt ook veel met versluierde verborgenheden, om verwarring te stichten en mensen bij de Heere vandaan te houden. Maar in de dienst van de levende God bestaat de verborgenheid in het hart, het openbaart zich in de mond, het blijft niet verborgen. In het paradijs bestond deze verborgenheid niet, daar was een volmaakte kennis, de zondeval maakte dat Adam en Eva zich voor de Heere verborgen en ze werden van de gemeenschap met God afgesneden.

Wat is nu de inhoud van deze verborgenheid?

Dit wordt verklaard door het Evangelie van vrije genade, waarin de Heere Zelf Zijn verborgenheid openbaart. Met God als rechter die het hart van de zondaar openlegt door hem te toetsen aan Zijn heilige wet, met daardoorheen het Evangelie van Zijn aanwezigheid. ‘Ik ben de Heere uw God’, Ik was erbij toen je Mijn heilige wet overtrad. Wie kan dan zeggen zonder schuld te zijn? Als alles openbaar komt kun je toch alleen maar de Rechter gelijk geven? En de satan als aanklager grijnst je aan. Daar sta je dan, schuld, drievoudige dood als straf en geen middel om te betalen. Bent u het al eens geworden met het vonnis? En de veroordeelde wordt weggeleid, terug naar de cel. Ziet u de veroordeelde lopen, met gebogen hoofd, de rechtszaal uit en dan die stem van de Raadsman. Mensenkind, je had Hem niet eens binnen zien komen wellicht. Je was te druk met je schuld, met je vonnis. Je zag het niet en je hoorde het niet. Of vol met boosheid, haat, frustratie. Mensenkind, dat bent u toch, een mensenkind, goed geschapen, om tot Gods eer te leven, maar alles verzondigd en doorgebracht. Mensenkind sta eens stil, draai je eens om, luister eens. Je ziet de Rechter en nu, wellicht voor het eerst, de Advocaat, die pleit bij de Rechter. Niet om iets te zoeken bij u maar om te pleiten op iets buiten u. Hoort u die stem? ’O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk.’ Buiten u, voor u, gratie voor recht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen