Boekbesprekingen
Charles K. Telfer, Wrestling with Isaiah: The Exegetical Methodology of Campegius Vitringa (1659-1722) [Reformed Historical Theology, 38] (Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 2016) 292 p., € 90,00 (ISBN 9783525551028).
Charles Telfer heeft de historische theologie een grote dienst bewezen door de zeventiende- en achttiende-eeuwse Friese bijbelwetenschapper Campegius Vitringa de waardering te geven die hij gedurende de hele achttiende eeuw had en die hij daarna is kwijtgeraakt.
In zijn eigen eeuw gold Vitringa internationaal als autoriteit op wetenschappelijk gebied en tegelijk als een voorbeeld van godvrezendheid: miraculum viri docti et pii. Zijn leven toonde dat orthodoxe wetenschap en vroomheid, ook in de hoogtijdagen van de Verlichting, heel goed samen konden gaan.
Hij behoorde tot het zeldzame type wetenschappers dat diep respect bij mensen afdwingt door hun grote kundigheid, en dat eer van God ontvangt door hun werkelijk christelijk leven (41). Zijn ootmoed blijkt wel uit zijn afwijzing – tot tweemaal toe – om als hoogleraar theologie Franeker in te ruilen voor Utrecht, ondanks een aangeboden riant jaarsalaris. Zijn academische kwaliteiten op het gebied van filologie, exegese en kennis van Hebreeuws werden geroemd door niemand minder dan de grote filoloog uit Halle, Gesenius. Vitringa’s 1706 folio’s tellende commentaar op Jesaja, waar hij dertig jaar aan gewerkt heeft, zou de hele achttiende eeuw het standaardwerk zijn waar iedereen naar verwees. Velen tijdens en na zijn leven prezen het werk als het beste commentaar op Jesaja dat ooit geschreven was.
Het is daarom verbijsterend dat zo’n groot geleerde in de vergeethoek kon komen.
Telfer noemt een aantal oorzaken. Men associeerde hem met de sterk allegoriserende Coccejus, voor wiens exegese hij deels sympathie koesterde; verder kon de historischkritische wetenschap van de achttiende tot de eenentwintigste eeuw weinig met prekritische figuren als Vitringa. Zelfs evangelicale wetenschappers hebben Vitringa in de afgelopen eeuw links laten liggen. Maar het tij keert: er is een groeiende belangstelling, ook bij grote uitgevers, voor exegesegeschiedenis.
De populariteit van de historisch-kritische studie van de Bijbel is tanend. Vitringa als erfgenaam van Renaissance (met aandacht voor talen en filologie), Reformatie en orthodoxie (met focus op hermeneutiek en uitleg van de Schrift) is voor vandaag een relevante gesprekspartner voor bijbelwetenschappers.
Vitringa’s exegetische methode houdt het midden tussen een strikt-historischgrammaticale en een eenzijdig allegorische uitleg. In zijn voorwoord op het Jesajacommentaar verantwoordt hij zijn positie door zich af te zetten tegen Hugo de Groot als vertegenwoordiger van de eerste benadering en bekritiseert hij Coccejus die weinig oog heeft voor de historische context van bijvoorbeeld de profeten. Vitringa staat een hermeneutiek voor die op zoek gaat naar de historische betekenis van de tekst in de (bre- dere) context, en tegelijk zoekt naar een christologische vervulling van de profetieën.
Dat laatste heeft bij hem ook een apologetische spits: ‘If you take away Christ from Isaiah, how will you be able to persuade Jews that Jesus is the Messiah?’ (112). Een mooie kant van Vitringa is, wat Telfer noemt ‘eschatological humility’ (117): bescheidenheid gevoed door het besef dat latere generaties een dieper inzicht zullen hebben in de vervulling van de profetieën.
Telfer heeft een glashelder en prettig leesbaar boek geschreven, waarin hij zich consequent houdt aan zijn eigen vraagstelling: hoe consistent voert Vitringa zijn exegetische methodologie uit in de praktijk van de exegese? (17). Telfer is hierin een goede leerling van Vitringa, want beiden doen wat ze beloven. Vitringa implementeert zijn negentien Canones Hermeneuticos in de uitleg van Jesaja en hanteert consequent de regel ‘Scriptura per scripturam interpretatur’ (224). Elk begrip van de tekst moet volgens hem worden gebaseerd op interpretatie vanuit de (bredere) context. Hierin staat Vitringa in de traditie van Reformatie en protestantse Orthodoxie. Telfer volgt in zijn interpretatie van Vitringa terecht de lijn van Richard A. Muller, die meer nadruk legt op de continuïteit tussen Reformatie en orthodoxie dan op de breuklijnen.
Waardevolle appendices completeren het boek. Telfer heeft een indrukwekkende lijst met auteurs opgenomen die in het Jesaja commentaar voorkomen. Duidelijk wordt dat Vitringa de klassieken, de vroege kerk, de Middeleeuwen, de rabbijnen en de reformatorische auteurs kende en verwerkte.
Een andere bijlage is een vertaling van ‘De Scriptura Sancta’, hoofdstuk 2 uit Vitringa’s boek Doctrina christiana religionis. Het enige bezwaar tegen het boek zou de prijs kunnen zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2019
Theologia Reformata | 112 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2019
Theologia Reformata | 112 Pagina's