Ten geleide

Het is mij een grote vreugde, de leden van de Vriendenkring, de abonnee's van het Kerkblaadje en verdere belangstellenden dit bijzondere nummer van ons blad, en dat in een omvang van niet minder dan 24 pagina's, te mogen aanbieden. Zoals tevoren reeds is aangekondigd en de lezers nu ook met eigen ogen kunnen zien, bevat dit nummer allereerst de preek van Ds. W. A. Hoek over Handelingen 1 : 21 en 22, en de referaten van Ds. C. A. van Harten en Ds. S. Gerssen resp. over „De rechte prediking" en „Vragen rondom het Oude Testament", gehouden 20 Mei jl. op de conferentie van de Vriendenkring. Dankbaar ben ik hun voor de bereidwilligheid, waarmee zij het door hen gesprokene persklaar hebben gemaakt. Zonder hun medewerking zou dit bijzondere nummer niet tot stand gekomen zijn. Enkele maanden geleden heeft Ds. Alb. ter Steege over het verloop van deze conferentie en over de bespreking, die op de referaten is gevolgd, uitvoerig verslag gedaan in ons blad. Hij heeft toen gememoreerd, dat verschillende aanwezigen zich gedrongen voelden om bedenkingen in te brengen tegen strekking en inhoud van het door de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk met algemene stemmen aanvaarde en door Ds. Gerssen ter sprake gebrachte geschrift „Klare Wijn". Het zou zeker niet ongewenst zijn, op een der volgende conferenties dit geschrift in zijn geheel aan de orde te stellen en aan een diepgaande bespreking te onderwerpen. Dit bijzondere nummer bevat echter heel wat

Dit bijzondere nummer bevat echter heel wat méér dan de op de conferentie gehouden preek en referaten, t.w. een uitvoerig artikel van Ds. H. C. Touw over „Anti-Joodse uitingen in het Nieuwe Testament?" naar aanleiding van een onlangs in Duitsland onder deze titel verschenen boek, een niet minder uitvoerige beschouwing van Dr. D. Kalmijn over Willem Sluiter naar aanleiding van de dissertatie van Dr. C. Blokland, en een kort artikel van mijn hand over ,,Kohlbruggianen of Vrienden van Kohlbrugge?" als antwoord op een uitspraak van Dr. J. J. Buskes. Al ben ik mij ervan bewust, dat sommige bij

Al ben ik mij ervan bewust, dat sommige bijdragen enige inspanning van de lezers zullen vergen, toch spreek ik de wens uit, dat de inhoud van dit bijzondere nummer mag beantwoorden aan de verwachtingen, die de aankondiging ervan wellicht bij velen heeft gewekt. Wanneer dat werkelijk het geval mocht zijn, dan is al de arbeid, die wij aan de samenstelling van dit nummer hebben besteed, geen vergeefse moeite geweest. Dan zal het ook met de kosten, die aan de uitgave van dit nummer verbonden zijn, zeker in orde komen. In dat opzicht zijn de lezers van het Kerkblaadje onovertroffen. D. VAN HEYST

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen