Broer konijn
Het gevoel van voorjaar zit vaak in kleine dingen. De eerste vogels die weer luidkeels zingen, de eerste bloemen die gaan kleuren, bijen en hommels die deze bloemen vinden of hazen die achter elkaar aan rennen. Denk ik aan dat laatste, dan valt het me vooral op dat het hazen zijn die ik zie. Konijnen bijna niet. Zo’n 30 jaar geleden vond ik het altijd een sport om de konijnen te tellen en hun ‘dropjes’ te zoeken op de Grevelingendam. Voor de schemering schoten ze overal weg. Maar daar, op de ‘dam’ en ook in onze gebieden in het duin is het goed zoeken naar konijnen.
Duizenden, misschien wel tienduizenden waren het er tot halverwege de vorige eeuw. En ging je naar de kop van Goeree of Voorne; zelfde verhaal. Ook kustbeheerders waren niet blij met het konijn. Vooral op dijken vormden ze een gevaar voor de kustverdediging.
De instorting van de konijnenstand werd veroorzaakt door twee ziekten. De meest bekende is myxomatose. Het virus komt van oorsprong van het Braziliaanse konijn. Deze soort is weinig gevoelig voor de ziekte. In 1896 ontdekten onderzoekers in Montevideo dat laboratoriumkonijnen uit Europa dood gingen aan dit virus, omdat ze besmet waren door hun Braziliaanse neef. In 1918 kwam Dr. Aragao (Rio de Janeiro) op het idee het virus te gaan gebruiken om konijnenplagen te bestrijden. Na veel discussies onder deskundigen werd dit in 1949 gedaan in Australië. Op 14 juni 1952 deed een Franse arts hetzelfde in zijn tuin om daar van de plaag af te komen. Het virus greep niet alleen in zijn tuin om zich heen; het verplaatste zich razendsnel over Europa. Al in 1953 werd de ziekte vrijwel overal in het Deltagebied vastgesteld. De verspreiding van Myxomatose vindt plaats door vlooien en muggen. Myxomatose is een virus, verwant aan pokken. Het is niet overdraagbaar aan mensen, gelukkig.
Sinds de jaren 90 is er een tweede ziekte actief, afgekort met VHS of RHD (ik bespaar jullie de uitleg). In 1984 openbaarde deze ziekte zich in China. De uit Duitsland afkomstige angora-konijnen, gekweekt voor het bont, vertoonden onbekende ziekteverschijnselen. Ook deze ziekte greep in het wild zeer snel om zich heen. Hoe de ziekte naar Europa is gekomen, is niet bekend. De gevolgen zijn dan ook vérgaand. Konijnen graven en grazen niet meer. De begroeiing schiet steeds massaler en sneller op. Konijnenholen stuiven niet meer uit. Broedvogels die van de holen profiteren, zoals tapuit en bergeend, nemen zienderogen af of zijn zelfs verdwenen. Natuurmonumenten zet daarom extra middelen in om het typische open duinlandschap te behouden, met alle bijbehorende speciale planten en dieren. Bijvoorbeeld natuurlijke grazers in het gebied, zoals koeien of schapen. Al met al hopen we natuurlijk dat Broer Konijn hier weer zijn thuis vindt. Of zoals mijn dochter zou zeggen: Pieter Konijn.
In haar maandelijkse column schrijft Chantal over haar ervaringen als boswachter en geeft tips om de natuur op het eiland te ontdekken. Reageren kan via Haringvliet@ natuurmonumenten.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 mei 2021
Eilanden-Nieuws | 35 Pagina's
