De familie Mesritz
In 1942 werden de op Goeree en Overflakkee woonachtige Joden op meedogenloze wijze weggevoerd. Een volledig relaas daarover staat vermeld in het boek 'Blijvend Gedenken', de Tweede Wereldoorlog op Goeree en Overflakkee. In het kader van de 50ste Dodenherdenking op heden donderdag 4 mei wil ik proberen de laatste herinneringen neer te schrijven die men hier nog heeft aan een kleine Joodse familie. Dat is de familie van Izaäk Mesritz uit Middelharnis.
Izaäk Mesritz was geboren op 16 oktober 1886 te Schiedam als zoon van Elias Mesritz en Hanna de Boer. In zijn jonge jaren is hij naar Fiakkee getrokken. Daar trad Izaäk Mesritz op 7 februari i 909 te Oude Tonge in het huwelijk met Grietje Sara de Winter. Zij was op 21 februari 1884 te Oude Tonge geboren als dochter van Israël de Winter en Eva Frenkel.
De familie De Winter woonde op de Molendijk te Oude Tonge waar zij een winkeltje hadden. Beneden in de kelder dreven zij een handeltje in lompen en metalen.
Het echtpaar Mesritz-de Winter kreeg vijf kinderen, die allen te Oude Tonge zijn geboren:
1. Hanna Eva Mesritz. geboren 5 november 1912. 2. Israël Mesritz, geboren 6 juli 1916. 3. Eva Mesritz, geboren 17 januari 1919. 4. Elias Mesritz, geboren 12 april 1920. 5. Léon Mesritz, geboren 27 november 1924.
Wat het eerst opvalt is, dat de kinderen naar hun grootouders zijn vernoemd. Het gezin Mesritz woonde in het begin van deze eeuw aan de Stationsweg te Oude Tonge. Wat deed Izaäk Mesritz, als h{X)fd van het gezin, voor de kost? Aan de Stationsweg had hij een kruidenierswinkel en verder verkocht hij Staats-loten en loten voor de Oude Tongese Paardenmarkt, de Numansdorpse veemarkt en de Sommelsdijkse halfjaarlijkse veemarkten. Bij de laatst genoemde loterij was een vette vaars de hoofdprijs.
Vooral mevrouw A. van den Ouden- Beijcr uit Krabbendijkc weet nog veel te herinneren over de familie Mesritz. Toen zij nog heel jong was. kwam Mesritz al bij haar vader thuis. Eerst aan de Molendijk en na 1919 aan het Weespad te Ooltgensplaat. Haar vader (de heer P. Beijer Szn.) had een schoenhandel en schixinmakerij en verkocht ook naaimachines van het merk Singer. Aangezien Izaäk Mesritz cx)k vertegenwoordiger was vtxir de Singer Naaimachines, raakte hij logischerwijze in kontakt met de familie Beijer.
De heren Beijer en Mesritz verzorgden voor de Singer te Ooitgensplaat een naaicursus, waarvoor m die tijd een ruime belangstelling bestond (zie foto). Izaäk Mesritz heeft uit vriendschap voor de kleine Annie Beijer een gedichtje in haar poëzie-album geschreven:
Lieve Annie.' Wat hier komt te staan hoop ik dat het hlijft bestaan. Als onbekende kwam ik bij uw Ouders aan en sloten wij den vriendschap saam, jaren zijn er nu verstreken van vreugden en verdriet, maar den vriendschap lusschen U allen die ver.slijt en niet.
haak Mesritz Oude Tonge 16 .sept. 1924 Toen Annie Beijer in 1931 in het huwelijk trad, kocht zij vcwr slechts een gul- den de laatste Singerschaar bij Mesritz. Dat zijn van die kleine dingen uit het dagelijkse leven die ons toch ook aan de mensen om wie het nu gaat, doen herinneren. Hieruit blijkt ook dat de Joden geheel en al in onze Flakkeese gemeenschap waren opgenomen.
Het gezin Mesritz kwam in 1926 in Middelharnis wonen. Eerst op de Westdijk waar Mesritz een winkel had waarin hij o.a. naaimachines van het merk Singer aan de man trachtte te brengen. Later verhuisde dit gezin naar de Dirk Bosstraat, ook in Middelharnis.
Een vast beroep had Izaäk Mesritz niet. In het najaar was hij tarreerder of weger op het bictenstationnetje van de R.T.M, tussen Nieuwe- en Oude Tonge. De lotenverkoop bleef hij doen.
Mevrouw Mesritz-de Winter deed het huishouden en zij onderhield evenals de rest van de familie, goede kontakten met de buren. Een van haar buren was de familie W. van den Nieuwendijk. thans wonende in de Emmalaan ic Middelharnis. Mevrouw Johanna van den Nieuwendijk-Nelis vertelde dat zij naaste buren waren met de familie Mesritz. Zij woonde Dirk Bosstraat no. 322 en Mesritz op no. 323 (oude nunmiering). „Ik denk nog zo vaak terug aan die arme zielen", zei ze met grote weeiiKxrd. Met de bevalling van haar eerste kind en
Met de bevalling van haar eerste kind en vooral met de bevalling van het tweede en derde kind, Sietje en Lccndert die samen een tweeling vormden, hielp buurvrouw Mesritz zoveel ze kon. Toen na drie maanden de kleine Lcendert kwam te overlijden stond opnieuw de familie Mesritz klaar om hulp en steun te bieden. Ze hielpen vaak midden in de nacht!
Iedere week bakte mevrouw Mesritz ha vermoutkoekjes en gaf daar een portie van aan de familie Van den Nieuwendijk.
Met Pasen kregen zij altijd een Joods paasbrood (matse) dat gebakken was door haar buurvrouw. „Het waren schatten van mensen", verzekerde mevrouw Van den Nieuwendijk wel driemaal.
Volkomen geïntegreerd
De oudste diKhter Hanna Eva, zij werd Anna gencximd, vertrok nog voor het uitbreken van de cx)rlog naar Den Haag. Zij heeft ook nog in Utrecht gewoond. Zij werd hulp in de huishouding en was niet gehuwd.
Israel, hij werd Is (uitspraak les) genoemd, heeft eveneens nog voor het uitbreken van de oorlog de ouderlijke woning verlaten. Hij oefende het bcrix;p uit van banketbakker en woonde o.a. in Voorburg, Domburg en Den Haag en laatstelijk in Monster. Israël Mesritz was gehuwd.
Helaas is de naam van zijn vrouw wegens onzorgvuldige beantwoording (nog) niet bekend. Zij hadden geen kinderen. Eva en Léon hebben beide op de openbare ULO aan de Juliana van Stolberglaan te Middelharnis gegaan.
Later was Eva werkzaam op het Postkantoor in Middelharnis en volgens mevrouw Van den Ouden-Beijer heeft Eva ook nog op het Distributiekantoor gewerkt.
Zodra ze van haar werk thuiskwam, wilde Eva het liefste gaan wandelen met Corry, het oudste kind van de familie Van den Nieuwendijk. Voorts was Eva goed bevriend met de familie Boksman uit de Binnenweg te Sommelsdijk. Elias, altijd Eli genoemd, heeft geen vervolg onderwijs genoten. Hij kon niet zo goed leren.
Wat deed hij dan voor de kost? Hij zal toch ook wat geld in het laatje hebben moeten brengen, want de familie Mesritz stond bekend als een 'aarm huushouwen', wat in die tijd niets bijzonders was!
Eli was lid van Sempre Crescendo en blies de althoorn. Sempre stond toen onder leiding van de heer Vletter. Volgens de 83-jarigc Pietcr Prins uit Sommelsdijk die vanaf 1924 lid van deze bekende muziekvereniging was, was Eli gewoonweg een lieve jongen. Hij was een trouw lid. Weliswaar waren zijn muzikale prestaties aan de matige kant, maar het belangrijkste was dat Eli volkomen opgenomen was in de vereniging waar niemand ooit de jongen heeft uitgescholden voor J(X)d of iets dergelijks. Zoiets kon men toen gewoon zeggen
Zoiets kon men toen gewoon zeggen zonder dat justitie zich daar mee bemcxïide.
Eli ging altijd mee naar het concours, het jaarlijks hoogtepunt van de muziekvereniging.
Een moeilijk leven
Toen op 15 mei 1940 Nederland capituleerde en bezet zou worden door Nazi- Duitsland, liepen bittere tranen over de wangen van mevrouw Mesritz. „Zij heeft wat afgchuild", zei mevrouw Van den Nieuwendijk-Nclis. Geen wonder
Reeds op I juli 1940 werd de eerste maatregel aangekondigd dat Joden de Luchtbeschermingsdiensten moesten verlaten. Daar begon het mee. Eli werd reeds in de zomer van 1940 gevangen gezet in het kantongerechtsgebouw te Sommelsdijk, dat toen de beschikking had over twee cellen.
Als amateurfotograaf had Eli, evenals een vrouw uit Goedereede in de omgeving van die plaats foto's genomen. Beide personen zijn daarvoor gearresteerd en in het gerechtsgebouw gevangen gezet. Na een nachtje slapen mocht de Goereese vrouw (haar naam is onbekend) terug naar huis. Maar Eli niet. Stel je voor; fotootjes nemen en dan nog Jood zijnde... De ene week volgde na de andere.
De ene week volgde na de andere. In het gebouw van het kantongerecht woonde de familie van Adrianus de Gans. De Gans was gemeentelijk nachtwaker en hij was tevens belast met de verzorging van de arrestanten. Zijn vrouw M. de Gans-Saarloos was concierge. Hun beide zoons Arend en Jan hadden achter het gebouw wat geiten en konijnen. Overdag werden deze dieren door Eli Mesritz gevoerd. De Joodse jongen genoot dan ook veel bewegingsvrijheid.
's Avonds kwam Eli om een kop koffie bij de familie De Gans. „Eli was als kind in huis", vertelde Arend de Gans. Eli ging elke dag heerlijk in de zon zitten. Op de duur leek hij wel een zuiderling.
Zijn middagpootje werd door de familie Mesritz gebracht maar de andere maaltijden werden door mevrouw De Gans verzorgd. Er was dus allerminst sprake van een slechte behandeling. Toch gaat een dergelijk nutteloos verblijf al gauw vervelen.
Eli wilde eruit, hij wilde naar huis. „Goed", zei De Gans, „ik zal het voor je bij de Ortscommandant gaan vragen, als je daar tenminste mee kan instemmen". „Doe dat maar", antwoordde de twintigjarige Elias.
De Ortscommandant wist van niks. Enige dagen later mocht Eli naar huis.
Examen
Eli en zijn broer Léon brachten ook kranten rond, onder meer het Rotterdams Nieuwsblad. Bij navraag is gebleken dat Léon (roepnaam Leo) lid was van de M.S.V. en A.V. Fiakkee. Een van de oudere leden van die vereniging, de 78-jarige Joep Prins uit Middelharnis (een broer van Piet uit dit verhaal), bevestigde dit lidmaatschap. Ook weer zo'n voorbeeld van integratie. Leo Mesritz was keeper.
Enige jaren geleden schreef de heer A. V. uit Oud-Beijerland in Eilanden Nieuws over Leo het volgende:
„In juni 1941 moesten wij examen afleggen voor de ULO. Dat examen werd gehouden in de zaal van hotel Meijer te Middelharnis. Leo was zo onzeker dal hij in feite de tweede examendag niet zag zitten. Of dit nu door het examen kwam of door bepaalde omstandigheden weet ik niet. Wel weet ik dat we .samen 's morgens vrcx;g van die tweede dag op de fiets zijn gestapt en een flinke fietstocht hebben gemaakt. Dat deed de Joodse jongen kennelijk gcx;d en hij durfde de dag weer aan".
Meer dreiging
Op 15 september 1941 werd een nieuwe maatregel afgekondigd: Verboden voor Joden. Joden mogen geen bezoeken meer brengen aan parken, dierentuinen, cafe's, restaurants, hotels, enz.
Dat betekende dat Eli niet meer naar de repetities van Sempre kon gaan. Piet Prins kon zich niet g(x:d meer herinneren hoe het wegblijven van Eli in zijn werk was gegaan. Eli en Leo stonden nog vcxir andere moei
Eli en Leo stonden nog vcxir andere moeilijkheden. De kranten die zij rondbrachten moesten normaal op het tramstation van Middelharnis worden afgehaald. Maarrr, zij mcx:htcn als Joden niet meer op het station verschijnen!! Wat nu?
Noch van Donge en Arie Jordaan, beiden (x)k krantenbezorgers in die dagen, pakten de kranten die voor de jongens van Mesritz bestemd waren beet en brachten die naar hen toe. Dan was het weer Noach, dan weer Arie, al naar gelang wie er het eerst op het station arriveerde. De jongens van Mesritz namen de kranten op de Koningin Julianawcg in ontvangst en brachten deze alsnog naar de abonnees.
Op 2 mei 1942 werd er weer een maatregel ingev(x;rd: Invoering van de Davidsster ook wel Jcxlenster genoemd. De Flakkeese Joden droegen ze gedwee. Dat moest wel!
Sommige Joden, zoals Louis Polak, maakten er grapjes over. In werkelijkheid was het natuudijk afschuwelijk om zo'n 'herkenningsteken' te moeten dragen. De grote angst
De grote angst
Groot was de angst voor nog ergere dingen, en die angst werd steeds meer gegrond.
Op een avond werd op verzoek van de familie Mesritz door de buren afscheid van hen genomen. Het verzoek was gericht aan de familie W. van den Nieuwendijk, de familie H. Mackloet en de familie L. van Zanten, allen wonende in de Dirk Bosstraat. Het afscheid werd genomen in de slaapkamer die zich aan de achterkant van de woning bevond. Je weet het maar nooit... Weliswaar was er toen nog niet bekend
Weliswaar was er toen nog niet bekend dat zij op tran.sport moesten worden gesteld, maar het zou er eerstdaags toch van komen, zo redeneerde de familie Mesritz niet zonder wanhoop. Vraag me alstublieft niet waarom Eva,
Vraag me alstublieft niet waarom Eva, Eli en Leo niet gingen onderduiken om alleen maar de drie jongste kinderen uit dat gezin te noemen. Plaats was er genoeg en de mogelijkheid ook. De enige verklaring die gegeven kan worden is dat men nooit 'het ergste' heeft willen denken, dus enig perspektief op een terugkeer naar Middelharnis zou er toch wel blijven. Maar dat perspektief was er niet. Integendeel.
Mogelijk hebben zij een ander niet tot 'last' willen zijn, want op het onderbrengen van Joodse mensen stond de doodstraf. Bovendien bestond het gevaar van verraad! Eva, Elias en Léon Mesritz hebben de
Eva, Elias en Léon Mesritz hebben de Dirk Bosstraat verlaten, zonder dat de buren het hebben gemerkt.
Noach van Donge heeft de beide krantebezorgers voor het laatst gezien op vrijdag 14 augustus 1942. Zij vertrokken per tram van Middelharnis-dorp naar Middelhamis-haven. Eli en Léon zwaaiden vanaf het balkon van een der tramwagons naar Noach. Die stond als aan de grond genageld en zwaaide terug en toen zij uit het zicht waren verdwenen, kon hij geen woord meer uitbrengen. Wij kunnen ons niet realiseren wat deze
Wij kunnen ons niet realiseren wat deze drie Joodse burgers van Middelharnis op die vrijdag hebben gedacht...
Drie dagen later arriveerden de kinderen Mesritz op 17 augustus 1942 in Westerbork. Lang hebben zij daar niet kunnen blijven want Eva, Elias en Léon zijn reeds op 30 september 1942 in Auschwitz om het leven gebracht. Hoe verging het de twee oudste kinderen?
Blijkens gegevens van het Nederlandse Rode Kruis, Leeghwaterplein 27 in Den Haag is Hanna Eva Mesritz destijds wonende op het L. de Colignyplein 4 in Den Haag, bekend dat zij op 23 augustus 1942 het Lager Westerbork werd binnengebracht waar zij tot 24 augustus 1942 heeft verbleven. Een dag dus. Op laatstgenoemde datum werd betrokkene vanuit Westerbork gedeporteerd naar het concentratiekamp Auschwitz. Blijkens publikatie in de Staatscourant van 25 mei 1950 werd vanwege de Minister van Justitie aangifte gedaan van het overlijden van Hanna Eva Mesritz op 30 september 1942 te Auschwitz.
Eveneens volgens het Nederlandse Rode Kruis in Den Haag is Israël Mesritz destijds wonende in de Zeestraat 41 in Monster, bekend dat hij op 15 augustus 1942 het Lager Westerbork werd binnengebracht waar hij tot 17 augustus 1942 heeft verbleven. Twee dagen dus.
Op laatstgenoemde datum werd Israël Mesritz vanuit Westerbork gedeporteerd naar het concentratiekamp Auschwitz. Blijkens publikatie in de Staatscourant van 27 augustus 1953 werd vanwege de Minister van Justitie aangifte gedaan van het overlijden van Israël Mesritz op 30 september 1942 te Auschwitz. Ook zijn vrouw is op die datum omgebracht!
Het is heel merkwaardig te noemen dat alle vijf kinderen van Israël Mesritz en Grietje Sara de Winter op dezelfde datum door de Nazi's zijn vennoord, terwijl zij uit drie verschillende plaatsen zijn weggevoerd en op verschillende data.
Vader en moeder Mesritz hebben daar geen weet van kunnen hebben, maar wat zij inneriijk te verwerken hebben gekregen was niets anders dan ellende. Een ondefinieerbare ellende. Zij wisten immers wel dat hun kinderen op transport waren gesteld door een stel nietsontziende machthebbers. Vader Izaäk Mesritz werd in september 1942 weggevoerd. Deze man arriveerde op 19 oktober 1942 in het kamp Westerbork. Izaäk Mesritz werd reeds na drie dagen, dus op 22 oktober 1942 in Auschwitz, waar zijn vijf kinderen hem waren voorgegaan, om het leven gebracht. De buren hebben niets gemerkt toen deze man de Dirk Bosstraat van Middelharnis had moeten veriaten. Mevrouw Mesritz bleef alleen achter.
Mevrouw Mesritz bleef alleen achter. Wat kon zij anders doen dan wenen?? Ook voor haar kwam het bevel Middelharnis te gaan verlaten. Grietje Sara de Winter, echtgenote van Izaäk Mesritz veriiet op 3 november 1942 haar woonplaats. Zij was toen al weduwvrouw en van al haar kinderen beroofd. Gelukkig was zij van die harde feiten niet op de hoogte... Toen mevrouw Mesritz in haar huis werd gearresteerd, hebben de buren dit wèl gemerkt. Er werd zelfs nog de vraag opgevangen of zij nog geld bezat. Geld van zo'n arme vrouw.
Op 10 november 1942 kwam zij in Westerbork aan en drie dagen later op 13 november 1942 viel ook zij in de handen van de Nazi-beulen. Ook in Auschwitz waar haar man en kinderen hetzelfde wrede lot hadden moeten ondergaan. De familie Mesritz was uitgeroeid. Hun namen staan vermeld op het Monu
Hun namen staan vermeld op het Monument ter nagedachtenis aan hun achtervolging en vernietiging tijdens de Tweede Wereldooriog, staande op de Joodse Begraafplaats aan de Hoflaan te Middelharnis.
Wellicht mag ik erop wijzen dat het Streekmu.seum te Sommelsdijk over een permanente tentoonstelling beschikt ter nagedachtenis aan het Joodse bevolkingsdeel van Goeree en Overflakkee.
Met dank aan Jan Both, Noach van Donge, Arend de Gans, Johanna van den Nieuwendijk-Nelis, Annie van den Oudcn-Bcijer, de gebroeders Piet en Joep Prins en Cor Verbiest. Vooral veel dank aan mevr. Van den Ouden voor het in bruikleen afstaan van de foto's.
Eventuele rcakties gaarne aan schrijver dezes: D. Hoogzand Hyacinthenstraat 8 3245 CN Sommelsdijk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 1995
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's
