Oud-Flakkee�r in Canada wekt op tot bevordering van natuurschoon
Ook de jeugd moet daaraan meehelpen
|De heer M. Dorst, v.h. te Herkinthans te Canada, schreef de hier- e ite volgende brief aan de heer D. »szand, op zijn artikel: „Bedreigd itaurschoon te Sommelsdijk").
•n „Eilandennieuws" van 2 febr. 1960, ik uw artikel over „Bedreigd na- Mschoon onder Sommelsdijk", wat, ~st meerdere andere gebeurtenissen ' te eiland, mijn bijzondere belangilling heeft.
Hoewel wij in 1952 naar Canada zijn smigreerd, interesseer ik mij nog al- ^ Voor het eiland en haar bewoners. "ia£ 1929 tot voorjaar 1952 was Ik «etans van de afdeling Goeree en '«Üakkee der Vereen, tot Bevordel"? der Bijenteelt in Nederland. Als ftebber van het bijenleven gaat meri * lieide krijgen voor de schoonheid 'f natuur, maar ook hadden wij bijen- '"i^ers, daarbij groot belang. immers door de intensieve cultivering
immers door de intensieve cultivering "• landbouwgewassen verdwenen meer ""eer sommige planten en heesters 'Van nut waren voor de bijen. Spe- ^'1 in het vroege voorjaar, wanneer I "'len behoefte hebben aan stuifmeel i'^" ^"^ gewassen die zij dikwijls von "'''' sommige heesters langs dijken ',*^êen Met genoegen zagen wij dan italtiid de wilgenkatjes, die wanneer I lOt bloei kwamen, een eldorado wa- •ï Voor onze bijen. Maar ook dikwijls ™oen wij ons geërgerd, als wij langs 'iiiken kwamen die kort te voren nog ^Js zagen van de gezwollen katjes, ™r nu op ruwe wijze mishandeld ble- :•> te zijn, omdat de takken waren SfPlukt en daarbij nog veel was ver- "W ook. Ons toch al zo kale eiland eigenlijk een bevolking moeten hebdie stuk voor stuk meewerkte om J^sl te sparen als maar mogelijk '^ De hoek door u genoemd in uw ™tel was mij 'zeer goed bekend en ik ied er op de fiets vroeger meermalen ^\ of ik maakte een omweg als ik ll^^ Middelharnis naar mijn woon- " s Herkingen begaf.
CircMlaires aan gemeentebesturen
Onze afdeling, die destijds onder voorzitterschap stond van dhr. Jn. Mastenbroek onder Stad aan 't Haringvliet, heeft in de jaren voor 1940, meermalen een circulaire gericht aan alle gemeentebesturen op het eiland, alsmede tot verschillende polderbesturen en verzocht om medewerking tot de aanplant van honing en stuifmeelgevende gewassen. Bijgevoegd was dan een lijst van met name genoemde planten, heesters en bomen.
Resultaat hebben wij niet veel gezien, al zal er wel hier en daar een gemeente zijn geweest die gevolg gaf aan ons verzoek. Overigens geloven wij dat het materialisme van sommige bestuurders het gevoel voor liefde tot de natuur verdoofd.
Na de oorlog hebben wij ons gericht tot het bestuur der Prov. Staten, waarbij we wel succes mochten boeken, want langs de Provinciale wegen werden wel heesters en struiken door ons genoemd, geplant. Hoe het nu na de vloed gegaan is, is mij niet bekend. De afdeling bestaat nog, maar men is niet erg actief.
U schrijft in uw mooie artikel dat er geen organisatie ter plaatse is die werkt voor bescherming en uitbreiding van het natuurschoon. Daarbij hebt u de spijker op de kop geslagen.
Het zou m.i. zeer gewenst zijn dat er op het eiland een Vereen, kwam die zich beijverde met het aankweken en bevorderen van liefde tot de natuur, zo iets als een Natuur Historische Vereen. In elk dorp -vindt men wel mensen die natuurliefhebbers zijn. Zelf herinner ik mij nog heel goed de tijd dat ik met een buurman vele malen des zondagsmiddags een wandeling ging maken dan aan deze zijde, dan aan gene zijde van het dorp en geloof maar dat wij al pratende de gedragingen van de vogels en diersoorten waarnamen alsmede het plantenleven in al haar schakeringen. Dergelijke mensen zijn er in elk dorp.
Er zijn in deze eeuw verschillende mensen geweest die door woord en geschrift liefde tot de natuur hebben bijgebracht tot het Nederlandse volk. O.a. ds. van Veldhuizen in z'n boek:
O.a. ds. van Veldhuizen in z'n boek: Met vijf zintuigen in de Natuur. Dan Jan Strijbos, de Stoppelaar en last but not least Rinke Tolman die op populaire wijze artikelen over natuur en historie schrijft in „De Spiegel."
Oprichting vereniging noodzakelijk
U schrijft: „ik vind het zeer onbegrijpelijk dat alweer een Vereen, in het leven moet worden geroepen enz. Voor u met een aangeboren gevoel van liefde tot de natuur mag dit onbegrijpelijk lijken, maar het kan ook aangeleerd en aangekweekt worden. En dat is de reden waarom ik met dit schrijven tot u kom. Als ik nog op Flakkee zou wonen zou ik contact met u zoeken om te trachten hoe wij uitbreiding en bescherming van het natuurschoon konden bevorderen, o.a. door een Vereen, door lezingen, door films, door contact met de opvoeders aan diverse scholen en door middel van de pers.
Dat gaat niet ineens, dat gaat niet vanzelf, dat moet door gestadig hameren op hetzelfde aambeeld, m.a.w. door van tijd tot tijd een artikeltje in de plaatselijke pers, zoveel mogelijk op populaire wijze geschreven. Bij elk dorp vindt men wel mooie plekjes waar eens over geschreven kan worden. De doorsnee mens ziet dat niet zo, maar dikwijls wel als de aandacht erop wordt gevestigd. Men wordt trots op wat men heeft in elk dorp en als men zover is dan zal men zeker meewerken tot bescherming van het bestaande. Een artikel met een of meer foto's in de plaatselijke pers, b.v. over De Druif, het boerderijtje gelegen aan de Oudel. weg te Ouddorp, of over de korenmolen „De Danckbaerheyt" te Herkingen die in verval dreigt te geraken.
Er zijn mensen die de kunst van schrijven naachtig zijn, zoals u in uw artikel, hetwelk zeker meehelpt liefde voor de natuur te bevorderen.
Het was een mooi artikel, meneer Hoogzand, waarmede ik mijn waardering betuig, maar hoop ook dat dit mijn schrijven een spoorslag moge zijn om wel een Vereniging op te richten.
Het is mijn wens dat die er komt en dat die een zichtbaar resultaat moge bereiken in de komende jaren.
Hier in Zuid Ontario, Canada, U veel natuurschoon en langs de grote hoofdwegen plant men heesters in groepjes en bomen in tal van verschillende soorten en variëteiten, maar niet stijf, metertje boompje.
Met vriendelijke groeten,
M. DORST 8 TH Ave South RR 1, St. Catharines Ontario Canada.
O —-
Bevordering van liefde voor de natuur
Het is zeer opmerkelijk dat een vroegere bewoner van ons eiland, de heer M. Dorst uit Canada, mij zulk een brief heeft gestuurd, waarmee ik uiteraard erg was ingenomen.
De brief getuigt van grote belangstelling en gevoel van liefde voor de vrije natuur. De heer Dorst (welke ik persoonlijk zal schrijven) suggereert de oprichting van een vereniging welke uitbreiding en bescherming van het natuurschoon beoogt. Ik heb natuurlijk daaromtrent vaak mijn gedachten laten gaan en het initiatief nemen overwogen. Zeker wonen in elk dorp wel mensen die bereid zijn daaraan mee te werken. Doch voor men er aan begint dient toch enige zekerheid te bestaan dat een voldoend aantal natuurliefhebbers kunnen worden gevonden die het slagen van het gestelde doel kunnen verzekeren. Daarom lijkt mij voor het ogenblik het verwekken van belangstelling in bredere kring van grote waarde en ik vind dat men over de plaatselijke pers wel tevreden mag zijn, voorzover betreft het opnemen van artikelen over dit onderwerp, waarmee de heer Dorst ongetwijfeld zal kunnen instemmen. Het gaat in de toekomst om daadwerkelijke steun en wees dan erg voorzichtig, bij een bevolking met sterk materialistische inslag. Immers men denkt hier veeleer reeds bij het poten van de aardappelen aan de financiële resultaten dan aan het boeiende leven van deze plant gedurende het groeiseizoen. Hoe mooi is de bloesem van de Furore en hoe sierlijk is het planttype van het ras Bintje!
Ik wil daar nu niet verder op ingaan. Verder ben ik het met de heer Dorst eens dat hiermede een taak ligt voor het schoolpersoneel. In dat verband wil ik er op wijzen dat leerlingen van diverse scholen in Israël hoegenaamd al-Ie daar voorkomende bloemen hebben verzameld en gedroogd welke thans in het Israëlisch Paviljoen op de Floriade te Rotterdam geëxposeerd worden. Dat heeft mij zeer aangegrepen en bovendien geïnspireerd. Echter niet het drogen van planten en bloemen, want dat is elke natuurliefhebber wel bekend en wordt zelfs bij de plantkundeles verzocht. Het vergt echter enorm veel tijd, voorzichtigheid en geduld. Maar wat het ook kost, er moet in de komende jaren veel worden gedaan. Dat is heel goed mogelijk. En als men naast zoveel instemming met het eerste artikel bovendien nog een zo waardevolle brief helemaal uit Canada ontvangt, dan behoeft men beslist niet pessimistisch gestemd te zijn, al moet ik er aan toevoegen, dat het nog wel even duren kan voor er zichtbare resultaten zullen zijn verkregen. Het komt me wel gewenst voor dit per afzonderlijke gemeente te doen want daarmee verkrijgt men in de allereerste plaats een bepaalde zelfwerkzaamheid in eigen omgeving, wat vanzelfsprekend ook met meer ernst voor het behoud gepaard zal gaan en er zal ook een gezonde rivaliteit kunnen ontstaan. Wanneer er dan goed wordt geleid (en het ontstaan van een rage wordt voorkomen!) zullen op vele geschikte nog steeds onbenut gelaten stukjes open grond mooie boom- of struikgroepjes kunnen worden gepoot, die het landschap zullen verfraaien en de dieren voedsel en bescherming zullen verschaffen.
Met de beste wensen voor de emigranten in Canada en met veel dank aan de redaktie,
D. Hoogzand.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1960
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
