Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

THEMA Luisterend leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

THEMA Luisterend leven

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kerk is ‘schepping van het Woord’ en geen ‘leverancier van het Evangelie’ waarmee ze door het ‘product’ Evangelie in spirituele behoeften voorziet. Voordat het Woord honger stilt, wekt het spreken van God deze honger juist op. Geloof begint met Gods ‘Effatha’, het openen van oren en harten. Luisterend komen we tot leven en blijven we in leven.

We leggen ons oor te luister bij enkele kernteksten uit de Bijbel die het belang van het luisteren naar het spreken van God onderstrepen en waaruit we aanwijzingen ontvangen voor luisterend leren leven. Overigens, wie bij woorden als ‘oren’ en ‘horen’ meteen de pijn voelt van het doof-zijn, nodig ik graag uit alles wat nu volgt te vertalen in de taal die u hoort met de ogen.

Geloven en horen

Luisteren kan heel breed opgevat worden. Het is het waarnemen van geluiden, het horen met je oren. Bij een bepaald geluid spitsen we de oren of hebben de neiging ons ervoor af te sluiten. Er bereiken ons immers onnoemelijk veel geluiden met een verschillende toonhoogte, met een bepaald volume en een eigen klankkleur. Ons gehoor is een complex systeem, van trommelvlies via de ‘toeter’ van middenoor en binnenoor naar onze hersenen via de gehoorzenuw. Onze Schepper stemde ons af op luisteren, het luisteren naar Zijn stem.

De stem van God. Waar het in deze bijdrage om gaat zijn namelijk de woordelijke geluiden of wat deftiger gezegd de verbale communicatie. Toch stipte ik eerst even deze brede context van geluid en horen aan, omdat het goedbeschouwd een wonder is dat we in zo’n veelheid van geluiden wóórden kunnen horen. En dat nog wel in een taal waarin de ene mens de ander kan aanspreken en ze elkaar kunnen verstaan. Luisteren leer je zo vanaf de wieg in je moedertaal: je roepnaam als de weg om via je oor het hart in beweging te brengen.

Niet zonder reden denken we in de kerk bij horen allereerst aan het luisteren naar het verkondigde Woord. De meest bekende tekst die ons op het spoor zet van het belang van een luisterend leven vinden in we in Romeinen 10: 17: ‘Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God.’ Terzijde zij opgemerkt – en dat maakt de tekst niet minder sprekend – dat er oude handschriften zijn die spreken van ‘het Woord van Christus’. De conclusie van Paulus is dat we tot geloof komen door te luisteren! Nauwkeuriger gezegd: door te luisteren naar het gepredikte Woord. In dát verband staan immers deze woorden. Het is een schitterende ketting die Paulus rijgt. De belofte klinkt: ‘Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden.’ Maar hoe aanroepen? Dat kan niet zonder geloof in God. Maar hoe kun je in Hem geloven als je nog nooit van Hem gehoord hebt? Daarom zendt God verkondigers van deze zeer blijde boodschap, van vrede en van het goede.

In de verkondiging van het Woord horen we in onze moedertaal de stem van de Vader, de Schepper van hemel en aarde. Het lijkt me niet overbodig met enige regelmaat tot ons door te laten dringen wat voor wonder zich voltrekt tijdens een eredienst. Er is een door de Heere ‘gezondene’, omdat God ons wat te zeggen heeft.

Naar een preek luisteren lijkt in veel gemeenten steeds ingewikkelder als ik mijn oren te luister leg en waarneem dat de spanningsboog er niet groter op wordt. Nu weten we allemaal dat ‘spanningsbogen’ – denk maar aan je uithoudingsvermogen om te lopen – getraind moeten worden en anders verslappen ze. Luisteren kun je beoefenen. Daar kun je voor gaan zitten. Dat doen we des te eerder en des te meer als we het idee hebben dat ons iets gezegd gaat worden waar ons leven mee op het spel staat. Dát lijkt me precies wat er in de prediking aan de orde is. Wanneer we dat beseffen, leidt dit tot een verhoogde (in)spanning om geen woorden te missen.

Luisteren en traagheid

Geloven en gehoorzamen zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Gehoorzamen is immers gehoor geven aan de stem van een ander. Zo leerden we luisteren naar de HEERE. Ongeloof en ongehoorzaamheid zijn een duister tweetal. Onze geestelijke doofheid is geen noodlot, maar volstrekt actief verzet (Ef. 2: 1). Ongeloof kent de taal van de tegenspraak of het doodzwijgen. Geloof leert de taal van het instemmen met het gehoorde, de belijdende taal.

In de brief aan de Hebreeën is er sprake van een geestelijke malaise in de gemeente. Maatschappelijke druk, lijden onder een boycot, uitsluiting? Dat speelt zeker mee. Ze zijn echter niet alleen moe door de opstelling van de maatschappij tegenover hen. Het blijkt een gemeente te zijn waar ze het liefst in hun pyjama en op hun sloffen naar de kerk willen komen. Het moet eigenlijk in de ‘slaapstand’ nog te begrijpen zijn. Ze blijken luistermoe te zijn. Juist op het moment dat in deze preek er nog meer heerlijke dingen over Christus gezegd gaan worden, valt de preek even stil. ‘Over Hem hebben wij veel dingen te zeggen, die moeilijk zijn om uit te leggen …’ Wat is echter de oorzaak van dit ‘moeilijk’? ‘Omdat u traag bent in het horen’ (Hebr. 5: 11). Ze beoefenen het luisteren niet meer. Klinken er nu scherpe waarschuwingen aan hun adres? Nou en of. Toch is het opvallend dat er geen brief is in het Nieuw Testament die zo’n heerlijk lied zingt over wie Christus is als de Koning-Hogepriester dan deze brief. Tot luisteren verleiden, dat is de taak van verkondigers, maar dan wel met een lied over Hém. Daarbij klinken er woorden die via onze oren doordringen tot in het diepst van ons bestaan.

Zonder voortdurend luisteren kwijnt het leven weg. Het is zelfs zo ernstig dat het gevaar hen voor ogen gehouden wordt, dat hun ‘traag in luisteren’ kan leiden tot helemaal niet meer luisteren en daarmee tot een steeds verder achterop raken in de genade (Hebr. 6: 4-6). Zelfs met als uiterste consequentie dat ze het geloof vaarwel zeggen. Van twee luisteroefeningen op een zondag naar één, van één per zondag naar eens in de zoveel tijd en dan uiteindelijk helemaal niet meer. Daarom is deze hele brief één woord van aansporing!

Twee oren, één mond

Luisteren heeft te maken met wijsheid. Al luisterend worden we wijs. Juist in het boek Spreuken komt herhaaldelijk het belang van het horen en gehoor geven aan (gehoorzamen) aan de orde. ‘Wie antwoordt voordat hij geluisterd heeft, het is hem tot dwaasheid en schande’ (Spr. 18: 13). Leven in de vreze des HEEREN is een leven in een luisterhouding tegenover God en je naaste. Als God ons tevoorschijn luistert – Hij neigt Zijn oor – zou een christen een ander dan niet tevoorschijn luisteren?

‘Van hem die zijn oor afkeert van het luisteren naar de wet, is zelfs zijn gebed een gruwel’ (Spr. 28: 9). Dat is de orde van dienst: eerst luisteren, dan spreken. Anders komt ons gebed op één lijn te staan met – ten tijde van het Oude Testament – het offeren van een dier met gebreken: een grúwel. In het Nieuwe Testament benadrukt Jakobus in zijn brief ook de noodzaak en het heilzame van een luisterhouding. ‘Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag tot spreken en traag tot toorn’ (1: 19). Deze conclusie trekt Jakobus nadat hij geschreven heeft over Zijn wil om het nieuwe leven voort te brengen door de verkondiging van het Woord van de waarheid. Je komt luisterend tot leven. Maar dan moeten we ‘God niet ontijdig in de rede vallen wanneer Hij Zijn heilige mond tot ons opent’ (Calvijn). Als wat we horen ons terechtwijst, kunnen we meteen in de verdediging schieten of zelfs boos worden op het gehoorde. Een verontwaardiging die meestal neerkomt op kritiek op de boodschapper.

Overigens blijkt volgens Jakobus uit wat we dóén of we echt geluisterd hebben. Niet de hoorders van het Woord, maar de daders van het Woord zijn zalig. Wie luisterend tot leven kwam, zal ook willen ‘luisteren’ naar anderen in hun nood, delen van wat ontvangen is. Bij een luisterend leven hoort ‘de wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld’ (1: 27).

Aandachtig leven

Luisterend leven is meer dan je oren gebruiken. Het is een innerlijke houding. Het is leven met aandacht. Daarmee is ook gezegd dat je kunt luisteren naar de natuur, naar een schilderij of andere cultuuruitingen.

Het op het eerste gehoor of eerste gezicht con sumeren van wat we waarnemen, leidt tot een oppervlakkig leven. We reageren snel, voordat we iets hebben laten bezinken. Zo wordt dat deel van onze hersenen dat geactiveerd wordt bij een aandachtig leven steeds luier.

Het Woord in een beeldcultuur wordt vaak verdrongen met een verdwaalde slagzin uit de reclamewereld: ‘Eén beeld zegt meer dan duizend woorden’. Die zin is een eigen leven gaan leiden tot in kerkenraadskamers toe. De gevolgen van het aanhangen van dit ‘dogma’ zijn tastbaar geworden in erediensten. Platte beelden, die hoorders de ruimte om te horen ontnemen. Eén woord zegt echter meer dan duizend beelden wanneer we gevangen worden door dat ene woord en daarbij verwijlen, erover mediteren. De tijd staat stil en onze ziel komt tot rust in overgave en aanbidding. Het getuigt van ontvangen Geestelijke wijsheid te vragen om een hárt met oren, een gehoorzaam hart, zoals Salomo dat deed en dát als grootste geschenk voor zijn leven ontving (1 Kon. 3: 9). De noodzaak van een blijven luisteren, blijkt evenzeer uit Zijn leven. Wie luistermoe is, mag wel vrezen voor zijn leven. Daarom heeft een kerk alleen toekomst als ze blijft zingen (Liedboek voor de kerken 1973, gezang 328):

Here Jezus, om Uw woord,

zijn wij hier bijeengekomen.

Laat in ’t hart dat naar U hoort,

Uw genade binnenstromen.

Heilig ons, dat wij U geven,

hart en ziel en heel ons leven.

Ons gevoel en ons verstand,

zijn, o Heer, zo zonder klaarheid,

als Uw Geest de nacht niet bant,

ons niet stelt in ’t licht der waarheid.

’t Goede denken, doen en dichten,

moet Gij zelf in ons verrichten.

O Gij glans der heerlijkheid,

licht uit licht, uit God geboren,

maak ons voor uw heil bereid,

open hart en mond en oren,

dat ons bidden en ons zingen,

tot de hemel door mag dringen.


Citaat van Bernd Wannenwetsch (uit: Verlangen. Een theologische peiling, Zoetermeer 2014)

‘Alleen een kerk die vergeten is dat ze door het Woord gevormd is, kan belangstelling tonen voor een model waarin het Woord slechts lijdend voorwerp is in een communicatieproces. Alleen een kerk die niet langer geïdentificeerd wil worden met haar voornaamste taak – luisteren naar het Woord van God – wordt gedwongen om, in hoop op erkenning, te zoeken naar een nieuw en zichtbaar logo en zichzelf te promoten (…).’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 2022

De Wekker | 24 Pagina's

THEMA Luisterend leven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 2022

De Wekker | 24 Pagina's