Samenspraak over de brief van Paulus (28b)
Want wanneer de heidenen, die de wet niet hebben, van nature de dingen doen die der wet zijn, dezen de wet niet hebbende, zijn zichzelven een wet; Als die betonen het werk der wet geschreven in hun harten, hun consciëntie medegetuigende, en de gedachten onder elkander hen beschuldigende of ook ontschuldigende. Romeinen 2:14 en 15
HOPENDE: Och vriend, wat is de mens toch diep gevallen! Er is nog zo’n stedehouderesse Gods bij hem, maar die stedehouderesse Gods moet maar van hem zwijgen. Die stem Gods moet dus eigenlijk maar zwijgen. Daarin openbaart zich de vijandschap tegen God en Zijn heilige wet. En zo gaat men maar over die consciëntie heen in de overtreding van Gods wet. Maar dat doet hij niet straffeloos. De Heere komt op al zijn daden terug en zal hem doen weten dat hij de zonden niet ongewaarschuwd heeft bedreven. En het zal ook in de hel wat zijn, als die consciëntie eeuwig tegen de mens zal getuigen. Daar zal men in dit leven ook al wat van weten, als men zich in dat gericht Gods betrokken ziet.
En nu komen we daarmee terug op hetzelfde als waar we de vorige keer ook over spraken. Men wil over het algemeen maar liever niet dat er over de hel wordt gesproken. Maar God zal zijn volk doen weten wat het in de hel zal zijn, als die consciëntie eeuwig tegen de mens getuigen zal. Die consciëntie zal die worm zijn, die eeuwig knagen zal. Die consciëntie gaat bij de zaligmakend overtuigde zondaar hier in dit leven al knagen. Zo is hij zich zijn schuld ook wel bewust. Door de wet is de kennis der zonde, maar de consciëntie doet de mens weten dat hij aan die wet schuldig staat. Als de stedehouderesse Gods valt die consciëntie dus eigenlijk aan de zijde Gods. Vandaar dat er van stonde aan in de zaligmakende overtuiging al een toevallen is van God in Zijn recht. Daarom is het een wonder voor zulk een mens, dat men nog niet in de hel ligt. Als men nog in slaap valt en mag ontwaken, is het een wonder dat men zijn ogen nog op aarde open mag doen en ze niet behoeft op te slaan in het eeuwig verderf.
UITZIENDE: Nu u daar zo over spreekt, gaan mijn gedachten ook weer door. We spreken ook over een rechtvaardigmaking in de vierschaar der consciëntie. Dr. A. Comrie heeft daar een zeldzame predicatie over geschreven, in de verklaring van Romeinen 5:1. Onder de aanklagers in de vierschaar Gods noemt hij ook de consciëntie. Die consciëntie stemt toe, zonder te aarzelen, zo schrijft hij, dat hij een man van zware overtreding is, tienduizend talentponden schuldig. En dan schrijft hij precies hetzelfde als wat u zo-even zei. Hij schrijft: ‘Zijn consciëntie vliegt hem in het aangezicht met een scherp en doorpriemend verwijt over hetgeen hij gedaan heeft en wordt een knagende worm in hem, terwijl dezelve als Gods stedehouderesse, de zijde van de zondaar verlaat en de zijde van God kiest, eisende, dat zulk een als vijand mag behandeld worden, terwijl zij naar waarheid oordeelt, dat die zulke dingen gedaan heeft, de dood waardig is. Rom. 1:32’. En dan even verder schrijft Comrie zo: ‘Vraagt nu iemand, wat uitwerking heeft dit in zijn ziel? Ik zal het u zeggen. Vooreerst: Het vonnis des doods komt stand grijpen in zijn consciëntie, hij stemt alles toe, en daardoor is hij veroordeeld bij zichzelf, zodat hij moet zeggen: het is buiten hoop, het is buiten hoop. Dit oordeel vonnist hij niet alleen over zijn persoon, zich als een doemwaardige aanmerkende, maar ook over al zijn beste daden en betrachtingen, die niet hoger schattende dan schade en drek. En dit doet hij zo ruim en volkomen, dat zijn gehele ziel het daarvoor houdt, dat hij in zichzelf is een kind des toorns van nature en waardig om eeuwig van Gods aangezicht verstoten te worden’.
HOPENDE: Nu u me dit zo voorleest uit Comrie, springt er toch echt wel weer wat in mij op. Altijd is dit toch iets wat de ziel zo raakt, als er gesproken wordt over dat eens worden met God, in het afvallen van zichzelf. Daar komt eigenlijk de vrede al in de ziel. God kan die zondaar geen kwaad meer doen. Maar daar het een Goddelijk werk is om een mens daar te brengen, geeft God ook getuigenis aan Zijn eigen werk. Hij spreekt zulk een zondaar vrij en doet hem de ware vrede vinden voor zijn ziel door het bloed des Lams. We gaan daar nu niet verder op in, al zou ik dat wel graag willen doen. We willen ons bij onze tekst houden, hoewel het ook wel in overeenstemming is met onze tekst, als we even iets over die consciëntie hebben gezegd en over die rechtvaardigmaking in de vierschaar der consciëntie. We moeten ook niet uit het oog verliezen, dat het de bedoeling van de apostel is, om de leer van de rechtvaardigmaking van de schuldige zondaar, alleen op grond van de gerechtigheid van Christus, in een helder licht te stellen. Daarom schrijft hij er in deze woorden eerst zo over, dat de consciëntie elk mens veroordelen moet, ook zelfs de heidenen. Niemand zal in Gods gericht te verontschuldigen zijn. De heidenen hebben de wet niet zoals die aan de Joden was bekendgemaakt, maar zij doen van nature de dingen, die der wet zijn. Dit licht der natuur is voor hen zoveel als de geschreven wet. Zo is het dat hun gedachten hen beschuldigen of ook ontschuldigen. Kort en goed, of we Jood of heiden zijn, Christen of niet-Christen, we staan allen schuldig aan dezelfde wet en zullen als doodschuldigen uit vrije genade, op grond van de gerechtigheid van die gezegende Borg gerechtvaardigd moeten worden. Gebeurt dat niet, dan zullen we rechtvaardig, wie we ook zijn, naar Gods wet geoordeeld en veroordeeld worden. Er ligt niemand onrechtvaardig in de hel. De volgende keer willen we horen, dat de Heere naar dit Evangelie oordelen zal.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's