De Institutie van Johannes Calvijn

Zeker is dat er na de val van de eerste mens buiten de Middelaar om geen kennis van God meer was die tot de zaligheid kon leiden, want Christus heeft het niet alleen over Zijn eigen tijd, maar Hij betrekt alle eeuwen erin als Hij zegt dat het eeuwige leven is de Vader te kennen als de ene, ware God en Jezus Christus, Die Hij gezonden heeft. Des te kwalijker is dan ook de achteloosheid van hen die de hemelpoort openen voor goddelozen en ongelovigen zonder onderscheid en buiten de genade om waarvan de Schrift op tal van plaatsen leert dat zij de enige deur is waardoor wij de zaligheid binnentreden. Mocht iemand deze woorden van Christus alleen willen betrekken op de periode waarin het Evangelie verkondigd wordt, dan ligt een weerwoord daarop voor het grijpen, want in alle eeuwen en bij alle volken is het de algemene overtuiging geweest dat zij die van God vervreemd zijn en die ‘vervloekten’ en ‘kinderen van de toorn’ genoemd worden, zonder verzoening God niet kunnen behagen.

Institutie II.6.1

© 2009 Den Hertog B.V., Houten. Institutie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen