Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilige oorlog (105)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilige oorlog (105)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Donkere wolken en hels optimismeIn Mensziel zijn vrienden van Diábolus druk in de weer om de stad weer in de macht van Diábolus te krijgen. Er is inmiddels contact met Diábolus en zijn vrienden in de hel. De plannen krijgen steeds duidelijker vorm. In Mensziel is het droevig gesteld, bij Diábolus en zijn vrienden heerst optimisme.

Zwarte wolken over Mensziel

Terwijl de vijanden van Mensziel als razende roofdieren en helse Diábolonisten met elkaar overleggen hoe ze Mensziel zullen verwoesten, bevindt de arme stad zich in een droevige en treurige toestand. Voor een deel komt dat omdat de inwoners van Mensziel Koning El-Schaddaï en Zijn Zoon zwaar hebben beledigd. Ook roeren de vijanden zich met hernieuwde kracht binnen de muren van de stad. Daarbij komt dat ze al veel smeekbrieven aan Prins Immanuël en Zijn Vader hebben geschreven waarin ze gevraagd hebben om vergeving en genade, maar dat ze tot nu toe niet één glimlach hebben verkregen. Integendeel. Door de listigheid en het geraffineerde optreden van de inwonende Diábolonisten wordt de wolk van ellende zwarter en zwarter en de afstand tot Immanuël groter. In Mensziel worden bovendien nog steeds velen ernstig ziek, zowel officieren als burgers. Alleen de vijanden zijn levendig en sterk. Zij lijken het re gerende hoofd en Mensziel de verachtelijke staart.

Het optimisme van Onheilig en de portier

Het is in deze tijd dat de tweede brief van de Diábolonisten die zich verschuilen in Mensziel door Onheilig wordt gebracht naar de in de zwarte afgrond wonende Diábolus. Net als eerder brengt Onheilig de brief naar de Hellepoortsheuvel om deze door Cerberus, de portier, bij de reus te laten brengen. Als de twee mannen elkaar ontmoeten, raken Onheil en de portier als goede vrienden met elkaar in gesprek en bespreken de voorgenomen plannen.

‘Ha, oude vriend,’ zegt Cerberus, ‘ben je weer naar de Hellepoortsheuvel gekomen? Ik ben blij je weer te zien!’

Onheilig reageert: ‘Jazeker, ik ben weer gekomen vanwege de belangen van Mensziel.’

De portier vraagt: ‘Ik smeek je te vertellen in welke toestand die stad Mensziel nu is.’

Onheilig vervolgt: ‘De stad is in goede omstandigheden voor ons en onze leiders. Ik denk dat de godsvrucht voor het grootste deel vergaan is, zo goed als wij maar wensen kunnen. Het doet ons ook goed dat hun Heer hen zo goed als geheel verlaten heeft. We hebben een voet tussen de deur gekregen, en onze vrienden zijn aan hun boezem gelegd. Wat ontbreekt er nog aan om in Mensziel te heersen? Bovendien zijn onze trouwe vrienden in Mensziel dagelijks bezig de leiders van de stad te verleiden. De ziekte woedt hevig in de stad. Uiteindelijk hopen we te zegevieren, en dat is het waarvoor we het doen.’

Dan zegt de hellehond Cerberus [zoals Bunyan hem noemt]: ‘Er is geen geschikter moment dan nu om aan te vallen. Ik hoop dat de onderneming spoedig ten uitvoer wordt gebracht en dat het gewenste succes spoedig wordt bereikt. Ja, dat wens ik tot bestwil van die arme Diábolonisten, die in voortdurende angst omtrent hun leven in dat verraderlijke Mensziel wonen.’

Onheilig: ‘Het duivelse plan is bijna gereed. De Diábolonisten in Mensziel zijn er dag en nacht mee bezig. De inwoners zijn als onnozele duiven. Hun hart is bezorgd over hun toestand en ze zijn bang dat hun ondergang nabij is. Als je alles op een rij zet, dan zijn er veel belangrijke redenen voor Diábolus om zoveel mogelijk haast te maken.’

Cerberus: ‘Het is zoals u het zegt. Ik ben blij dat dit alles plaatsvindt. Kom binnen, beste Onheilig. Kom naar mijn heren in de hel. Ze zullen u verwelkomen met de grootste blijdschap die ooit in het hele koninkrijk is gevonden. Ik heb uw brief al doorgegeven.’

Helse muziek

Daarop gaat Onheilig de put van de hel in. Daar ontmoet hij Diábolus, die hem aldus begroet: ‘Welkom, trouwe dienaar! Ik ben verblijd met uw brief.’ De andere heren van de hel begroeten hem ook. Nadat Onheilig voor hen heeft gebogen zegt hij: ‘Laat Mensziel geschonken worden aan mijn heer Diábolus. Laat hem voor altijd hun koning zijn.’ Direct daarop klinkt een luid en afschuwelijk geluid als uit holle vaten en de diepe ravijnen van de hel (wat voor helse muziek moet doorgaan), zodat de bergen eromheen wankelen en in stukken lijken te breken.

Helse vreugde over de ellendige toestand van de ziel

Ook nu weer gebruikt Bunyan rake beelden om enerzijds de ellendige toestand van de zich verlaten voelende ziel en anderzijds de vreugde van de satan en zijn vrienden te beschrijven.

De ziel onder donkere wolken …

De ziel voelt zich door het zwijgen van zijn Heere als omringd met wolken, die almaar donkerder worden. Jeremia klaagde: Hoe heeft de Heere de dochter Sions in Zijn toorn bewolkt! (Klaagl. 2:1a). De kanttekenaren schrijven: ‘In de plaats waar God de Heere eertijds Zijn volk met een dikke wolk ten goede bedekt heeft, daar bedekt Hij hen nu met een dikke wolk van menigerlei ellende.’ En verderop klaagt de profeet: Gij hebt U met een wolk bedekt, zodat er geen gebed doorkwam (Klaagl. 3:44). De Heere lijkt niet meer van de ziel te weten. Hij verheft Zijn lieflijk aangezicht niet, maar Zijn aangezicht lijkt bedekt met toorn. Hoe ellendig is de toestand! Gij, vreselijk zijt Gij; en wie zal voor Uw aangezicht bestaan, van den tijd Uws toorns af? Ps. 76:8.

… tot een verachtelijke staart

In goede tijden bezat de ziel eer en heerlijkheid, zoals het hoofd van een mens en de kop van een dier het beste deel is. De HEERE had het volgende beloofd als Zijn volk Hem gehoorzaamde: En de HEERE zal u tot een hoofd maken en niet tot een staart, en gij zult alleenlijk boven zijn en niet onder zijn (Deut. 28:13). In geval van ongehoorzaamheid zal echter de vreemdeling die is gekomen tot een hoofd zijn en gij zult tot een staart zijn (Deut. 28:44b).

… als een duif zonder hart

De ziel gaat in deze toestand over de aarde alsof ze zonder verstand is. Ze is, net als het Godverlatende tienstammenrijk (Efraïm), als een botte duif, zonder hart (Hos. 7:11a). ‘Dat is, een domme, slechte, simpele duif’ die makkelijk verleidt en daarna tot een spot wordt (kantt. 32).

De duivel aan de boezem …

De boezem van de mens is de plaats die dicht bij het hart ligt. Aan iemands boezem liggen of gedrukt worden betekent dat er sprake is van een goede relatie en vertrouwelijke omgang met elkaar. De discipel Johannes was degene die aan de boezem van Jezus lag (Joh. 13:23). Men was in die tijd gewoon half liggend, half zittende aan tafel te zijn, zodat Johannes naast Jezus lag op borsthoogte. Hij was in het bijzonder een geliefde discipel van Jezus. Hoe vreselijk is het echter als de zonde een plaats krijgt in de boezem, in het binnenste van de mens! Salomo zegt het volgende over de omgang met een hoer: Zal iemand vuur in zijn boezem nemen, dat zijn klederen niet verbrand worden? (Spr. 6:27). Er wordt weleens gesproken over de boezemzonde die ieder mens heeft. Daarmee wordt dan de zonde bedoeld die als een boezemvriend is. Het is de zonde die in het bijzonder wordt gekoesterd als iets heel begeerlijks. Het ene kind van God heeft bijvoorbeeld te strijden met hoogmoed (zoals Petrus), een ander met zonde op seksueel terrein (zoals Simson), weer een ander met dronkenschap (zoals Noach), een ander met veel nieuwsgierigheid en praten over anderen (zoals de vrouwen uit 2 Tim. 3). En de duivel weet dat heel goed. Wat een ellende heeft hij daarmee al teweeg gebracht! Want niemand zal ‘goedkoop’ zondigen, ook Gods volk niet.

… omringd met helse muziek

Muziek is een gave uit de hemel, lieflijk en rein. Na de zondeval is er ook muziek in de wereld gekomen die niet welluidend klinkt. Muziek die vergezeld gaat van hels gedreun en onreine teksten. Muziek uit de afgrond. Voorbeelden hoeven niet gegeven te worden. Meer dan ooit weet de duivel daarmee ook de hoofden en harten van kerkelijke, gedoopte jongeren en ouderen te vullen. Hoe vreselijk zal het zijn om eeuwig die helse klanken te moeten aanhoren! Laten we ervan wegvluchten, zoals de Israëlieten deden nadat de aarde haar mond had geopend om Korach, Dathan en Abíram te verslinden. En het ganse Israël dat rondom hen was, vlood voor hun geschrei; want zij zeiden: Dat ons de aarde misschien niet verslinde (Num. 16:34).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De heilige oorlog (105)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's