Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De beloften voor Israël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beloften voor Israël

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rond de oorlog in het Midden-Oosten doen velen een beroep op de beloften voor Israël. God is toch met Israël? God neemt het toch op voor Zijn volk?

Vaak worden deze beloften in het algemeen betrokken op het hele volk van Israël. Dit maakt mij bezorgd, want hiermee is Gods waarheid in het geding. Bovendien, hoe wij over de beloften voor Israël spreken, heeft heel grote consequenties. Er is immers maar één genadeverbond. Wie de beloften voor Israël veralgemeniseert, zal dat ook moeten doen voor de gedoopte kerkmensen. Laten we ook op dit punt naar de Schrift luisteren. Als het over de beloften voor Israël gaat, zijn de hoofdstukken Romeinen 9 tot en met 11 van grote betekenis, hoewel we dit moeten lezen in het geheel van de Romeinenbrief. Er blijkt inderdaad verwachting te zijn voor afgebroken takken van de oude olijfboom. Maar Paulus begint dit gedeelte met het onderscheiden tussen tweeërlei zaad.

Aanneming tot kinderen

De Heere heeft aan het Joodse volk voorrechten gegeven. Paulus noemt een aantal voorrechten in Romeinen 9:4. Met ‘aanneming tot kinderen’ bedoelt Paulus hier dat God het Joodse volk boven andere volken tot een volk heeft aangenomen. Ons doopformulier noemt dat: ‘Zijn Vaderlijke goedheid en barmhartigheid, die Gij dit kind en ons allen bewezen hebt’. Dat God deze goedheid bewijst, wil echter nog niet zeggen dat wij kinderen zijn en in de heilsbeloften delen! De kanttekening wijst op het onderscheid met de uitdrukking ‘aanneming tot kinderen’ uit Romeinen 8.

Want, hoe kan het nu dat de Joden de zaligheid in Christus hebben verworpen…? Zijn de beloften van God krachteloos en betekenisloos geweest? Is God machteloos om hun zaligheid te geven? Is het Woord Gods ‘uitgevallen’? Het woordje uitgevallen (vers 6) betekent stukgevallen. Hebben de mensen Gods beloften dan uit handen laten vallen? Nee, zo is het met Gods beloften niet gesteld. Niet iedere Israëliet is echter een oprechte en ware Israëliet. ‘Want die zijn niet allen Israël, die uit Israël zijn’ (vers 6). Gods verbondsbeloften zijn ten diepste alleen voor het ware Israël. Diegenen die de Heere ‘krachtiglijk naar Zijn eeuwige verkiezing roept, latende de anderen door een rechtvaardig en ondoorgrondelijk oordeel in hun verdorvenheid verharden’ (kanttekening 22).

Tweeërlei zaad

Paulus gaat in dit hoofdstuk dus separeren. Dat is heel belangrijk als wij het over de verbondsbeloften hebben. Er is tweeërlei zaad van Abraham. Er is een natuurlijk zaad: dat zijn de kinderen des vleses. Er is een geestelijk zaad: dat zijn de kinderen der beloften. Abraham had twee zonen: Ismaël en Izak. Zij waren beiden verbondskinderen en waren daarom beiden besneden. Maar er was een levensgroot verschil. Paulus zegt: ‘Dat is, niet de kinderen des vleses, die zijn kinderen Gods, maar de kinderen der beloftenis worden voor het zaad gerekend’ (Rom. 9:8).

Ismaël was een kind des vleses omdat Abraham zijn vader was, maar hij was geen kind van de beloftenis. Wie de beloften tot het natuurlijk zaad uitbreidt, zal Ismaël en zijn zaad daar ook in moeten betrekken! Paulus mag buigen voor Gods welbehagen, zo blijkt uit het voorbeeld van Jakob en Ezau. De troost ligt in het voornemen Gods, dat naar de verkiezing is. De beloften zijn voor het ware zaad van Abraham. Paulus zegt in Galaten 3:16: ‘Nu, zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn Zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van één: En uw Zaad, Hetwelk is Christus’. Het Zaad der belofte is dus Christus en niet het natuurlijke zaad van Abraham.

Beloften zijn vast

De beloftenissen zijn aan Christus gedaan en zijn bestemd voor allen die in Hem zijn. Christus is het Hoofd van het genadeverbond. Daarom zijn de beloften ook zo vast. Mensen die de beloften veralgemeniseren, houden daar geen rekening mee. De beloften van het genadeverbond worden dan verbrekelijk. Dan lijkt het inderdaad of Gods beloften ‘uitgevallen’ zijn. Paulus maakt de beloften niet los van Christus en dat moeten wij ook niet doen. ‘En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen’ (Gal. 3:29). Dit is waar het behoud ligt voor het Joodse volk. Christus moet als Hoofd, Borg en Middelaar van het genadeverbond gekend worden. Dan zal men ook delen in de heilsbeloften. Gods beloften worden niet vervuld in de weg van berekening, maar in de weg van het wonder. Izak is het kind van het wonder. Hij is geboren toen de moeder in Sara verstorven was. En zo heeft het genadeverbond ook voor heidenen waarde. Joden en heidenen zijn één in Christus, naar Efeze 2:14. Nooit vallen deze beloften stuk en daarom is evangelieverkondiging in deze oorlogstijd zo noodzakelijk.

slot

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2024

De Saambinder | 24 Pagina's

De beloften voor Israël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2024

De Saambinder | 24 Pagina's