Horen
Vervolgens wordt onder de letter H het geloof een ‘horen’ genoemd: ‘Neigt uw oor en…hoort’ (Jes. 55:3). Ik zal nu niet mijn best doen om de verschillende meningen van geleerde uitleggers aan u voor te houden, evenmin zeg ik veel over de personen die achtereenvolgens in dit hoofdstuk aan het woord komen. Alleen dit: Jezus Christus is hier, na Zijn verhoging aan de rechterhand van Zijn Vader, de sprekende Persoon, zoals de Vader dat is in het laatste gedeelte van de tekst. Het is mijn bedoeling om over het zaligmakend geloof als een ‘horen’ te spreken. Eerst doe ik in het algemeen, daarna zal ik proberen enkele vragen van het hart te beantwoorden.
Geestelijk horen
Wat het ‘horen’ betreft, zal iedereen inzien dat we dit niet zozeer als een letterlijk horen moeten opvatten. Dat wordt natuurlijk wel verondersteld, want het geloof is uit het gehoor, en het gehoor is door het Woord van God (zie Rom. 10:17). Maar het ‘horen’ dat hier bedoeld wordt, is geestelijk van aard. De ziel, die een geestelijk karakter heeft, kan en zal daardoor leven. Van dit geestelijk ‘horen’ kunnen een aantal dingen gezegd worden.
a. Het geeft aan dat de gelovige Jezus Christus, deze lieve Zaligmaker, ziet als een Persoon Die spreekt zoals nooit een mens gesproken heeft. Hij is de grote Tolk uit de hemel, dé Uitlegger, Eén uit vele duizenden, in Wiens lippen genade is uitgestort. Hij heeft een tong der geleerden om met de moede een woord te rechter tijd te spreken. O, Jezus’ lippen zijn in dit opzicht als leliën, druppende van vloeiende mirre (Hoogl. 5:13).
b. Het geeft aan dat de gelovige zijn oor van alle andere stemmen afwendt. Zodra hij begint Jezus gehoor te geven, komt er van alles op af. De wereld leidt af, de satan dreigt en het zondige hart doet z’n best om tegen de woorden van Jezus in te gaan. Vele bezwaren worden ingebracht: dít zal voordeel geven, en dát nadeel…Maar dit ‘horen’ heeft als gevolg dat hij zich van al die bezwaren niets aantrekt. Hij zal alleen maar aandachtig letten op wat Jezus in Zijn Woord tegen zijn ziel zegt. Daarom zien we soms dat alles wat God eist, wordt samengevat in enkele woorden: ‘Hoort alleen’.
c. Het geeft ook aan dat de gelovige rustig en weloverwogen de tijd neemt om zonder enige belemmering aandachtig te luisteren naar wat Gods Zoon zegt. Dit vinden we bij David in Psalm 85:9: ‘Ik zal horen wat God de HEERE spreken zal’.
d. Het geeft aan dat de gelovige werkelijk in geestelijke zin wil bezig zijn met alles wat Jezus tot hem spreekt.
− Dat geldt als hij door dit spreken in het hart geraakt wordt, zodat er een warme liefde en een diepe eerbied ontstaat voor Hem Die spreekt en voor wat Hij spreekt. Daarover gaat hij vragen wat dit wil zeggen. Zie Hand. 2:12. God klaagt erover dat dit zo vaak ontbreekt; zie daarvoor Ps. 97:8 en Ps. 58.
− Dat geldt ook als hij zich geheel en al aan het woord van Christus onderwerpt, zonder eerst zijn verdorven verstand te raadplegen en met vlees en bloed te rade te gaan. Dan gelooft hij op hoop tegen hoop, zoals Abraham deed (zie Rom. 4:18).
wordt vervolgd
Uit:
HET ABC VAN HET GELOOF
dr. A. Comrie
(uitg. De Banier, 2016).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2024
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2024
De Saambinder | 20 Pagina's