Het lied van de bevrijding
In gedachten zien we een Joodse gevangene in Auschwitz tijdens de verschrikkelijke periode van de Tweede Wereldoorlog. Hij roept naar de hemel: Steek Uw handen van de hoogte uit!
Hij heeft alle reden om te roepen: ‘Ontzet mij en ruk mij uit de grote wateren, uit de hand der vreemden’. Hij ziet om zich heen hoe mannen, vrouwen en kinderen door vreemden worden weggevoerd naar de gaskamers om te sterven. Elk ogenblik kan hij zelf aan de beurt zijn. Wie kan hem helpen dan God alleen? Daarom schreeuwt hij naar de hemel: Help me toch!
De hele wereld is in beroering. Oorlogen woeden. Maatschappelijke en politieke onrust doen velen, ook jongeren, vragen naar de zin van het leven. Auschwitz kan zomaar weer gebeuren. Want dat wij opnieuw de bevrijding van het Duitse juk mogen gedenken na 79 jaar vrijheid, is niet vanzelfsprekend. De vrede in de wereld is ver te zoeken. De oordelen van God hangen laag, ook over Nederland, dat God en Zijn Woord verbannen heeft uit de samenleving. Was er dan geen God in Auschwitz? Waarom liet Hij dat stelselmatig vermoorden van Joden op een beestachtige wijze toe? Waarom grijpt Hij vandaag niet in?
Voorbijgaande schaduw
Ten tijde van David waren er ook mensen die dachten dat God niet bestaat en dat als Hij al bestond Zich nergens mee bemoeit. Zo denkt de mens, die der ijdelheid gelijk is (vers 4). De mens die slechts een voorbijganger is. Zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw.
Daartegenover de HEERE, Die David gered heeft uit de hand van al zijn vijanden. Die God is het ook Die ons al zoveel jaren in vrijheid doet leven. Hoelang nog? Dat weten we niet. Als we op de omstandigheden letten, mag bange vrees ons hart wel vervullen.
Hoewel de HEERE David geholpen heeft, zijn er nog vele vijanden op de been. De koningen der aarde stellen zich op en de vorsten beraadslagen tezamen tegen de HEERE en Zijn Gezalfde, naar Psalm 2. En al die vijanden spreken leugen en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid (vers 8). Dat wil zeggen dat ze hun leugens zelfs met een eed bevestigen. Wat wordt er ook in onze tijd gelogen. Denk maar aan de politiek. Beloften worden gedaan, maar ze worden niet waargemaakt. Ook in de wereldpolitiek maken de groten van de aarde zich schuldig aan leugen en bedrog. Je zou de moed verliezen als je denkt aan alles wat er kan gebeuren. Vreemden heersten over David en het volk van Israël. Vreemden heersten over Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Zal die tijd weer aanbreken? Zal de vrijheid die misbruikt is in ongebondenheid aan Gods inzettingen leiden tot gebondenheid onder het juk van een vreemde heerser?
Vreemde heerser
We hoeven daarbij echter niet in de eerste plaats te denken aan wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren, want we leven van nature allen onder een vreemde heerser. In het paradijs hebben we God de dienst opgezegd en gekozen voor een vreemde heerser: de duivel. Daarom is er al die ellende in de wereld. Daarom zijn er oorlogen. Daarom gebeurden er zulke verschrikkelijke dingen in Ravensbrück. Kinderen zongen in de barak kerstliederen voor de Duitsers. Toen ze dat gedaan hadden, staken de SS’ers voor het oog van de wanhopige moeders de barak in brand. Meer dan 200 kinderen kwamen om.
Er zijn in onze dagen veel vijanden op de been. Ze zijn als grote wateren waar we uit gerukt moeten worden. Vreemden, die niet meer weten van de christelijke wortels van onze samenleving, bepalen steeds meer onze samenleving. Dat zijn niet alleen mensen met een andere godsdienst, maar ook vele Nederlanders die van het christendom afscheid genomen hebben. Zorgen te over, ware het niet dat God regeert.
David weet waar hij met zijn nood moet zijn. Bij de HEERE alleen. Vandaar zijn noodkreet naar de hemel:
‘Steek Uw handen van de hoogte uit’. Vandaar kan alleen zijn hulp komen. Dat heeft David ook niet verdiend, maar tot Wie zal hij anders heen gaan?
Tot Wie zullen wij vluchten als de watervloeden en rampen ons dreigen te overspoelen, als vreemden over ons gaan heersen? Als we niet meer in vrijheid kunnen samenkomen om naar Gods Woord te horen?
Is het dan hopeloos? Nee, de weg naar boven is er: ‘Steek Uw handen van de hoogte uit’. De Heere zorgt voor Zijn eigen werk. De komst van Zijn Koninkrijk zal ondanks alle leugen en bedrog niet verhinderd kunnen worden.
Bevrijder en Schild
Kennen we dit gebed van David? Dan doel ik niet in de eerste plaats op de zorgvolle omstandigheden als we denken aan de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen. Dan gaat het er om of we Christus nodig hebben gekregen, Die in de wateren van Gods toorn is ingegaan en door een vreemde heerser werd veroordeeld tot de dood. Of we door de Geest van God ervan overtuigd zijn geworden dat de zonde ons overspoelt als wateren en dat we lopen aan de leiband van de vreemde heerser, de overste van deze wereld. Dan gaat de schreeuw omhoog, omdat we onszelf en ook anderen ons daarvan niet kunnen verlossen. Want mijn hoofd is als bedolven in de golven van mijn ongerechtigheid. David heeft in die nood gebeden: ‘Steek Uw handen van de hoogte uit’. Zichzelf verlossen kon hij niet, maar hij mocht zien op Hem, Die niet werd ontzet, in de wateren onderging en Zichzelf vrijwillig gaf om overgeleverd te worden tot de kruisdood. Daarom mocht David Hem noemen: mijn Goedertierenheid, mijn Burcht, mijn hoog Vertrek en mijn Bevrijder en Schild (vers 2).
Roep dan maar in uw/jouw nood tot Hem en rust niet voordat u/jij met David een nieuw lied mag zingen. Dat is het lied van de bevrijding.
Steek Uw handen van de hoogte uit; ontzet mij en ruk mij uit de grote wateren, uit de hand der vreemden.
Psalm 144:7
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 2024
De Saambinder | 24 Pagina's
