Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oorzaken van de neergang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oorzaken van de neergang

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat ziet Van Lodenstein als concrete oorzaken voor de neergang van het geestelijk leven na de Reformatie van Luther, Calvijn en Zwingli? In de al genoemde preek over Ezechiël 37 onderscheidt hij een hoofdoorzaak en onderoorzaken.

Als ‘opperste’ oorzaak van de dodigheid wijst hij op de ‘wijze en heilige besturing des Heeren, Die naar Zijn soevereine wil nog geen geest en leven heeft believen te geven. Hij zal die Geest uitstorten, dan en in zo’n mate als het Zijn Goddelijke genade zal welgevallen’. Die afhankelijkheid van God mag echter niet leiden tot lauwheid en laksigheid. Mensen zijn verantwoordelijk voor hun overtuigingen en daden. Daar zijn voor hem de onderoorzaken te vinden. Het is een opvatting van de ‘vleselijke mens’ dat de Reformatie alleen een zaak is van de leer en niet van de zeden. Juist met hun levenswandel moeten de christenen boven de heidense duisternis uitsteken. Mooi brengt hij onder woorden dat de christelijke leer op alle gebieden moet uitstralen: ‘Wij verstaan dat ieder zijn beroep moet uitoefenen met een geestelijk hart’. 1 De Bijbelse leer mag niet beperkt blijven tot het kerkgebouw en tot de zondag. De hele levenswandel behoort daardoor gestempeld te zijn. Dat mist hij en dat is juist een belangrijke ‘onderoorzaak’ van het verval.

Studie en Geest

De aandacht die Van Lodenstein besteedde aan de ‘opperste’ oorzaak, werkt door in zijn visie op predikanten. Velen schieten helaas tekort. In een van zijn preken klaagt hij erover: ‘Och, als wij eens zagen hoe geesteloos wij leraren zijn. Wij roepen al van reformeren, maar het komt er niet van’. 2 Dan was het in de begintijd van de Reformatie anders. Predikers waren niet geleerd, maar wel vervuld met de Geest. Een voorbeeld daarvan was de bekende Jan Arentsz, manden maker uit Alkmaar. Van Lodenstein somde een aantal beroepen op die predikers eerder uitoefenden: leerlooijers, handwerkers en ambachtsgezellen. De vruchten van hun preken waren groot: ‘Wat een op- en voortgang had dat werk!’ Daarmee schoof hij studie niet opzij, integendeel. We moeten ons daarbij ook realiseren dat er in de eerste tijd na de Reformatie nog geen predikantenopleidingen bestonden.

Dat hij geen tegenstander was van studie, blijkt wel uit het feit dat Van Lodenstein zelf een bestudeerd man was. Als leerling van Voetius was hij doorkneed in de theologie. Naast die noodzakelijke studie is het vooral van belang om uit te zien naar het werk van Gods Geest. 3

Mede daarom waarschuwt hij tegen het blindelings volgen van predikanten. Dat hoort bij het pausdom. Hij noemt dat een ‘zeer schadelijk kwaad’. De predikant moet innerlijk door de Geest geleerd zijn. Dat onderwijs is verbonden aan Gods Woord. 4

Theologische gevolgen

De nadruk die Van Lodenstein en zijn geestverwante ambtgenoten leggen op een heilig leven en dus op de reformatie van zeden, heeft ook theologische gevolgen. Er vindt als het ware een verschuiving plaats van de aandacht van rechtvaardiging naar heiliging. In een van zijn preken brengt hij die verschuiving kernachtig onder woorden: ‘De mens vat zijn zaligheid zo vleselijk op alsof die maar bestaat in de vergeving der zonden. Neen Christenen! In de hemel zal men niets anders doen dan dag en nacht roepen: Heilig, heilig, heilig’. 5

In een andere preek zegt hij dat de mensen niet moeten denken dat de Heere Jezus alleen naar de wereld kwam om verzoening tot stand te brengen. ‘Dat was Zijn voornaamste reden niet. Hij is naar deze wereld gekomen opdat Hij ons wederbaren zou (…) om uw consciëntie te reinigen van dode werken, om de levende God te dienen, Hebr. 9:14’. 6

In het laatste artikel zullen we lezen dat Van Lodenstein het betreurde dat sommige zaken van de Rooms-Katholieke Kerk niet waren ‘meege nomen’ in de kerk van de Reformatie.

wordt vervolgd


1. Van Lodenstein, ”Negen Predicatiën”

2. Van Lodenstein, ”Vervalle Christendom”

3. Van Lodenstein, ”Beschouwinge van Zion II”

4. Van Lodenstein, ”Overdenkingen. Dagelijkse meditaties over het gehele jaar 1659”

5. Van Lodenstein, ”Verzameling Keurstoffen”

6. Van Lodenstein, ”Negen Predicatiën”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2023

De Saambinder | 24 Pagina's

Oorzaken van de neergang

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2023

De Saambinder | 24 Pagina's