Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor altijd aan de Heere verbonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor altijd aan de Heere verbonden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als Hendrik van Schothorst hoort dat Hendrikus Roelofsen in Nederwoud - een buurtschap tussen Barneveld en Lunteren - op de boerderij van Wouter Koudijs af en toe een ‘oefening’ houdt, gaat hij ook eens luisteren. Het voorgaan van deze eenvoudige schaapherder laat hem niet onberoerd.

‘Ik las nog weer eens in mijn boekjes en ik ging mijn knieën weer buigen. Ik hoor hem nóg zeggen: ‘Houd aan met bidden, want gij hebt met een getrouwe God te doen’. Dan zei hij: ‘Iedere polsslag kan de laatste zijn; mensen, je verspilt zoveel kostelijke genadetijd’’. Na verloop van tijd zakken deze indrukken echter weer weg en zoekt hij opnieuw zijn vertier in de wereld. Zo gebeurt het wel dat hij ’s zondags naar de kermis gaat of gezel- ligheid in een herberg zoekt. Maar als hij dan ’s avonds thuiskomt, voelt hij zich leeg en ellendig. ‘Dan dacht ik: nu kan ik nooit meer bekeerd worden, nu is alles zo diep verdorven, nu is het te laat’.

Als Hendrik op zekere avond in een zon- dagsschoolboekje iets leest over Lukas 19 vers 42: ‘Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient!’ raakt hem dat diep. Later schrijft hij daarover: ‘Voor zover ik mij kan herinneren, werd mij daaronder duidelijk getoond dat ík het hardnekkige Jeruzalem zelf was.

En dat Jezus Christus gisteren en heden en tot in der eeuwigheid Dezelfde is. Dus dat alles werd míjn toestand. Ik was zo hard- nekkig om, bij alle overtuigingen, bij al dat geklop, steeds te zeggen: ‘Heere, nóg niet!’ Het was alsof ik een ogenblik de Heere Jezus zag staan, wenende over degenen die over zichzelf niet weenden en als ik mij niet bedrieg, ben ik daaronder gewaar geworden wat ik nooit eerder gewaar ben geworden, namelijk de liefde van de Heere Jezus. Dat verbrak mijn tegenstand; ik kon het tegen de liefde van de Heere Jezus niet uithouden en moest uitroepen: ‘Heere, Gij zijt mij te machtig geworden en hebt mij overmocht’. Hier was het een dag Zijner heirkracht, op dewelke Hij maakt een gewillig volk. Mijn wil werd geheel overgebogen. (…) Hier viel oprecht, voor zover ik weet, de keuze en verbond ik mij voor altijd aan de Heere’.

Op de gezelschappen

Vanaf 1884 zet Hendrik zich met enige regelmaat onder het gehoor van predikan- ten en oefenaars die in de Gelderse Vallei voorgaan, zoals ds. J. Schotel, oefenaar H. Roelofsen en oefenaar C.W.H. Eigeman. Ook is hij af en toe op de gezelschappen te vinden. In zijn directe omgeving wordt dit niet erg gewaardeerd en wordt hij al spoedig aangeduid als ‘fijn’. Wanneer hij kennis krijgt aan Hendrikje (Heintje) Ver- beek, wordt dat evenmin op prijs gesteld. Onder een preek van oefenaar Roelofsen over Matthéüs 3 vers 10, over de bijl die alrede aan de wortel van de boom ligt, is zij krachtdadig tot verandering gekomen. Op 31 december 1891 treden Hendrik en Heintje in het huwelijk. Drie dagen later volgt de kerkelijke huwelijksbevestiging door ds. H.M. van der Vegt uit Heerde. Hun trouwtekst is Deuteronomium 33 vers 27: ‘De eeuwige God zij u een Woning; en van onder, eeuwige armen; en Hij verdrijve den vijand voor uw aangezicht en zegge: Verdelg’.

Zelf schrijft hij over hun trouwdag: ‘Er werd geen bruiloft gehouden, geen vader of moeder of zuster of broeder, noch van mijn kant, noch van de kant van mijn vrouw was erbij tegenwoordig. (…) Maar we moch- ten vlak verenigd zijn om in alles samen die weg in te gaan. En dat alles heeft ons veel uitgedreven, én elk afzonderlijk én tezamen, om de Heere daarin aan te lopen. Het was ons er werkelijk om te doen, dat de Heere met ons in die weg zou optrekken en door Hem in alles geholpen te worden’.

Thuis lezen

Hoewel Hendrik en zijn vrouw op ‘De Nieuwe Veen’ – een boerderijtje onder Lunteren – nauwelijks inkomsten hebben, zijn zij tevreden met hun bestaan. Vanwege de oppervlakkigheid in de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Lunteren, waarbij zij zich hebben aangesloten, lezen zij ’s zondags meestal thuis een preek. ‘De geest die er heerste was: wij zijn dé Kerk, terwijl het er o zo doods was. Als men daar eenmaal lid was, werd men gretig als bekeerde man of vrouw aangenomen, zonder ooit eens onderzoek in te stellen naar onze legering. En leefde men maar kerkelijk mee, dan was alles verder goed, al leefde men nog zo werelds’.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

Voor altijd aan de Heere verbonden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 2022

De Saambinder | 20 Pagina's