Leren op de school van Christus [25]
Deel II Zuigelingen
VII HUN ONDERWERPING AAN DE DOOP EN ANDERE INZETTINGEN
Hoe de zuigelingen zich houden aan de inzettingen
Welnu, deze zuigelingen houden zich aan de inzettingen in het verrichten van hun plicht, maar helaas, op een erg gebrekkige manier. God kijkt echter over die zwakheden heen en aanvaardt hun intentie voor de daad, en vaak is Hij nog beter voor hen.
a. Ze zijn veel met de plichten bezig, maar maken er weinig van. Ze zijn, als ik het zo mag zeggen, vervuld met plichten, maar niet erg plichtsgetrouw.
Hun vluchten en smeken tot God levert erg weinig op. God weet het: ze staan nog steeds op hetzelfde punt en maken weinig voortgang. Ze luisteren en bidden veel. Ze horen voorschrift op voorschrift en regel op regel, ze stapelen de ene plicht op de andere, maar ze prutsen er maar wat mee en achteraf heeft het hun niets opgeleverd. De discipelen, die Christus Jezus zo vaak hoorden preken, waren toch net als de Hebreeën traag in het horen. Telkens weer moesten ze vragen naar de betekenis van deze of gene overduidelijke en glasheldere gelijkenis waarmee Christus hen onderwees, maar andere uitspraken begrepen ze niet. Ze wisten zo weinig van bidden af dat ze een formuliergebed nodig hadden, een richtlijn die hun voorgehouden werd.
b. Ze zijn erg geneigd om de godsdienst te beperken tot bepaalde plichten.
Ze zeggen, net als Petrus: ‘Het is goed om hier te zijn’, zonder te weten wat ze zeggen. Ze zijn geneigd om te denken dat er geen andere plichten zijn (en dat ze dus weinig anders moeten doen) dan luisteren en bidden. Als ik me een toespeling op de farizeeën mag veroorloven (Matth. 23:23) -ze zijn precies en stipt in het onderhouden van regels, maar gebrekkig als het gaat om de achterliggende moraal. Ze verwaarlozen te zeer de meer gewichtige dingen, zoals het geloof en de liefde.
c. Ze zijn geneigd om meer in instellingen en plichten te leggen en er meer van te verwachten dan God erin gelegd heeft.
Ze gaan naar hun plichten zoals Rachel naar Jakob: ‘Geef mij kinderen of ik sterf’. Maar hun antwoord zou ook kunnen zijn, zoals Jakob Rachel antwoordde: ‘Ben ik in de plaats van God? Als God sluit, wie kan dan openen?’ Arme zuigelingen, als ze niet krijgen wat ze willen, dan worden ze knorrig en ontevreden: ‘Waar moet ik naar luisteren, waarvoor bidden en waarop wachten?’ Ze zochten vreugde, maar kregen die niet. Ze zochten een blijde klank, maar kregen die niet te horen. Ze gingen naar het feestmaal des Heeren als verzegelende instelling, maar kregen het zegel ervan niet afgedrukt.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020
De Saambinder | 20 Pagina's
![Leren op de school van Christus [25]](https://www.digibron.nl/images/generated/de-saambinder/reguliere-editie/2020/06/18/1-thumbnail.jpg)