Waar Zijt Gij?

Kunt u ertegen: tot verantwoording geroepen worden? Het zit diep in ons om in de weerstand te schieten als iemand ons aanspreekt op onze fouten. Onze fouten toegeven vinden we moeilijk als mensen. Zeker, als die fouten diep zitten. Als het niet alleen gaat over wat we doen, maar ook over wie we zijn: ons karakter en onze diepste neigingen. We verbergen ons liever dan dat we ons laten confronteren met wie we zijn en wat we gedaan hebben. Net als Adam en Eva.

Wat is het een genade dat de Heere daar niet in meegaat. Hij zoekt Adam en Eva op, ook al hebben ze zich voor Hem verstopt. Hij komt om hen te confronteren met wat zij gedaan hebben. En ook al probeert Adam weg te duiken voor Gods onderzoekende vragen door naar Eva te wijzen, de Heere laat hem niet met rust. Als we naar Adam kijken dan is het makkelijk om het hoofd te schudden over zoveel dwaasheid. Alsof de alwetende God Zich om de tuin zou laten leiden. Als Adam echt gedacht heeft dat hij ermee weg zou komen door te wijzen naar zijn vrouw, dan is hij niet heel slim. Maar kijk met diezelfde blik eens naar uzelf. Welke uitwegen zoekt u om uw zonden goed te praten? Wat hebben ook wij een uitvluchten: andere (kerk)mensen doen het ook; niemand is volmaakt; in vergelijking met andere zonden valt dit wel mee; ik heb geen keus; het komt door de omstandigheden; en vul het lijstje maar aan. Kijk eens eerlijk naar het excuus dat u aanvoert. Is het werkelijk een beter excuus dan waarmee Adam komt? Of bent u net zo dwaas als hij?

Als we eerlijk zijn weten we allemaal wel dat onze excuses voor onze zonden ten diepste niet opgaan. God heeft ons goed en naar Zijn beeld gemaakt. Wij konden Gods geboden houden. Wij hebben geen enkel excuus voor hoe we nu zijn en de zonden die we doen. Net als Adam verdienen wij de vloek van God. Wat is het een genade dat God ons opzoekt, ondanks dat wij net als Adam wegduiken. Wat is het een genade dat Hij ons de vloek laat horen. Want als de boodschap van de vloek binnenkomt, krijgt ook de rest van Gods spreken een diepe betekenis. Want God zoekt ons niet op om ons alleen de vloek aan te zeggen, maar náást de vloek klinkt ook Zijn heerlijke belofte. Híj zal vijandschap zetten. Híj zal verlossen.

We lezen in Genesis 3 geen reactie meer van Adam en Eva. Als God, na Zijn vloek, spreekt van Zijn verlossing, dan wordt het stil. Adam laat zijn verdedigingswapens zakken en wordt stil. Bent u al stil geworden van de genade van God? Leven met de Heere is steeds weer stil worden voor Hem. Dat is stoppen met het maken van excuses voor onze zonden. Buigen onder de vloek, die wij verdienen. En stil verwonderd zijn over Zijn genade, Die ons onverdiend opzoekt en ons belooft: Ik zál.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen