‘Er is nog wel een wereld (terug) te winnen’
Burgerschap in de lokale politiek
Hoe werkt burgerschap in de lokale gemeentelijke praktijk? Op welke manier kan de lokale politiek de verbinding met burgers opzoeken en stimuleren? En welke randvoorwaarden dienen er te zijn om burgerparticipatie succesvol te laten verlopen? Deze en andere vragen legden we voor aan Wouter van den Berg, namens de SGP wethouder in Houten.
Al sinds mijn jonge jaren ben ik politiek geïnteresseerd. Vroeger was ik al actief voor SGP-jongeren in Dordrecht en de landelijke SGP-jongeren. Toen ik in Houten ging wonen belandde ik in de Houtense gemeenteraad, een fractie met twee zetels. Na de laatste gemeenteraadsverkiezingen in 2022 kreeg SGP-Houten de kans om voor het eerst in haar geschiedenis deel te nemen aan coalitie en college, samen met de lokale partijen ITH en Natuurlijk Houten, en de VVD. Namens de SGP werd ik wethouder, een prachtige kans om nog meer bij te dragen aan de Houtense samenleving.
Als Houtense SGP krijgen we altijd al meer stemmen bij lokale verkiezingen dan bij provinciale, landelijke of Europese verkiezingen. Een lokale plus, zogezegd. Dat betekent dat we een bredere groep aanspreken dan alleen de traditionele achterban. Met name in de dorpen in ons buitengebied zijn we flink in beeld en krijgen we meer stemmen dan je normaliter zou verwachten.
Burgerschap In Het Buitengebied
Juist in die kleine kernen in ons buitengebied zie ik veel actief burgerschap. Burgers nemen op een constructieve manier de regie over de ontwikkeling van hun eigen omgeving. Een sterk voorbeeld daarvan is het dorpje ’t Goy. De inwoners hebben een dorpsraad opgericht, genaamd Mooi ’t Goy. Voor een toekomstagenda voor hun dorp kijken ze niet afwachtend naar de gemeente, maar zetten ze zelf iemand aan het werk die tot een gedragen agenda komt, over een breedte aan thema’s. Ook was er behoefte aan beperkte woningbouw, en is er inmiddels een woningbouwproject in voorbereiding van 50 woningen. Planvorming en draagvlak wordt met name in en vanuit het dorp zelf georganiseerd, met uiteraard kaders en bestuurlijke stappen vanuit de gemeente. Een schoolvoorbeeld van geslaagd actief burgerschap.
Actief burgerschap slaagt met name als de schaal waarop het plaatsvindt overzichtelijk is en er een stevige binding is met de eigen omgeving, groep mensen of de gezamenlijke doelstelling. Ergens moeten mensen de motivatie vandaan halen om een stap extra te doen en vrijwillig veel tijd in het algemeen belang te steken. In kleinere dorpsgemeenschappen of hechte buurten of wijken komt dit meer van de grond dan in nieuwere wijken is mijn indruk.
Actief Burgerschap En De SGP
Toch blijft het zo dat de gemiddelde burger zich vaak pas actief met iets gaat bemoeien als het hem of haar raakt, uitzonderingen uiteraard daargelaten. Ook onder SGP-ers herken ik dat wel, in een plaats als Houten in ieder geval, waar de SGP en het reformatorische smaldeel op het totaal van de samenleving relatief klein is. Daarbij speelt mijns inziens mee dat we bij de SGP bij uitstek het bestuur van de samenleving toevertrouwen aan hen die we daarvoor gekozen hebben en over ons gesteld zijn. We geven hen over het algemeen alle ruimte. We hebben bovendien ook een minder vitale partijdemocratie dan de gemiddelde andere politieke partij.
Daarnaast zijn we als SGP-ers ook gewend om allereerst om te zien naar de christelijke ander. In het bijzonder ver weg, maar ook wel dichtbij. Veel van onze maatschappelijk bestede extra tijd gaat naar werk in en om de kerk en school. En dat is ook bijzonder waardevol. Het vangnet dat veel kerken bieden voor de eigen gemeenschap is van onschatbare waarde, en zou je iedereen toewensen. Dat kan wel tot gevolg hebben dat de urgentie voor actieve betrokkenheid op de totale gemeenschap meer uit beeld is. En dat heeft ook wel een praktische kant, je kunt je spaarzame vrije tijd maar één keer inzetten.
Participatie
Het lidmaatschap van politieke partijen neemt af. Dat past in een trend waarin mensen zich steeds minder structureel en duurzaam binden aan iets collectiefs, waar ook nog bepaalde verplichtingen mee gemoeid zijn. Het is dus zoeken naar manieren om het maatschappelijke kapitaal toch te activeren. Mijn ervaring is dat mensen veel meer te porren zijn voor kortere projectachtige verbanden en activiteiten. Bijvoorbeeld: Vrijwilliger zijn bij een groot kinderfeest in het dorp, inzet voor een burgerberaad, een verkiezingscampagne. Als lokale overheid proberen we ook nieuwe manieren van inwonersparticipatie uit, bijvoorbeeld rond het plaatsen van laadpalen, meedenken over de energietransitie en de ideeënvorming over woningbouw. Daarbij is het belangrijk dat er vanuit de gemeente niet gewerkt wordt met al in beton gegoten plannen. Er is lef nodig om met een ‘wit vel’ en duidelijke kaders te beginnen aan discussies. Het duurt soms langer, maar ik ben ervan overtuigd dat het tot meer gedragen besluiten kan leiden, zolang de randvoorwaarden maar duidelijk zijn. Extra veel participatie zonder duidelijk kader kan ook juist leiden tot extra veel ongenoegen.
Bij veel participatieprocessen zijn er wel enkele mondige burgers die onevenredig veel invloed op processen kunnen hebben. Dat hoeft niet erg te zijn, als duidelijk is dat zij de grootste gemene deler vertegenwoordigen, maar dat is niet per sé zo. Het is juist goed, zeker vanuit het gedachtegoed van de SGP, om ook de ongeziene en niet mondige inwoner voor ogen houden en een plek te geven. Dat betekent dus extra moeite doen om juist hen ook te horen en op te zoeken.
Het Referendum
Een klassieker rond burgerparticipatie is het referendum. Ik heb mij altijd al thuis gevoeld bij de SGP-lijn dat het primaat ligt bij de democratisch gekozen volksvertegenwoordiging, en referenda daar dus niet bij passen. Relevant is natuurlijk wel of het gaat om een bindend of raadgevend referendum. Als een referendum ingezet wordt als een soort volkspeiling vind ik dat als zodanig niet zo problematisch, de kloof tussen bevolking en haar vertegenwoordiger is immers te groot geworden. In Houten hebben we als SGP-fractie voor het houden van een referendum gestemd over de – in onze ogen te stadse – toekomst voor de woningbouw. Als het instrument er eenmaal is, verankerd in een lokale referendumverordening, heb je ook rekening te houden met de in regels vastgelegde mogelijkheden waar inwoners een beroep op kunnen doen. Maar onderaan de streep blijft het systeem van de representatieve democratie - als het aan mij ligt - fier overeind, met politiek die dicht bij haar inwoners staat, en waar referenda dus feitelijk ook niet nodig zijn. Maar daar is nog wel een wereld -terug- te winnen.
Van Raadslid Naar Wethouder
Van raadslid werd ik wethouder. Veel bleef hetzelfde, zoals bepaalde politieke lokale dossiers, maar veel veranderde ook, met name de bestuurlijke rol. Als raadslid kun je onverkort voor bepaalde belangen opkomen, als bestuurder ben je voortdurend alle belangen aan het wegen. Maar ieder heeft z’n eigen rol, en daarmee een belangrijke positie in het proces van de lokale democratie. Je moet vooral niet op elkaars stoel gaan zitten. En eerlijk is eerlijk, er zal altijd nog een beetje volksvertegenwoordiger in me blijven zitten, maar dat zie ik dan maar als relevante ervaring om goed te besturen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2024
Zicht | 84 Pagina's
