‘Een beweging die wil complotdenken zoekt zelf nieuwe manieren’
In gesprek met dr. Cees Zweistra, docent rechtstheorie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
In zijn boek Verkeerd Verbonden boog dr. Zweistra zich over de vraag waarom sociale media ons niet werkelijk in verbinding brengen met anderen, maar juist eenzamer maken. Dit keer bespreken wij zijn andere boek, Waarheidszoekers, waarin het hedendaagse complotdenken wordt geanalyseerd als ‘een zelfgerichte en via technologie vormgegeven verhouding tot een absurd gemaakt bestaan’.
We ontmoeten elkaar in de stationsbistrot op Utrecht Centraal. We komen snel ter zake, want Zweistra is op weg naar Athos, een kloostereiland vlak onder Thessaloniki.
Een Grieks kloostereiland: geen alledaagse bestemming!
‘Dat klopt. Met twee vrienden heb ik de gewoonte ieder jaar een periode in een klooster door te brengen. Dat we nu welkom zijn op Athos is niet vanzelfsprekend. Zo zijn alleen mannen er welkom. De mythe luidt dat er zelfs alleen mannelijke dieren welkom zijn. We zullen ontdekken of dat klopt. De kloosters op het eiland zijn oosters-orthodox: Grieks, maar ook Russisch. Ik ben benieuwd wat we er zullen horen over de oorlog in Oekraïne.’
Dr. Zweistra grijpt naar zijn reistas, haalt er twee beduimelde boekjes uit. ‘Kijk, dit ga ik lezen. ‘Christus wordt weer gekruisigd’ gaat over een jaarlijkse nabootsing van het lijdens evangelie in een gesloten dorpsgemeenschap, en over de onderlinge spanningen die dat veroorzaakt. Daarnaast lees ik ‘Stand by me’ van Wendell Barry, over het gewone leven van boeren in de Verenigde Staten. De sfeer van eenvoud, van het harde maar praktische leven, zal veel reformatorische christenen aanspreken.’
De leestips staan genoteerd. Laten we wat betreft uw eigen boek ‘Waarheidszoekers’ beginnen bij het begin. Wat was voor u de concrete aanleiding zich hierin te verdiepen?
‘Wat mij direct “getriggerd” heeft, is dat ik een goede vriend had die complotdenker is. Ik zeg “had”, want onze vriendschap is door de oorlog in Oekraïne helaas verloren gegaan. Over corona konden we nog in debat, maar rond de Oekraïne-oorlog trek ik een grens, omdat hier wel heel evident is wat goed en kwaad is.
Hoe dan ook, deze vriend kwam in de Trump-jaren, vanaf ongeveer 2016, terecht in het complotdenken. Ik nam bij hem een radicaliseringsslag waar, hij werd gaandeweg steeds minder bereikbaar.
Inhoudelijk frappeerde mij het volgende. Enerzijds was deze vriend een enorme Trump-fan; anderzijds was hij zeer serieus met duurzaamheid bezig. En van Trump is juist bekend dat hij zeer anti-duurzaamheid is en klimaatverandering een ‘hoax’ noemt. Het heeft mij enorm geïntrigeerd hoe je dit in je hoofd bij elkaar kunt brengen. Het volledige gebrek aan coherentie in ‘complotbreinen’ begreep ik niet. Als je je ergens mee engageert, dan verwacht ik logica. Dat je een persoon uit één stuk bent. Dat dit vaak niet het geval is, is dat mijns inziens zeer curieus. Voor mij in elk geval een goede reden om hier stevig de tanden in te zetten.
Ik zie deze incoherentie nog steeds. Ik begrijp niet dat je christen kunt zijn en tegelijk een daad van zuivere agressie, zoals we nu zien van Rusland, daarmee kunt verenigen. Daar blokkeer ik. Je hoopt een bepaalde logica te vinden in wat mensen doen. Eén van de belangrijkste wetten der logica en wijsbegeerte is die van de non-contradictie. Iets kan niet tegelijk zwart en wit, waar en onwaar zijn.’
Wat was de reactie van uw vriend op die door u gesignaleerde tegenstrijdigheid?
‘Een blote ontkenning. Zo van: Trump is niet anti-klimaat, dat beeld wordt slechts door de media gecreëerd. Onder zijn reactie school een gebrek aan vertrouwen in welk instituut dan ook. Zelfs aan een direct citaat zal men twijfelen, wanneer het door de NOS of een ander ‘mainstream’ medium gebracht wordt. Uiteindelijk is voor de complotdenker niets meer heilig, zijn wantrouwen heeft hem in een soort moeras gebracht waarin alles even waar en onwaar is.’
Kunt u iets zeggen over de ontdekkingstocht die leidde tot de inzichten in uw boek?
‘Ik ben begonnen met het bezoeken van bijeenkomsten van complotdenkers. Ook online. Denk aan platforms als Weltschmerz, Oorlog reeds verloren, en complotdenkers als Robert Jensen. Dat eerste is nog een grijs gebied, die laatste is totaal absurd. Ik ben erheen gegaan omdat ik mij afvroeg, wie zijn deze mensen? Wat drijft hen? De verslagen van deze bijeenkomsten vormen een illustratie in mijn boek, om de lezers een beeld te geven van de mensen en hun narratief.
Vervolgens heb ik onderzocht hoe dit fenomeen traditioneel geduid wordt, en daar heb ik vraagtekens bij gezet. Traditioneel wordt gezegd: complotdenkers zijn irrationeel en komen met cursus kritisch denken weer in het gareel. Dat is niet overtuigend, omdat je er dan vanuit gaat dat al het rationele denken gericht is op het goede. Dit klassieke idee vind je ook bij Hanna Arendt. Rondom het Eichmann-proces zegt zij: die Eichmann is geen bloeddorstig of kwaadaardig persoon; hij slaagde er gewoon niet in om na te den-ken. Met andere woorden: “het kwaad denkt niet”.
Ik ben daar niet van overtuigd. Het kwaad kan wel degelijk denken. Mensen gebruiken technologische middelen bewust en gewild om de werkelijkheid te verdraaien en te ondermijnen, om daar een bepaald eigenbelang uit te halen. Soms is dat eigenbelang het bezig zijn met complotten. Mensen willen dat. Het geeft ze controle. Over een bepaald narratief; een visie op de werkelijkheid. Bijvoorbeeld omdat ze een complexe werkelijkheid niet willen aangaan. Of mensen tegen willen zijn, zonder reden.
In zijn duiding van het nationaalsocialisme zegt Menno ter Braak dat het nazisme wel een oorsprong heeft in een reëel ongenoegen zoals bijvoorbeeld werkeloosheid, maar dat het al snel omslaat in rancune om de rancune. Het is haat om de haat en de relatie met een daadwerkelijk ongenoegen raakt verder en verder uit beeld. Daar ontleenden en ontlenen mensen zelfs hun identiteit aan.’
Hoe maakt u die vertaalslag van inhoud en narratief naar het fundamentelere niveau van identiteit en existentie?
‘Corona was bijvoorbeeld voor velen een aanleiding tot complotdenken. Maar het gáát om iets anders. Vele corona-complotdenkers zeggen: wij hebben bereikt dat corona naar achtergrond gaat. Een groot deel van hen is nu bezig met Oekraïne-complotten. Willem Engel gaf hier eigenlijk letterlijk woorden aan toen hij zei: “Het was ons ook nooit alleen om corona te doen.”
Het is uiteindelijk geen verzetsbeweging, hoewel het zich wel zo verpakt. Toen de coronamaatregelen werden opgeheven verklaarde Raïsa Blommestijn op Twitter dat de strijd was gestreden en dat het verzet kennelijk had gewerkt. Gemakshalve werd vergeten dat het virus inmiddels aan kracht had ingeboet en dat er een nieuwe realiteit was waartoe het beleid zich verhield. In de kern laat het voor mij zien dat er onder complotdenkers een fundamentele onwil is zich te verhouden tot een complexe realiteit die ook iets vraagt van de complotdenker. Bijvoorbeeld: de noodzaak verantwoordelijkheid te nemen voor die werkelijkheid. Waar is het complotdenkers uiteindelijk om te doen? Ik denk om de complotdenker zelf en niet om de zorg voor een reëel probleem in de wereld.’
U wijst op de enorme invloed van het technologische ‘milieu’ waarin de hedendaagse complotdenker opereert. Hoe verhoudt binnen die context ‘zelfbeschikking’ zich tot ‘willoosheid’? In hoeverre is de mens een marionet?
‘Het technologische milieu waarin we zitten, met de machtige sociale mediaplatforms als Facebook en Twitter, doet een zwaarder beroep op onze persoonlijke integriteit. Datzelfde milieu doet namelijk een enorm appel op jou als gebruiker om met jezelf bezig te zijn. Maar je ziet óók dat mensen datzelfde milieu inzetten om iets goeds te doen. De één gebruikt twitter om misstanden onthullen, denk aan het onderzoekscollectief Bellingcat dat gebruikmaakt van open online data. Anderen gebruiken sociale media juist om te verstoren en ondermijnen, om destructief te zijn.
Als je dat naast elkaar zet, móet een bepaalde intentie en integriteit van de gebruiker de doorslag geven. Je kunt zeggen dat algoritmes en ‘big tech’ het probleem zijn. Inmiddels is het besef over de enorme macht en de noodzaak tot regulering van deze bedrijven bij iedereen wel ingedaald. Maar tegelijk: welke invloed er ook op een mens wordt uitgeoefend, hij of zij heeft uiteindelijk toch een keuze. We zijn geen slaaf van de omstandigheden. Je moet dan wel tegen de stroom in roeien. Je moet je best doen. De omgeving maakt het je niet gemakkelijk. We moeten dus komen tot een nieuwe notie van integriteit in een online omgeving. Dat is het debat van de toekomst.’
Is dit een psychologisch, sociologisch of voornamelijk theologisch vraagstuk?
‘Dit is een ethische vraag: wat betekent het om een ‘deugdzaam mens’ te zijn in een online omgeving? De uitdaging is dat je je begeeft in een omgeving die ontworpen is om jou zelf controle te geven over wat je wel of niet ziet en leest; over wat je aan ‘waarheid’ bij elkaar sprokkelt. Dat is een spannende verantwoordelijkheid.
Neem bijvoorbeeld het kanaal De Nieuwe Wereld van onder meer Ad Verbrugge. Dit is van origine een fatsoenlijk-conservatieve stem. De populariteit van dit kanaal is tijdens de coronapandemie enorm gestegen. Vervolgens lijkt het of die aandacht sommige presentatoren een beetje naar het hoofd gestegen is. Toen de storm Dudley over het land trok, vroeg één van hen zich ineens publiekelijk af: is dit werkelijk een storm, of een storm in ons hoofd? Dan raak je losgezongen van de werkelijkheid van, in dit geval, een concreet weerfenomeen. Zo’n uitspraak veroorzaakt veel likes en retweets, maar dan ga je wat mij betreft wel integriteitsgrenzen over. De persoonlijke integriteit moet de doorslag geven. Maar die balans is precair.’
In uw boek zegt u: “de waarheid wordt gemaakt. Zij verbrokkelt - valt in atomen uiteen.” Maar voor complotdenkers bestaat er toch wel zoiets als een waarheid - juist binnen die eigen ‘bubbel’? Is het complotdenken niet een nieuwe uiting van postmodernisme?
‘Het is maar de vraag of complotdenkers zich echt engageren met een bepaald narratief. Het is compleet vloeibaar. Als NOS iets zegt, zegt de complotdenker het tegenovergestelde. Het is totaal reactionair. Klassieke complotten doen nog een poging tot een alternatieve reconstructie van ‘de waarheid’. Hedendaags complotdenken is totaal pragmatisch. Je trekt de jas aan die vandaag past, en waar je vandaag de juiste likes mee krijgt. Je kiest het narratief waar je een online achterban mee krijgt. Zoals ik al zei: daarin gaat het uiteindelijk vooral om de complotdenker zelf.
In zekere zin is dit een exponent van het postmodernisme. Big tech worden ook wel ‘post modern technologies’ genoemd. Ze stellen ons namelijk in staat stellen voorbij een dominant verhaal narratief zelf iets bij elkaar te verzamelen. Daarin gaan we van wetenschappelijke en wetmatige naar associatieve kennisvergaring. Het postmodernisme draaide om de emancipatie van het individu. Het hele gender-denken komt voort uit dezelfde kraamkamer.’
Ergens anders schrijft u: “Wie anders dan wijzelf kunnen sinds de dood van God betekenis scheppen”. Heeft complotdenken daadwerkelijk minder kans in sterk(er) religieuze samenlevingen? En hoe verhoudt deze stelling zich tot situatie in de Verenigde Staten, waar Trumps ‘alternative facts’ nogal wat evangelicale aanhangers hadden?
‘Ik sprak onlangs ds. Van Vlastuin over de vraag waarom in bepaalde evangelicale maar ook reformatorische kringen het complotdenken populair is. Zijn antwoord luidde: vanwege een ingebakken wantrouwen richting overheden. Dat is inderdaad een – wat mij betreft gunstige – verklaring, maar er speelt meer. In zowel bevindelijke als evangelicale kringen, die qua geloofsbeleving dicht bij elkaar kunnen liggen, is de individuele mens de maatstaf. Hij of zij moet heel persoonlijk zaken ervaren en meegemaakt hebben. De persoonlijke geloofsbeleving is leidend. In zo’n omgeving wordt het collectieve en institutionele ook sneller afgewezen.
Er bestaan dus sterk individualistische en anti-institutionele religieuze stromingen, maar dat is niet noodzakelijk zo. De bekende Amerikaanse predikante, Trump-adept en miljonair Paula White noemt zichzelf christelijk. Maar veel institutionele christelijke stromingen in Amerika zien haar als ketter. Zij zeggen: dit is geen christendom meer. Ook bij Trump zelf zie je duidelijke trekken van het welvaartsevangelie. Noem je dat onversneden ‘christelijk’, dan rek je de definitie op.
Onder het anti-institutionele van bepaalde gelovigen schuilt wellicht een zekere onttovering. De instituties – de werkelijkheid – is door en door slecht, dus moet ik het zelf maar opknappen. Tegelijk bespeur ik in de reformatorische variant een authentieke drijfveer: een verlangen naar een bepaalde puurheid.’
U koppelt complotdenken aan weeffouten in de samenleving, waardoor groepen mensen zijn opgezadeld met verlies aan zingeving en sociale vervreemding. Die weeffouten kunnen opmaat zijn naar totalitaire systemen. Hoe werkt dat proces?
‘Hanna Arendt zei: totalitaire bewegingen krijgen een kans in samenlevingen waar mensen op zichzelf zijn teruggeworpen. Waar zij als het ware geatomiseerd zijn. Waar mensen nergens bij horen, en waar solide sociale verbanden ontbreken. In zo’n context kan een totalitaire ideologie neerdalen als een paraplu. Het is dan iets wat ‘eroverheen hangt’. Het totalitaire vormt dus geen samenhang biedend geheel, maar een structuur die het individu de kans geeft om zichzelf te blijven. Zo ontstaat een massabeweging van losse individuen die niet werkelijk aan elkaar verbonden worden.’
Complotdenken heeft impact op democratie en samenleving. Het is volgens u niet zinvol complotten op inhoud te weerleggen (‘debunken’). Het draait namelijk om iets anders, zoals een leidersfiguur of ordinaire commerciële belangen. Wat kunnen we wel doen?
‘Dat is een heel ingewikkelde kwestie. Een beweging die wil complotdenken zoekt zelf nieuwe manieren van betekenisgeving in de samenleving. Wat kun je daartegen doen?
Als het complotdenken een reactie was op concrete misstanden, dan kon je die misstanden weghalen. Daarom zijn de toeslagenaffaire en ‘mondkapjesdeal’ ook zo schadelijk: ze spelen de complotdenkers serieus in de kaart. Daarom vind ik persoonlijk dat iemand als minister Hugo de Jonge zou moeten opstappen. Het vertrouwen in instituties is zo laag dat je hoopt dat iemand als een soort grootse daad zegt: ik reken mezelf dit aan en neem hier verantwoordelijkheid voor. De democratie heeft behoefte aan daden van goedheid. Mensen die zichzelf opofferen in het belang van het voortbestaan van het instituut.’
Dat brengt bij een belangrijke voedingsbodem voor complotdenken: menselijke fouten, zoals miscommunicaties tijdens 9/11. Deze zijn voor velen een onbevredigende uitleg van de absurditeit van de werkelijkheid. Hoe bepalen we of er daadwerkelijk meer aan de hand is? Hoe kan iemand bijvoorbeeld weten of de ‘Great Reset’ totale onzin is, of toch een kern van waarheid bevat?
‘In het geval van de ‘Great Reset’ zie je volgens mij op de achtergrond een (niet echt verborgen) agenda van de EU in de richting van meer digitalisering. Ik begrijp goed dat er in de samenleving zorgen leven op dit punt en de afwezigheid van een fundamenteel politiek debat over de digitale agenda geeft wellicht voeding aan het complotdenken op dit punt. Belangrijk is hier denk ik dat burgers kunnen varen op de persoonlijke integriteit van degenen – politici – die het onderwerp agenderen. De manier waarop FVD het debat over digitalisering voert en kaapt, laat dat ook duidelijk zien. Door hen denken nu grote groepen in de samenleving dat er een geheim complot is genaamd ‘the great reset’. Daardoor raakt een fundamenteel debat over waarden uit het zicht: wat voor soort wereld willen we met elkaar, hoe vormt technologie die wereld en wat betekent dat voor onze verhouding tot technologie? Dat zijn politieke vragen die nu gereduceerd zijn tot een cartoonesk gevecht tussen Schwab en Baudet… Ik denk dat het publiek in complexe dossiers uiteindelijk moet kunnen vertrouwen op de integriteit van politieke leiders, deskundigen en eventueel ook opiniemakers.’
In uw boek vergelijkt u Baudet met Caligula. Maakt zo’n negatieve duiding de boosheid niet onnodig groter, zonder recht te doen aan een legitiem onderliggend verlangen?
‘Ik denk dat er een soort nieuwe kunst nodig is die politici helpt te onderscheiden tussen een legitiem verlangen naar herstel van een gebroken wereld, en de wil om juist in die gebroken wereld ook voor jezelf de volle ruimte te pakken. De complotdenker van tegenwoordig zit in dat laatste verlangen. Hij heeft de ruimte ontdekt die ontstaan is in een liberale, verbrokkelde wereld en pakt daarin zijn ruimte: alles is geoorloofd, alles kan worden gezegd en niets is meer heilig. Ik denk dat we als samenleving die tendens moet herkennen en ontmaskeren als destructief voor de maatschappij. De welwillende die met het complotdenken bezig is bij gebrek aan beter, die moeten we zien staan en weer opnemen in de politiek.
Misschien is de beweging van Baudet ooit wel begonnen vanuit dat verlangen naar gemeenschap en zingeving. Maar vervolgens diende de kans zich aan om via het complot-denken ook waardevolle structuren op de korrel te nemen. Wat begon als een verzetsbeweging is ontaard. Zijn niet juist de in deze kringen zo populaire bitcoins een uitwas van liberalisme?
Mijns inziens helpt het wel om te zeggen waar het op staat. Om complotdenken aan de kaak te stellen en te ontmaskeren. Er is een groep die hier tegen wil en dank in verzeild raakt. Die eigenlijk wel anders wil, maar geen andere mogelijkheden ziet. Weer een andere groep zal er juist alles voor over hebben om het complotdenken te blijven bevorderen, wat er ook gebeurt. Het is belangrijk om dit fenomeen om aan de kaak te blijven stellen.”
Toch lijkt een politicus als Baudet te zoeken naar een ‘huis’ dat ons vastmaakt aan een plek op aarde, naar beslotenheid en eigenheid. Is dat niet een begrijpelijke reactie op het liberalisme dat letterlijk staat voor het grenzeloze; voor absolute vrijheid en mateloosheid?
‘We moeten Baudet toch op zijn kop geven. Want ooit legde hij de vinger inderdaad op pijnlijke plekken in de samenleving, maar hij is kind van zijn tijd geworden. Hij heeft zich letterlijk ontwikkeld van Burke naar Bitcoins. Ik zie een zekere verwording. We mogen hem kwalijk nemen dat hij doet voorkomen alsof hij dat niet is, en als ‘moreel zuiver’ de strijd aangaat met liberalisme.
Het liberale verhaal is failliet. Maar mijn ergernis – je zag dit ook bij president Trump – is dat de leiders van de tegenbeweging verworden tot kinderen van hun tijd. Trump was in feite een pornobaas met botox en gouden paleizen. Maar hij durft wel te claimen dat hij degene is die zich inzet vóór de waarheid en tégen het liberalisme.
Ik voeg daaraan toe: misschien krijgt de ontheemde groep wel de leiders die zij verdienen. Het lukt kennelijk niet om de belangrijke en wezenlijke kritiek op een liberale samenleving te laten vertolken door een fatsoenlijke stem. Men toont zich zo volmaakt pragmatisch, dat alle onethische en immorele gedragingen kennelijk voor lief genomen worden. Daarin bespeur ik in wezen opnieuw die incoherentie waar ik eerder al op wees.’
Wat kan de SGP doen om het gevoel van ‘thuis-zijn’ (een gezond gemeenschapsbesef) te versterken?
‘De SGP kan een waardevolle rol spelen. De SGP kan de vraag stellen: de liberale wereld hebben we geprobeerd en is niet gelukt dus hoe nu verder? Het motto van dit kabinet luidt: ‘omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Maar het cynische is dat dat juist VVD en D66 in grote mate verantwoordelijk zijn voor het uiteenvallen van sociale structuren, en daarmee voor een wereld waarin complotdenken voor velen een optie is geworden. Laat de SGP zich blijven inzetten voor ieder mens, als onderdeel van een veel groter sociaal verband. Laat de SGP zorgen dat die medemens gezien en gehoord wordt.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2022
Zicht | 128 Pagina's
