"Landschap is kostbaar, kijk uit voor massaal opkopen"
Interview met boer en filosoof Jan Huijgen
Land, grond, landschap zijn kostbaar. Je kunt het maar één keer verbouwen en je bent het kwijt, zegt boer en filosoof Jan Huijgen. “Let vooral op de grote jongens die grond opkopen en die ervoor zorgen dat de relatie tussen boer en burger helemaal verbroken wordt.”
Huijgen (63) beheert samen met zijn vrouw Maaike de Eemlandhoeve, een boerderij aan de rand van Bunschoten. Daar wordt het contact gestimuleerd tussen burgers en boeren en alles ingezet op de regionale voedselvoorziening. De Eemlandhoeve heeft een drie hectare groot erf waar wilde planten de ruimte krijgen en kippen los lopen. En rond 25 ha wordt gebruikt voor de Blonde d’Aquitaine zoogkoeien. Je kunt er naar hartelust wandelen. Er is een moestuin met een kas, een boerderijwinkel en een terras. En ‘pipowagens’ doen dienst als boerencamping. Die wordt van de zomer uitgebreid omdat mensen niet meer naar het buitenland gaan. Eemlandhoeve is een multifunctionele hoeve met aandacht voor schepping, mensen en het goede eten.
Boerencultuur
Overal liggen boeken in de werkkamer van Huijgen. In de kasten, horizontaal en verticaal, schots en scheefs, op de grond, allemaal ge- duchte stapels. Hij leest breed. Filosofie, theologie, cultuur, literatuur, kunst, politiek, landbouw, alles buitelt over elkaar heen. We hebben hier niet te maken met een specialist, maar met een generalist. Huijgen studeerde landbouw in Wageningen en filosofie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en volgde nog een jaar in Toronto colleges in de filosofie en theologie.
Jans vrouw Maaike is de ecologisch beheerder van de Eemlandhoeve. Er zijn meer dan 300 plantensoorten rondom de boerderij en 50 vogelsoorten en alles daartussen. “Er was hier niks, de schepping komt hier terug, we geven haar de ruimte”, zegt Huijgen. “Er is plaats voor diversiteit. We hebben een biologisch bedrijf met vleeskoeien, een moestuin, vruchtbomen, eigenlijk meer het model van mijn opa, het klassieke gemengde bedrijf.”
Huijgen heeft in dit bedrijf een sterke sociale functie. “Er is een zorghuis met dementerende bejaarden, er lopen kinderen met ADHD en opvoedingsproblemen, die worden hier gecoacht. Hier mogen ze tussen de kippen lopen. Er zijn mensen met burn-out die weer bij proberen te komen. Maar we kennen ook de profitkant, de winkel, zalen voor vergaderingen en bruiloften. In plaats van heisessies hebben wij hier de weisessies. Daardoor creëer je de binding tussen boer en burger.”
Drie soorten
Huijgen ziet de boeren in drie categorieën vallen. “Eén op de drie boeren is groot en ingevoegd in de ketens van de bank, de veevoerleveranciers, de techniek, de zuivel of vleesverwerkers, noem maar op. Ze zijn geketend en kunnen geen kant op. Het enige perspectief daar is: onderhandelingen binnen de ketens en kijken of je de marge kunt verbeteren.”
Een ander derde deel stopt binnen vijf tot tien jaar. Huijgen: “Hun bedrijf is niet door te geven naar de volgende generatie. Want hoe moet je het overdragen aan je kinderen, als het rendement op het boerenvermogen negatief is? Ik heb tegen mijn kinderen gezegd: ik gun jullie de last van het bezit niet meer. Daarom zijn andere en meer creatieve oplossingen nodig. Voor deze tweede categorie geldt: let op de gronden – waar gaan die naar toe?”
De focus van Huijgen zit op een derde categorie boeren, die inzetten op de regionale voedselstrategie. “Mijn ideaal is dertig procent van de boerenstand weer met de dertig procent met de burgerstand te verbinden. De boer is uitgemolken, die kan dat niet meer alleen doen. Dus daarom moeten boer en burger weer aan elkaar verbonden worden. Mijn missie van de Eemlandhoeve is altijd geweest: verbinding van boer en burger, stad en platteland en Creator en creatie met het oog op duurzaam leven. Actueler dan ooit!”
Ómdenken
De grote fout is volgens Huijgen dat Nederland van boeren ondernemers heeft gemaakt, die hun bedrijf eenzijdig volgens economische berekening moesten runnen. “Ze moesten zo en zo veel investeren en dan zou er een bepaald rendement uitkomen. Het heeft geleid tot een sterke commercialisering van de landbouw. In het diepst van zijn hart is de boer echter een verzorger van zijn land, de dieren en zijn mooie producten. Daar ligt zijn hart. Dat is wat anders dan datgene wat je ingepompt kreeg tijdens de opleiding: je wordt pas boer als je groter en de grootste bent.”
De prangende vraag voor Huijgen is: durven we in de boerensector weer “om” te denken en een nieuw sociaal contract met de maatschappij aan te gaan? “Iedereen verdient aan de landbouw, behalve de boer. Iedereen verdient aan de boer, behalve de boer zelf. Mijn doel is om de boeren weer eerlijke prijzen te geven, gebaseerd op eerlijke handel. En daarmee kan de boer de zorg voor de natuur, de weidevogels, de biodiversiteit, het landschap weer oppakken. Fair true price en smart green deals – om het in de huidige beleidstaal te zeggen.”
Dat sluit groot niet uit, aldus Huijgen. “Grappig, naast mij zit de grootste boer, en ik ben de breedste boer. Maar schilder elkaar wederzijds niet af als megaboer of geitenwollen sokkenboer. Voor innovatie heb je mentale openheid, moreel respect en zelfs een wat ik noem ‘liturgische ruimte’ nodig. Dan komen creativiteit en motivatie los.” Huijgen is nu met de Mansholt-campus bezig. Mansholt was na de oorlog de ontwikkelaar van de moderne landbouw – “nooit meer honger” was zijn devies. Maar met die modernisering en commercialisering kwamen er ook de problemen waar we nu tegen aanlopen. Mansholt ‘bekeerde’ zich: het moest anders.
Huijgen: “Ik ontving als enige Nederlander de Europese Mansholtprijs voor de vernieuwing en verbreding van de landbouw. Daarom is de volgende fase voor de Eemlandhoeve de Mansholtcampus: kunnen we weer een Regionaal Voedsel Systeem (RVS) ontwikkelen dat tot een nieuwe routekaart uitgewerkt kan worden voor de komende tien tot twintig jaar? We willen de regio’s weer van twintig tot dertig procent voedsel uit het eigen leefgebied geven. Maar hoe ziet dat ontwerp eruit? Een campus is een leeromgeving voor dit nieuwe regionale voedselmodel. Boeren loeren, wordt wel eens gezegd: kom kijken en zie vooral: het kan anders.”
Hoe kwam het tot een kloof tussen boer en burger? “Het is soort resultante geweest van het modernisme. Dat werkt door op allerlei vlak, zoals de verkokering van de samenleving. Dat geldt ook voor de relatie tussen burger en boer. De voedselmarkt is geliberaliseerd. Er zijn een aantal grote spelers gekomen, zoals de supermarkten, die enorme machtsblokken zijn geworden. Als boeren de prijzen van hun product niet langer accepteren, gaan ze naar het buitenland, want er is een open markt, ook wereldwijd. De burger weet echter niet meer wat hij eet. De verbinding is weg, dus daarom is herstel van vertrouwen nodig.”
Huijgen heeft voor de boer en burger de VOLG aanpak bedacht: voedsel, omgeving, landbouw en gezondheid hangen nauw met elkaar samen. “We hebben weer “volg-ers” nodig. Dat zijn basiselementen voor een nieuwe sociaal VOLG-contract, waarover Pieter Omtzigt een inspirerend boek schreef. De burger wordt weer directer betrokken via de drieslag: ik doe mee, ik bestel en ik participeer.”
Vanuit de christelijke sociale traditie is dit bekend als een beweging van onderop, vanuit regio’s en vanuit gedeelde waarden. Huijgen: “Dat moeten we in deze tijd opnieuw vormgeven. Laten we weer werken aan dat nieuwe verbond tussen de burger en de boer in de regio, rondom de tafel met het gewaardeerde voedsel van de boer. Haal eens twee procent van het zorgbudget van het minister van VWS en twee procent van het opkoopbudget voor natuur en stop dat in een Nationaal Programma Regionale Voedsel Strategie gedurende de komende kabinetsperiode. Dan sla je een deuk in een pakje boter. Ik heb dat ooit gedaan met de Taskforce Multifunctionele Landbouw, nu met een NP RVS. Ik hoop dat vanuit SGP/CU/CDA gezamenlijk deze zorg voor landbouw en landschap vertaald kan worden in een politieke aanpak.”
We hebben de laatste tijd te maken gehad met felle acties van boze boeren. Was hun protest terecht?
“Ik voel iets van de verontwaardiging en de boosheid. Er is onbegrip van de burgers voor de boerensamenleving. Ik kan begrijpen dat men dan de tractor neemt en naar het Malieveld gaat. Maar dat is de ene kant. De andere kant is mijn appèl naar de boeren: durf breder te kijken dan alleen maar het klassieke recept:
groter, efficiënter en technologischer. Dan heb je een versmald besef van werkelijkheid en zit je in je eigen boerenbubbel, waardoor je vroeg of laat met de kop tegen de muur loopt. Met boos worden zul je het niet redden, maar durf mee te bewegen in die openheid. Geld is er genoeg maar hebben wij het lef om een nieuw coöperatief te bedenken, zoals de oude boerenleenbank, maar nu als burgerboerenleenbank om zo weer boer en burger aan elkaar koppelen? De boeren alleen gaan het niet redden, maar burgers moeten samen met de boeren verantwoordelijkheid nemen voor het voedsel landschap in hun gebied. Op de Mansholtcampus zijn we dat aan het beoefenen.”
Het landschap gaat op de schop, zo verwijst dit themanummer naar recente ontwikkelingen.
“Ik vind het getuigen van een maakbaarheidsidee alsof wij ons landschap máken, in plaats van respect te tonen voor historisch gegroeide landschappen en de bewoners daarin. We moeten ons bewust worden van de kwetsbare en kostbare waarde van het landschap. Je kunt land, grond, landschap maar één keer verbouwen en je bent het kwijt. Stad en ommeland, voedsel en natuur, moeten weer in relatie met elkaar gebracht worden en dat vraagt wijsheid en regie op landelijk niveau. We hebben in Nederland een vruchtbare delta. Daardoor kunnen we hier zo mooi en goed voedsel produceren. En dat kun je zo maar in één generatie vernielen. Het vraagt wijsheid van meerdere generaties om hier verstandig mee om te gaan.
Het pleidooi van oud-minister van landbouw Cees Veerman voor een landschapscommissaris die ruimte, landbouw en natuur bij elkaar voegt, brengt deze wijsheid weer in stelling in het actuele debat.”
Wat is uw visie is op het Landbouwakkoord en de motie van Roelof Bisschop: verzoek om lange termijnperspectief op economisch en ecologisch verantwoorde landbouw in Nederland?
“Ik ben blij met deze motie van Roelof Bisschop die nu bij de SER ligt voor de uitwerking voor het langere termijnperspectief. Ik denk dat we meerdere perspectieven naast elkaar moeten zetten – ik heb boven al drie ontwikkelroutes voor boeren genoemd – en dat voor elke routekaart met ook met daadwerkelijke implementatie trajecten moet komen. Niet alleen praten en weer een verkenning, maar ook daadwerkelijke vormgeving met bijbehorend budget voor uit- voering en krachtige aansturing hiervan. Ik denk ook dat koppelingen met het Europese beleid en het regionale beleid essentieel zijn:
Flevopolders en het Noorden/Oosten zijn weer anders dan dichtbevolkte westelijke gebieden. En: Europa is soms verder qua regionale aanpak dat wij in Nederland nu hebben.”
Kern van het recente rapport Grote opgave in een beperkte ruimte is dat boeren de komende jaren tienduizenden hectares grond moeten inleveren om plaats te maken voor nieuwe natuur, woningbouw en het opwekken van duurzame energie. Wat vindt u daarvan?
“Ik vind het te kort door de bocht en getuigen van een maakbaarheidsideologie die weinig respect toont voor het landschap. Dat er extra huizen moeten komen, is duidelijk, maar laat het geen vercommercialiseerde projecten zijn, waar de grote jongens huisjes gaan melken en waar de jonge generatie er nóg niet van kan profiteren. Ik hoop op meer sociale woningbouw. Dat vraagt een sterkere overheid om dat in de hand te houden. Ik kijk ook met zorg naar de toenemende zonneweiden, terwijl de daken onbenut blijven. Veel van die zonneparken worden door financiële partijen of zelfs Chinezen opgekocht en die krijgen onze subsidies hiervoor. Dat is toch ongekend? Ik heb al gezegd:
eenderde van de boeren gaat stoppen. Let op de grondposities – een actief beleidsperspectief hiervoor is meer dan noodzakelijk.”
Al het platteland verdwijnt, dan gaat het hele land naar de knoppen?
“Dan is er geen verbinding tussen stad en ommeland. Men bouwt tegenwoordig de stad zeer compact, zoals je ziet in de wijken Nieuwland of Vathorst in Amersfoort. Men kan dan nergens meer heen, om zich te ontspannen met de kinderen. Daarom zijn de ommelanden zo belang rijk die een belangrijke rol kunnen spelen. Ik bepleit een multifunctionele landbouw, waarvoor we reeds in 2008 een manifest heb uitgewerkt. Maar dan met de update naar de Regionale Voedsel Strategie: voedsel als de verbindende schakel met het eigen ommeland.
Het platteland heeft veel meer te bieden. We hebben weer het lef van een vergezicht nodig, een stip op de horizon. Zonder een visie(oen) verwildert een volk. Het is een Bijbelse wijsheid van eeuwen. Rond de Mansholtcampus zijn we bezig met de uitwerkingen van zo’n vergezicht.”
U verdiepte zich in de reformatorische wijsbegeerte van Vollenhoven en Dooyeweerd. Hoe beziet u in deze context de relatie tussen mens, dier en natuur?
“Ik heb veel van de aspectenleer van Dooyeweerd geleerd. Hij heeft mij ook de waarde van het integreren geleerd, het zien van de samenhang tussen de dingen. Heel veel rapporten zitten bol van abstracties, soms een aspect van de werkelijkheid, en daarmee losgeraakt van de werkelijkheid zelf. Toeslagaffaires, en ze spelen net zo goed in de landbouw bij de boeren, zijn indicaties voor dat werkelijkheidsverlies. Ik heb op onze hoeve de aspectenleer van Dooyeweerd vertaald in praktijken. Er lopen hier alle soorten luitjes rond, een kunstenaar, een ambachtelijke bouwer, natuurliefhebbers, een sociaal werker en ik wil nog een Natuurobservatorium bouwen voor mensen voor wie het allemaal te veel is geworden, dus daar heb je het inkeer en eerbied aspect. En dat zijn broedplekken voor die hernieuwde agri-cultuur.”
www.eemlandhoeve.nl
www.mansholtcampus.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2021
Zicht | 97 Pagina's
