Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kampen tegen armoede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kampen tegen armoede

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Nederland neemt de laatste jaren zowel de rijkdom als de armoede toe. Heeft de gemeentelijke overheid een taak in het bestrijden van armoede? En hoe pakken gemeenten de problematiek van langdurige schulden aan? In dit interview komt gemeenteraadslid Bernard van den Belt uit Kampen aan het woord.

Allereerst zijn we benieuwd naar gegevens over kampen als het gaat om armoede. Is er in de gemeenteraad aandacht voor de problematiek van armoede en schulden?

De afgelopen jaren is binnen onze gemeente veel aandacht gegeven aan het voorkomen van en tegengaan van de effecten van armoede. In december 2017 heeft de gemeenteraad een uitbreiding van de aanpak van armoede vastgesteld. Toch hebben we, als gevolg van de opeen volgende crises in de jaren 2008 tot en met 2015 (financiële crisis, bankencrisis, oplopende werkloosheid, bezuinigingen etc.), moeten constateren dat het percentage inwoners van Kampen dat langdurig in armoede leeft de afgelopen jaren is toegenomen. Met name het percentage kinderen dat in bijstandsgezinnen opgroeit is gestegen.

Het aantal minderjarige kinderen in gezinnen met een inkomen lager dan 110 % van het wettelijk sociaal minimum is in Kampen berekend op ca. 900 (zie onderstaand overzicht). Vergeleken met de landelijke cijfers valt dit mee, want dan zou het 50% hoger liggen, rond 1.350. Maar als SGP-raadslid wens ik dat er in mijn gemeente geen enkel kind in een situatie van armoede hoeft te leven.

Ongeveer 540 van de 900 arme Kamper kinderen leven in een gezin met werkende ouders. Zij zijn de zogenaamde ‘werkende armen’. In Kampen is het probleem minder ernstig dan in verschillende grote steden, maar (langdurige) armoede komt relatief toch nog veel voor: we scoren middelmatig. Een schrijnend voorbeeld van het effect van armoede op het leven van kinderen is bijvoorbeeld dat kinderen op hun verjaardag niet naar school gaan omdat er geen geld is om te trakteren.

Vooral de overgang van de lagere school naar de middelbare school zorgt voor gezinnen met lage inkomens voor problemen. Scholen hebben wel potjes om ervoor te zorgen dat kinderen mee kunnen op uitjes, maar om te kunnen participeren in de samenleving moet juist de basis op orde zijn. Daarom is in de gemeente Kampen voorgesteld om voor kinderen in armoede die voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaan, eenmalig een bedrag van maximaal € 300 beschikbaar te stellen voor de aanschaf van een fiets, rugtas en leermiddelen die niet door school verstrekt worden.

In 2015 was de belangrijkste reden voor financiële problemen, dat men niet in staat was om de rekeningen te betalen vanwege hoge vaste lasten (huur, energie e.d.) of hoge zorgkosten. Dit soort betalingsproblemen zijn moeilijker op te lossen dan problemen die ontstaan door nalatigheid.

In een rapportage van de gemeente Kampen trof ik een praktijkvoorbeeld aan dat de situatie van ‘mevrouw Jansen’ (pseudoniem) beschrijft: Mevrouw Jansen heeft haar leven eindelijk weer op de rit. Na haar scheiding, zo’n 4 jaar geleden, heeft zij haar woning verloren waardoor zij een tijdje dakloos is geweest. In deze periode heeft zij ook schulden opgebouwd. Met wat hulp van kennissen en vrienden kreeg zij haar leven langzaam weer op de rit. Inmiddels wonen haar kinderen weer bij haar en heeft zij een baan waar zij nu twee jaar met veel plezier werkt. Na twee jaar gewerkt te hebben bij deze werkgever wilde deze haar graag een vast contract aanbie- den. Het feit dat zij nog schulden bij verschillende schuldeisers had was voor die werkgever een drempel om dat contract te geven. Mevrouw Jansen had nog zo’n € 4.200,-aan schulden. Mevrouw Jansen heeft aangeklopt bij haar bank en bij de gemeente voor een sociaal krediet. Beide partijen wilden geen krediet verstrekken omdat zij niet voldeed aan allerlei voorwaarden. Vanuit de gemeente Kampen is vervolgens bekeken of er afloscapaciteit was en of zij gemotiveerd genoeg was om met een plan te komen. Binnen 3 dagen lag er een plan hoe, wanneer en op welke wijze zij haar schuld kon afbetalen. De schuldeisers van mevrouw zijn vervolgens in één keer afgelost. Binnen 10 maanden had zij haar schuld terugbetaald.

Moet de overheid armoede bestrijden? Is zij de eerst verantwoordelijke instantie hiervoor? Hoe zie jij de verantwoordelijkheid van de overheid ten opzichte van die van de burger zelf, het sociale netwerk, de familie, buurt, school, kerk en maatschappelijke organisaties?

Armoede moet bestreden worden. De Bijbel leert ons dat mensen naar elkaar om moeten zien. Juist ook als iemand het moeilijk heeft en bijvoorbeeld in armoede leeft. Bedelarij mocht in Israël niet voorkomen (het kwam wel voor, maar dat was niet naar Gods wil). Evenzo is de SGP van mening dat echte armoede in Kampen ook niet voor mag komen. Vroeger was de kerk degene die armoede tegen kon gaan door de diaconieën. Maar doordat steeds minder mensen lid zijn van een kerk, is de afgelopen decennia de verantwoordelijkheid van armoedebestrijding steeds meer naar de samenleving gekomen. Bestrijding van armoede zie ik als een maatschappelijke verantwoordelijkheid die de gemeente voor een groot gedeelte deelt met de inwoners. Het is daarom belangrijk dat het ‘maatschappelijke kapitaal’ (de inzet en initiatieven vanuit onze inwoners) wordt gestimuleerd. Tegelijkertijd moet het gemeentelijk beleid ingezet worden op het vergroten van het sociaal kapitaal (steun van familie, buren, vrienden en lotgenoten) en de versterking van het psychologisch kapitaal (de eigen kwaliteit van de doelgroep).

Veel mensen die in armoede leven, schamen zich hiervoor. Zij proberen het te verbergen en komen er zelf vaak niet mee voor de dag. Dat bemoeilijkt de hulpverlening. Is dit de belangrijkste belemmering of zijn er ook andere belemmeringen?

Schaamte is zeker een thema binnen de geschetste problematiek. De gemeente erkent schaamte voor financiële problemen door het onderwerp bespreekbaar te maken en hiermee een taboe te doorbreken. Eén van de acties die ondernomen wordt is een bijeenkomst ‘Kampen Armoedevrij’ op vrijdag 23 november. Hier wordt schaamte als één van de thema’s uitgelicht. Maar er zijn ook andere oorzaken waardoor hulpverlening moeilijk op gang komt. Denk aan laaggeletterdheid en onbekendheid met regelingen. Soms is echter de beperktheid van de regelingen van de gemeente ook een reden, waardoor iemand (langdurig) in armoede geraakt of blijft. Daarom hebben we in Kampen €15.000 euro beschikbaar gesteld als ‘regelruimte’.

Dat dit effect kan sorteren, blijkt uit het volgende voorbeeld: een uitkeringsgerechtigde wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek buiten Kampen. De persoon heeft onvoldoende financiële middelen om de reiskosten te kunnen betalen. Het sollicitatiegesprek biedt kans op een baan en daarmee op uitstroom uit de uitkering. Het budget ‘regelruimte’ biedt mogelijkheid om de reiskosten wel te vergoeden.

Wat doet de gemeente kampen aan het tegengaan problematische schulden? Wat zijn de belangrijkste instrumenten van beleid?

De kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en de individuele inkomenstoeslag werken goed. Waarop Kampen momenteel extra inzet is de verbetering van de ondersteuning om de basis op orde te krijgen. Daarom wordt met name geïnvesteerd in schuldhulpverlening en wordt er meer werk gemaakt van preventie, vroeg-signalering, budget-coaching en nazorg. De verwachting is dat financiële problemen hiermee zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden. Wanneer ze toch zijn ontstaan wil de gemeente er snel bij zijn en in gesprek gaan. Hierbij wordt nauw samengewerkt met al onze lokale partners. De hoop is dat hierdoor meer inwoners gemotiveerd worden om aan een oplossing van hun financiële problemen te werken, zodat ook de maatschappelijke kosten beperkt worden. De gemeente kan ze daarbij ondersteunen en hen helpen hun financiële zelfredzaamheid vergroten.

Als het gaat om de politieke discussie in de gemeentelijke politiek over armoedebeleid, waarop spitst die zich toe?

De zogenaamde ‘omgekeerde toets’ is in de raadsvergadering van oktober vastgesteld. Hierbij wordt in de eerst plaats gekeken wat nodig is en vervolgens bezien welke relevante juridische gegevens hierbij passen. Deze omgekeerde toets is raadsbreed vastgesteld. De discussie spitste zich toe op de vraag hoe hoog het percentage moet zijn om in aanmerking te komen voor de verschillende regelingen van de gemeente. Ook bij de omgekeerde toets is 110% van het wettelijk sociaal minimum als norm vastgesteld. In de begrotingsraadsvergadering kwam opnieuw een voorstel van PvdA en Kampen Sociaal om deze norm te verhogen naar 120%.

Wij hebben daarbij aangegeven dat iedere grens arbitrair is en discussie oproept. Als SGP-fractie vinden we het belangrijk dat het armoedebeleid met een warm hart en met coulance uitgevoerd wordt. De gemeente moet meedenken met mensen en naar goede oplossingen zoeken. Dat moet merkbaar zijn voor mensen die bij de gemeente aankloppen. Als dat goed gebeurd, is het ophogen van een grens niet nodig. Het volgende voorbeeld maakt dit duidelijk: De ouders van een 17-jarige jongen zijn wegens huurachterstand op straat gezet. Hun zoon woont nu bij zijn zus, terwijl zij elders opvang hebben gevonden. Hij werkt 1 dag in de week, 1 dag school en 4 dagen stage, maar houdt dit amper meer vol, omdat hij geen eigen kamer heeft en zijn spullen in de opslag staan. Hij is en voelt zich ontheemd. Temeer daar hij van niets wist; hij kwam terug van vakantie, maar kon het ouderlijk huis niet meer in! Pas als hij 18 jaar is kan hij aanspraak maken op studiefinanciering en kamerhuur betalen. Hij heeft nu echter al een geschikte kamer gevonden. Als er 1 maand huur betaald wordt, kan hij er alvast intrekken en met de hulp van begeleiding proberen zelfstandig verder te gaan. In deze situatie moet de gemeente kijken wat ze kan doen om die jongen te helpen en zou ze die ene maand huur kunnen betalen.

Wat zijn de prioriteiten van de sgp in kampen met betrekking tot armoedebestrijding en het tegengaan van schulden? Op welke punten zou jij het huidige beleid van de gemeente willen wijzigen?

Zoals gezegd, stellen wij voorop dat het armoedebeleid van de gemeente ruimhartig en barmhartig moet worden uitgevoerd. Als fractie zijn we daarom blij met de omgekeerde toets. Het is belangrijk dat de gemeente niet redeneert van ‘recht hebben op’ maar uitgaat van: wat is nodig voor deze inwoner of dit gezin? De omgekeerde toets is een maand geleden vastgesteld. We hebben als fractie goede verwachting van dit beleid en zullen dit natuurlijk op de voet volgen. Het gaat ons erom dat de burger geholpen wordt om zijn probleem op te lossen. Daarom dient de gemeente niet koud en kil (technocratisch of bureaucratisch) om te gaan met vragen vanuit de doelgroep. Het bieden van een luisterend oor en het tonen van oprechte interesse in het verhaal van de inwoner kan enorm goed doen. Een gemeenteambtenaar mag dus gerust laten merken dat hij of zij een warm hart voor mensen heeft en dat er pro-actief wordt meegedacht met mensen en naar een oplossing wordt gezocht. Meedenken betekent ook: hoe kan de eigen kracht van mensen benut en ingezet worden om armoede te bestrijden en te voorkomen? Preventie is belangrijk en krijgt vorm door korte lijnen te hebben met scholen, kerken, consultatiebureaus enz. Ook is het belangrijk om in de bovenbouw van de VO-scholen en de MBO-scholen veel aan preventie(lessen) te doen, waardoor patronen mogelijk doorbroken kunnen worden.

Heeft de lokale rekenkamer het armoedebeleid van de gemeente geëvalueerd?

In 2012 heeft de rekenkamer onderzoek gedaan naar het armoedebeleid in Kampen. De conclusie was vernietigend: ‘De gemeente Kampen heeft geen visie op armoede, ze heeft geen zicht op hoe groot het armoedeprobleem daadwerkelijk is, kan onvoldoende ondersteunende maatregelen onder de aandacht brengen bij mensen die het nodig hebben en heeft geen idee of maatregelen om armoede te verminderen effect hebben.’ In de afgelopen periode is het college hard aan het werk gegaan om hier werk van te maken. De SGP-fractie constateert dat er nu een stevig en duidelijk armoedebeleid is.

Zoek je als raadslid de verbinding met maatschappelijke organisaties en kerken? Ligt hier een taak voor onze achterban en hoe kunnen we de betrokkenheid op dit thema vergroten?

Alle Kamper fracties zijn betrokken bij diverse maatschappelijke organisaties. In Kampen zijn meerdere zogenaamde expertmeetings gehouden met allerlei organisaties die zich bezig houden met armoedebeleid, zoals de Voedselbank, stichting Present enz. Ook hebben we als raadscommissie informatieavonden gehouden om deze organisaties uit te nodigen om aan ons als politici uit te leggen wat zij nodig hebben van de gemeente en hoe zij de verhouding met de gemeente ervaren. De komende expertmeeting gaat onder andere over schaamte: Wat is nodig om het taboe op armoede te doorbreken? Als SGP-fractie hechten we veel waarde aan deze bijeenkomsten.

Heb je suggesties voor raadsleden en wethouders in andere gemeenten?

Aan collega-politici in andere gemeenten zou ik de omgekeerde toets nadrukkelijk willen aanbevelen. Benader armoedebeleid vanuit oogpunt van barmhartigheid en ruimhartigheid, vanuit de vraag ‘wat is nodig voor een goede oplossing?’ en niet vanuit de vraag: ‘waar heeft iemand recht op?’ Er is volgens mij nog nooit een wethouder weggestuurd omdat hij teveel geld aan armoedebestrijding uitgegeven heeft.

Waar vaak veel te winnen valt, is de insteek van preventie. Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt ook bij andere problemen. Goed onderwijs en het tegengaan van voortijdig schoolverlaten helpt ook bij het voorkomen van armoede op langere termijn.

Tenslotte: Heb oog voor de financieel kwetsbare positie van gezinnen. Met name de ‘werkende armen’ kunnen veel baat hebben bij een klein steuntje in de rug.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 2018

Zicht | 116 Pagina's

Kampen tegen armoede

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 2018

Zicht | 116 Pagina's