Eilandlicht
Al snel leek ze al haar voornemen om te werken opgegeven te hebben en hij besefte dat hij voor de eerste keer sinds hij van huis vertrokken was geen heimwee had.
‘Wij hadden dus stiekem het appelsap door azijn vervangen,' vertelde Henry terwijl ze later op hun rug naast elkaar op de deken lagen. ‘En mijn grootvader dronk het met een uitgestreken gezicht op.'
Ze lachte opnieuw en hield haar buik vast, omdat hij inmiddels zeer deed van het lachen.
‘Hij heeft Izzy en mij nooit verteld of hij wist wat we hadden gedaan,' beëindigde Henry zijn zoveelste verhaal over de streken die hij in zijn jeugd had uitgehaald. ‘Maar ik denk dat hij het al had ontdekt voordat hij de eerste slok nam. Dus uiteindelijk had hij ons meer te pakken dan wij hem hadden beetgenomen.'
Ze sloot haar ogen en genoot van deze heerlijke uren. Ze had deze middag meer gepraat, gelachen en spelletjes gedaan dan in lange tijd het geval was geweest; de laatste keer was nog voor haar moeders overlijden.
‘Ik vond het leuk vandaag,’ zei Henry op serieuze toon. Ze draaide haar hoofd naar hem toe en ontdekte dat hij hetzelfde had gedaan. Ze lagen minstens dertig centimeter van elkaar vandaan, maar toen hun blikken in elkaar haakten, had ze het gevoel dat de afstand veel kleiner was. ‘Ik vond het ook fijn.’
Zijn vingers streken langs de hare en hij vlocht hun handen ineen, alsof het de normaalste zaak ter wereld was. Hij had gezegd dat ze gewoon vrienden waren, maar ze kon de warme tintelingen in haar buik als hij haar aanraakte niet tegenhouden. Het waren dezelfde tintelingen als toen hij eerder haar hand had vastgehouden.
Hun ogen hielden elkaar vast; het lukte haar niet om weg te kijken. Ze kon er alleen maar aan denken hoe graag ze zijn gezicht in haar geheugen wilde opslaan. Ze wilde dat het daar nooit uit zou verdwijnen.
‘Heb ik je al bedankt voor het redden van mijn leven en voor je goede zorgen?’ fluisterde hij.
‘Graag gedaan.’
‘Ben je blij dat ik niet doodging?’
‘Misschien.’ Ze glimlachte.
De wind speelde met zijn blonde haar. Haar vingers jeukten om het aan te raken. De wind blies ook haar haren door de war en een verdwaalde lok op haar wang trok Henry’s aandacht, zag ze. Natuurlijk was hij moediger dan zij, want hij aarzelde geen moment om de lok met zijn vrije hand opzij te strijken en daarbij haar wang aan te raken.
Haar ademhaling stokte en het zachte geluidje dat ze voortbracht deed zijn blik naar haar mond afdwalen.
‘Als je vader niet op het punt stond thuis te komen, dan zou ik in de verleiding komen om je nog een verhaal te vertellen.’
Vader? Thuiskomen?
Opnieuw hapte ze naar adem, luider deze keer. Ze ging rechtop zitten en zag een kleine boot aan de horizon. Snel krabbelde ze overeind, veegde haar rok schoon en verzamelde de afwas en alle andere dingen die ze door de dag heen naar buiten had gebracht.
‘Vlug,’ zei ze, terwijl ze naar de woning liep. ‘Ik moet jou binnen zien te krijgen voordat hij je hier ziet.’
‘We hebben niets verkeerds gedaan,’ riep Henry haar na, ‘behalve dan misschien dat we zijn telescoop hebben gebruikt.’ Hij grinnikte en het geluid kalmeerde haar razende hartslag.
Henry had gelijk. Ze had niets gedaan waarvoor ze zich moest schamen. Henry was de aardigste man die ze ooit had ontmoet, op haar vader na dan, natuurlijk. En ze waren gewoon vrienden.
Toch leek het haar beter om alle sporen van hun fijne dag uit te wissen, al wist ze niet goed waarom.
Tegen de tijd dat ze alles naar binnen had gebracht, Henry weer op bed had geholpen en het water voor de koffie aan de kook had gebracht, kwam haar vader met zijn armen vol spullen binnen stommelen.
Ze haastte zich naar hem toe om hem te helpen. ‘Hoe gaat het met je?’ vroeg hij. Zijn blik was bezorgd en in zijn voorhoofd tekenden zich diepe rimpels af.
Ze glimlachte, in de hoop hem ervan te verzekeren dat ze geen nadelige gevolgen had ondervonden van haar dag alleen met Henry. Integendeel zelfs. Ze voelde zich vreemd levendig, alsof ze had liggen sluimeren en Henry haar had gewekt. Het leek haar echter beter dit niet tegen haar vader te zeggen, want waarschijnlijk zou hij zich alleen maar nog meer zorgen maken en zich misschien zelfs gekwetst voelen. Ze koos haar woorden zorgvuldig toen ze antwoordde. ‘Ik voel me prima. Henry heeft zich als een heer gedragen.’ De rimpels werden iets minder diep, maar bleven wel aanwezig.
Ze nam een aantal pakjes van hem over en liep terug naar de keuken. Ze voelde dat zijn vragende blik haar achtervolgde, maar ze draaide zich niet om, zodat hij geen gelegenheid zou krijgen haar langer aan te kijken.
Toen hij niets meer zei, fluisterde ze opgelucht een dankgebed.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 2024
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's
