Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wateroverlast

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wateroverlast

e t ï) i e fc

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een ramp van ongekende omvang De titel is bescheiden. Wat er in Oost-Duitsland en verder oost- en zuidwaarts is gebeurd, is met de term wateroverlast niet voldoende getypeerd.

Voor de Duitse nieuwsberichten hoorde ik de term ‘Überschwemmungen’ gebruiken. Een uitdrukking die wij zo niet zouden gebruiken. Hij drukt wel uit wat daar is gebeurd. Tienduizenden mensen moesten worden geëvacueerd, steden en dorpen stonden voor de helft of voor driekwart onder water. Een dergelijke overstroming had men in die streek van Europa niet verwacht, ja zelfs nauwelijks voor mogelijk gehouden. Men denke zich de gevolgen van die watervloed in: mensen moeten hun huizen verlaten. Hun eigendommen raken beschadigd, voor een deel zelfs onherstelbaar. Het economische leven wordt lamgelegd. Noodvoorzieningen voor levensonderhoud worden aangevoerd en uitgedeeld. Het dagelijkse leven is totaal ontwricht. Het werk, de handel en verdienen door kopen en verkopen kan niet doorgaan. De eerste taak is modder, puin en rommel opruimen, zodra het water gezakt is.

Paniek

Een samenleving die geheel van slag is, ja in de war is. Het behoeft ons niet te verwonderen dat de eerste reacties door paniek werden gekenmerkt. Dat geldt zowel de mensen die door het water getroffen of verjaagd waren, als de journalisten die de helpers en redders begeleidden. Inderdaad, de hulpverleners en vooral de verslaggevers waren in paniek. Juist in die eerste week was ik met mijn vrouw enkele dagen in Duitsland, vlak over de grens van Nederland. De televisie zond de hele dag beelden uit van de gebeurtenissen in het oosten van Duitsland. Dan deze, dan die zender deed verslag van wat er gebeurd was en nog steeds gebeurde. Samen met de reacties van mensen. Zij wekten de indruk van paniek.

Ik vertel dit enigszins uitvoerig - al is mijn artikel uiteraard geen verslag - omdat velen in binnen- en buitenland dit nooit hadden verwacht, ja zelfs voor onmogelijk gehouden.

Herinnerd aan de ramp van 1953

Bij het zien van die beelden werd ik sterk herinnerd aan wat wij als Nederland in 1953 hebben meegemaakt. U kunt woorden als De storm of De ramp gebruiken. Met beide woorden is de nood die zich toen in Nederland heeft voorgedaan, getypeerd.

Wij hebben daar lering uit getrokken. De Deltawerken zijn de reactie op de ramp van 1953. Bij die reactie is ons hele volk betrokken, niet alleen financieel, maar ook wat de bescherming van het land tegen het water betreft.

Desalniettemin hebben in de afgelopen dagen straten in dorpen en steden en toevoerwegen op het platteland onder water gestaan. Het is in Nederland gelukkig niet uitgelopen op een ramp als in 1953, maar Brabantse boeren hebben zoveel schade opgelopen dat ze bij de regering om hulp aankïoppen. En al dat water is meer dan een keer, zij het in verschillende delen van het land, over wegen heengegaan en huizen binnengestroomd.

Hoe verwerken we dit?

Hoe zullen we deze wateroverlast verwerken? Het directe antwoord is eenvoudig: aan het werk gaan en plekken die zwak bleken te zijn versterken, om zo mogelijk herhaling te voorkomen.

In Duitsland schat men de schade op vijftien tot vijfentwintig miljard Euro. Daar was men minder voorbereid op zulke rampen dan in Nederland. Niettemin is ons land toch ook getroffen.

Wat heeft deze wateroverlast ons te zeggen? Dat is eigenlijk de kernvraag in dit artikel. Ik besef dat het antwoord op die vraag verschillende aspecten heeft. Oudere lezers herinneren zich welke discussies er in en na 1953 over de ramp zijn gevoerd. En hoe mensen daar heel verschillend tegenaan keken. Geleerd door de herinnering aan die felle debatten en scherpe discussies wil ik voorzichtig proberen een antwoord te formuleren. Ik doe dat vanuit mijn levensovertuiging, vanuit het geloof in God, de Schepper, in Zijn voorzienige leiding over ons leven en vanuit het geloof in de Verlosser Jezus Christus, die door God is gegeven tot eeuwig behoud en tot de definitieve vernieuwing van hemel en aarde. Ik zeg dit er heel duidelijk bij. Er zullen lezers zijn die dat geloof delen. Er zullen lezers zijn die tegen dit geloof heel anders aankijken. Ik hoop dat ook deze laatsten de volgende overwegingen toch ter harte willen nemen.

Nonchalance

Mijn eerste reactie, vooral op de beelden uit Duitsland, is er een van te wijzen op een zekere nonchalance. Dat zulke rampen een land als Duitsland in het oosten, noorden en zuiden zouden kunnen treffen, lag buiten de verwachting, ja buiten het gezichtsveld. Nu is gebleken hoe zwak de bescherming van steden, dijken en landerijen tegen het water was. Men heeft er veel te weinig aandacht aan besteed. Men heeft geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat een ramp van deze omvang zich in de eenentwintigste eeuw kon of zou voordoen.

Economische en technische successen deden de ogen sluiten voor de kracht van het water dat stad en land bedreigde. Toch is het water gekomen en heeft schade, zelfs leed en verwoesting aangericht. Men heeft van de ramp in Nederland, in 1953, niet geleerd. Dat kan het lage land aan de Noordzee overkomen, maar het Duitse rivierengebied is vergeleken met die ramp een gevarenvrije zóne. Dus niet, moet nu ieders reactie zijn.

De overmacht van de natuur

Hier ben ik bij mijn eerste conclusie. Hoe ver de techniek is voortgeschreden en de economie zich heeft ontwikkeld, de natuur blijft in Gods hand een macht die de mens niet zo maar beheersen kan. Het is niet vanzelfsprekend dat de mens over de natuur heerst. Ook in de eenentwintigste eeuw zijn er natuurkrachten die de mens bedreigen.

Hij kan zich ertegen verzetten. Denk aan de duizenden zandzakken die als waterkering zijn gebruikt. Toch is het niet vanzelfsprekend dat de mens die krachten de baas kan. Ze bedreigen het menselijk bestaan; zelfs in Nederland, waar men toch heel wat geleerd heeft om het water te keren en rampen te voorkomen.

Wij mensen moeten tegenover de macht van de natuur onze kleinheid en in sommige situaties onze onmacht erkennen. Wij zullen met al ons technisch kennen en kunnen niet (te) hoog van de toren blazen. Integendeel. Ootmoed en bescheidenheid past ons, en dankbaarheid voor wat we ter bestrijding of voorkoming van zulke natuurrampen kunnen doen.

Gods hand

Een tweede vraag is: Heeft God in dit alles de hand. Wie het Oude Testament (vooral de profeten) en het boek Openbaring leest, moet wel zeggen: de natuur is geen autonoom gebied, alsof God daarmee niets te maken heeft. Integendeel. God handelt zowel in als door het natuurgebeuren.

In een bijna geheel geseculariseerde samenleving, die meent God achter zich te kunnen laten en dat ook metterdaad heeft gedaan, laat God door natuurrampen Zijn hand voelen. Hij is er nog - onverwacht, ongedacht, maar tastbaar en merkbaar, voor wie zijn ogen naar boven open heeft. Geopende ogen hebben we niet uit onszelf. Ze moeten ons door God geschonken worden. Vandaar dat er in deze weken ook gebed nodig is om ogen die opmerken en om een hart dat de Heere niet alleen in Zijn Woord zoekt, maar ook in Zijn werken.

Hoe de wateroverlast te duiden

Hoe moeten we de wateroverlast, in het klein en in het groot, dan verstaan? Hoe moeten we die duiden?

Op zijn minst als een werk Gods. Hierin heeft de Heere de hand. Het is een herinnering aan Zijn bestaan; tegelijk ook een waarschuwing die ons mensen tot Hem terugroept.

Ik moet nog een stap verder gaan. De wateroverlast is niet alleen een waarschuwing. Zij heeft ook iets van een oordeel, dat tot verootmoediging, tot inkeer en bekering roept. Ik besef dat er lezers zijn die het met deze passage moeilijk hebben, vooral ook gedachtig aan 1953.

Wie de gedachte van oordeel afwijst zou ik willen zeggen: wij hebben niet het recht om over Gods doen en laten te oordelen. Wij hebben zeker niet het recht om Gods oordeel te weerspreken en te veroordelen. Ons past verootmoediging.

Hier mag ik aan toevoegen dat God Die oordeelt, ook de Vader van Jezus Christus is. Daarom zullen we ook in de storm en de wateroverlast de toevlucht nemen tot de God van alle genade. Hij heeft Zijn genade geopenbaard in de handen van Jezus Christus, die aan het kruis doorboord zijn geweest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 2002

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's

Wateroverlast

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 2002

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's