Historisch hoekje
De motte en 'maatje zaaijers huijsinghe' (5)
Hoe was het ook weer? Voor de periode 1600-1835 is door het Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee de bewoningsgeschiedenis van het perceel Heul 1/3 in Dirksland nagespeurd als achtergrond voor de bodemvondsten ter plaatse. De Motte heeft de bodemvondsten voor zover mogelijk gerestaureerd en het resultaat staat tentoongesteld in de hal van het gemeentehuis van Dirksland. ledere belangstellende kan daar even binnenlopen om te kijken. Begeleidende informatie is aanwezig, onder meer een folder getiteld 'De Motte en Maatje Zaaijers Huijsinghe'.
In vorige afleveringen konden we kennis maken met Trijntghen lemans. In 1612 trouwde Trijntghen lemans, nadat ze twee keer weduwe was geworden, met Willem Comelisz van Nieuwenhoven. Ze verkocht haar huis aan leman Heijndricx, landbouwer en waard in herberg 'De Fortuijne' in Dirksland. Een jaar later werd het huis door leman Heijndricx voor dezelfde prijs doorverkocht.
In de herberg met 'Swertte Ma'
leman Heijndricx was eigenaar van herberg 'De Fortuijne' geworden door zijn huwelijk met Maatgen Jans van Steenbergen. De herberg stond schuin tegenover het huis van Trijntghen lemans, 'in 't affgaen van de Kaije' op de zuidkant van de tegenwoordige Heul. Het pand is ooit afgebroken om de zogenaamde Trechter te verbreden. leman Heijndricx was gastwaard bij Jan Krijnsz van Steenbergen alias Jan Knjnsz Weert. De herbergierster moet een donker type geweest zijn, want ze stond bekend als Maatgen Jan Turcx of 'Swertte Ma'.
leman Heijndricx was ook boer. Hij had een schuur op de Molendijk, bezat wat land en pachtte ook land. In 1605 verkocht hij 'De Fortuijne', maar bleef er gastwaard. Je kunt je zo voorstellen dat leman Heijndricx wel iets zag in het huis waarop hij vanachter de tap een goed uitzicht had. In 1612 kocht hij het huis van Trijntghen lemans, dat aan de oostzijde grensde aan 'de earner daer Heijndrick Borst in woont, annex en aankomende deselve huijsinghe'
Huis met bijhuis?
Wellicht betrof het een huis met bijhuis, waarbij het bijhuis naar achteren stond, zoals nu vaak een garage aan een womng is gebouwd. Zo'n bijhuis heette 'buur' of 'buijer'. De Flakkeese uitdrukking 'iemand d'n buijer opjaege' is te herleiden tot het verschijnsel bijhuis. De uitdrukking is te vergelijken met 'iemand op de kast jagen'. Een bijhuis kwam op Goeree- Overflakkee veel voor en het fenomeen heeft zich het langst gehandhaafd bij boerderijen. Het mooiste voorbeeld van een huis met bijhuis is de boerderij 'Bouwlust' van de famiüe Vroegindeweij tussen Nieuwe Tonge en Oude Tonge. In 1613 verkocht leman Heijndricx ten overstaan van schout en schepenen van Dirksland het huis met de kamer annex, gelegen op 's Heerendijck, aan Heijndnck Heijndricksz Borst voor 825 carolusgulden. Een carolusgulden is een munt die is inge
Een carolusgulden is een munt die is ingevoerd door keizer Karel V. Deze munt,
eerst van goud en na 1542 voornamelijk van zilver, werd m deze gewesten veel gebruikt. Een zilveren carolusgulden was ƒ2,50 waard. Het ügt voor de hand dat de welvaart van
Het ügt voor de hand dat de welvaart van de 17de eeuw een renovatie van oude huizen tot gevolg had. Welke metamorfoses heeft het pand op de lokatie Heul 1/3 ondergaan? We kunnen er slechts naar gissen, want er is geen onderzoek naar de bouwgeschiedenis gedaan. Het kwam veel voor, dat rijkelui hun huis een rijk en nieuw uiterlijk wilden geven om hun status aan te geven. Dat gebeurde meestal door de voorgevel aan de heersende bouwstijl aan te passen. Heijndrick Borst Heijndnck Heijndncksz Borst alias 'noom Henriek' was administrateur en inner van belastingen zoals slachtgeld. Hij pachtte ook land in de polder Dirksland. Onderpand voor de koop van het huis was land van zijn tweede vrouw Arentge Lenaerts. In 1608 trouwde Heijndrick Borst in Dirksland als weduwnaar van Willemke van Willemken Comelis van Middelharnis met deze Arentge Lenaerts, jongedochter van Dirksland. Bij haar had Heijndnck Borst twee dochters: Neeltgen in 1614 en Ariaentgen in 1616. Hij overleed in 1631. Het gezin van Heijndrick Borst behoorde tot de burgerstand. Zijn dochter Neeltgen bezat in 1637 een zilveren oonjzer. Het fenomeen oorijzer is afkomstig uit de burgerdracht in de steden. Het oonjzer diende om een klein vrouwenmutsje op zijn plaats te houden. De uiteinden van het oorzij zer waren aanvankelijk niet versierd en drukten in de wangen van de draagster. Beginnend met knopjes aan de uitemdenden maakte het oorijzer een ontwikkeling door die per streek verschilde.
In de bodem
Door De Motte gevonden voorwerpen die uit de tijd van Trijntghen lemans, leman Heijndricx en Heijndrick Borst kunnen zijn: Veelkleurige dnemlptegels met de dnetulp in accolade. Dergelijke tegels zijn m Nederland tussen 1600 en 1650 gemaakt. De tegelfragmenten die op de Heul zijn gevonden konden door de Motteleden Ilse Louis en Corry Kersten mooi gerestaureerd worden.
Oesters, mosselen en alikruiken stonden destijds natuurlijk op het menu. De schelpen daarvan kunnen van alle tijden zijn, net als de kleiknikkers waarmee de kinderen op oude schildenjen spelen. Een heel interessante vondst m de bodem aan de kant van de Secretarieweg was een klein vierkant muurtje van gemetselde stenen, een van de poeren voor de fundering van Heul 1.
Cathy Westdorp
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1999
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1999
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's