Wet de bijbel voer hen betekende
Getuigenissen van en over hyhellezers
Geen tijd van het jaar is er, waarin meer bijbels en kerkboeken worden verkocht dan in deze tijd. Op en om het paasfeest leggen veel jongeren belijdenis van hun geloof af en tot de eerste geschenken, die bij deze gelegenheid worden gegeven, behoort een bijbel, al dan niet in het kerkboek opgenomen. Voor velen zal het niet hun eerste bijbel zijn, want ze hebben op school al een exemplaar gekregi^n. Maar voor de meesten blijft deze bijbel het hele leven door een bijzonder bezit.
In het Joods Historisch Museum te Amsterdam kan men momenteel oude handschriften bewonderen. Daar liggen geschreven en fraai verluchte gebedenboeken, bijbelgedeelten, wetsrollen. Veel ervan is afkomstig uit de middeleeuwen Het doet onmiddellijk denken aan de oude bijbels en evangeliën, die vóór het ontstaan van de boekdrukkunst in de kloosters werden vervaardigd. Boeken waren destijds veel waard,
Boeken waren destijds veel waard, maar niets ging de zorg voor de bijbel te boven. De schrijvers hadden er jaren voor over om een bijbel te schrijven en te illustreren Een arbeid, die eigenlijk niet te betalen is.
Wat is de bijbel u waard? Sommige van die middeleeuwse joden en christenen konden antwoorden: alles. Want heel hun tijd ging heen met het schrijven van Gods heilige woorden. De bijbel nam dus de eerste plaats in hun leven in.
Het Ned. Bijbelgenootschap probeert er steeds achter te komen in hoeverre men de bijbel gebruikt. Want de bijbel wordt genoeg verkocht en verspreid, maar wordt hij ook gelezen? Helaas is dit vaak niet het geval.
„Ik zou niet graag ergens opgesloten willen worden, waar nooit de zon doordringt; en ik ben er zeker van het leven niet te kunnen dragen zonder mijn bijbel te lezen. Het zou ongezond voor mijn lichaam wezen als de zon buiten mijn huis gehouden werd; en het zou zeer nadelig voor mijn ziel zijn als de bijbel uit mijn hart werd gebannen." Dit heeft de grote engelse prediker Spurgeon eens geschreven.
Het is niet zijn enige uitspraak over de bijbel. In zijn geschriften komt hij er telkens op terug. Hij vindt het hard nodig, dat de dominees goed in hun boeken zitten. „Maar — zegt Spurgeon tot zijn collega's — mocht de honger naar boeken misschien zwaar zijn in het land, dan is er één boek dat ge allen bezit: uw bijbel. Een dominee is met zijn bijbel als David met zijn slinger en steen: volledig toegerust tot de strijd"
Jong gewend, oud gekend
Dat Spurgeon zo aan de bijbel gehecht was, komt mede hierdoor, dat de bijbel het eerste boek was dat hij leerde lezen. Zodra hij letters spellen kon, verdiepte hij zich urenlang in de heilige schrift. De latere prof. dr. R. Casimir kon al lang lezen voordat hij op school kwam. Hij had namelijk de bijbel leren spellen over de schouder van zijn moeder. Later las hij de bijbel in vele talen. Op 75-jarige leeftijd (1952) wilde hij de zweedse taal nog leren spreken. „Lezen kan ik haar al", zei hij, „want ik lees de bijbel al geruime tijd in het zweeds."
De jeugdige EHas Annes Borger, die
het tot professor in Leiden zou brengen, was amper drie jaar oud toen hij al hele stukken van de bijbel uit zijn hoofd kende. Op dezelfde leeftijd las Klaas Kater, de stichter van Patrimonium, zijn moeder reeds uit de bijbel voor, te weten uit een statenvertaling met gothische letters!
De theoloog Coccejus (1603—1669) kreeg als klein kind als eerste boek een bijbel in handen, „wat er ongetwijfeld toe heeft bijgedragen dat hij er zo vertrouwd en zo gewoon mede raakte, dat hij later geen boek zo hoog heeft geacht als de heilige schrift en dat hij ook geen enkel boek zo waard achtte voor zijn studie als de bijbel", verklaart een van zijn levensbeschrijvers. Van ds. P. D. M Huet, eens predikant
Van ds. P. D. M Huet, eens predikant te Dirksland, later vele jaren te Goes, is getuigt dat hij een man des Woords, een uitdeler der menigerlei genade Gods was. In de bijbel volkomen thuis, wist hij telkens een verrassend bijbels licht te laten schijnen. „Het geheim daarvan", aldus zijn col
„Het geheim daarvan", aldus zijn collega C. L. Laan te Goes na de dood van Huet, ,heb ik eenmaal mogen ontdekken toen ik op zijn studeerkamer zijn grote bijbel open zag liggen, en toen ik het niet laten kon de bijbel te doorbladeren, overal onderstreepte teksten vond, met opgave van dag en datum, waarop zij onder zijn aandacht waren gekomen en een stemme Gods tot zijn ziel waren geweest."
Ja, dat Is bijbellezen. Gelukkig degenen, die Het Boek vroeg leren gebruiken en die het daardoor lief krijgen. Het zal geen geschreven en sierlijk verlucht exemplaar zijn. Maar geen mooiere bij bel versieringen bestaan er dan sporen van slijtage!
H. de J.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1961
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
