Kerkgeschiedenis van Den Bommel
(46)
DE FRANSE TIJD (1795—1813) i
i Maatregelen tot instandbouding van de godsdienst
In schets no. 42 hebben wij U drie punten opgenoemd, die de aandacht vragen: 1. schorsing van de predikant. 2. Maatregelen bovengenoemd. Ten slotte de kwestie van de kerkelijke goederen
Geen overheidstractement meer
Door de omwenteling van 1795 kwam alles wankel te staan. De kerkeraad kreeg in oktober 1797 een stuk van de classis, afkomstig van de Z.-H. gecommitteerden uit alle classes, waarin gewezen werd op de nieuwe orde, zelf te zorgen voor de kerkelijke zaken, die voorheen door de overheid behartigd waren.
Er moest een lijst worden opgemaakt m'et de namen der hoofden van huisgezinnen, die tot de gereformeerde religie behoorden, waarbij tevens melding van het aantal inwoners. Dit moest ingediend worden bij de Nationale vergadering.
Dit steunde op een synodaal besluit van 3 juli 179i7, waarbij bepaald was alle gemeenten te adviseren binnen 6 maanden schikkingen te treffen omtrent kerkgebouw en pastorie, welker eigendom nota bene door de nieuwe orde aanvechtbaar werd gesteld. Kon men zijn eigendom bewijzen, dan bleef alles bij het oude, maar bleef men in gebreke dan kon men de gebouwen van de Staat kopen.
Nu kwam de wenselijkheid naar voren om nsiast de kerkeraad een gemeente-commissie te benoemen tot bijstand om een en ander te onderzoeken.
Verder diende gelet te worden op de noodtoestand der gehele kerk, de onderhouding van predikanten en professoren en toe te zien op de bewaring van eenheid in de leer, kortom zorg te dragen voor de instandhouding van predikanten en professoren en toe te zien op de bewaring van eenheid in de leer, kortom zorg te dragen voor de instandhouding van de godsdienst. Er moest een groot nationaal fonds komen. De classis Gorcum wilde een prijsvraag uitgeschreven zien.
Een jaar later, n.1. 28 juli 1798 was een Ontwerp ter tafel op de grote kerkvergadering te Utrecht, waarin alles nader was omschreven. De Staatsregeling van 1798 bepaalde n.1. dat vanaf 23 april nog drie jaren het overheidstrac. tement zou worden uitbetaald en verder basta.
Wij stonden met de provincie Utrecht en Overijssel onder de kerkorde vat Dordrecht. Deze bepaalde in art. 11 dat de gemeenten zelf de financiële zorg moesten dragen. De overige provincies moesten nu hetzelfde betrachten..
De geestelijke goederen zoals vicanen en pastoriegoederen, eertijds tot onder, houd der geestelijkheid van de Roomse tijd bestemd waren vroeger reeds ondergebracht in een geestelijk kantoor, maat de Staat verklaarde die nu ook nationaal bezit. Dat bestond uit landerijen en effecten. Maar nu sloeg de Staat ooit zijn hand aan de kerkelijke goederen als b.v. allerlei gebouwen. Het werd nu hoog tyd te trachten zijn eigendom te bewijzen en zo men daarin niet slaagde, dan tijdig te zorgen dat andere hulplokalen voor kerkdienst en pastorie aanwezig waren, of anders met de Staat een contract te sluiten. Wat een toe. stand.
Het gehele ontwerp bevat twee hoofdstukken van 10 en 16 artikelen, vergezeld van een hartroerend en dringend schrijven.
Instelling van een commissie
Daar de plaatselijke predikant was geschorst, vergaderde de kerkeraaj j met de consulent. In die vergadering werd de volgende kanselafkondiging op-1 gesteld:
Bekendmaking j
De kerkeraad dezer gemeente, daar- j toe door de classis van Voorne en Putten belast, roept al de hoofden der huis- ' gezinnen tot deze gemeente behorende i op, tegen aanstaande dinsdagavond zijnde 21 augusus 1798 om ten half zes ure in deze kerk te verschijnen ter benoeming eaer commiSBie, hetzij uit, hetzij buiten de kerkeraad om zich
1. bezig te houden met het onderzoek J naar het recht dat deze gemeente op deze kerk, de pastorie en andere geestelyke goederen die hier mochten zijn,, heeft, en verder wat in dezen van nut j kan zijn.
2. om over te gaan ter bezorging van hetgeen tot den openbaren godsdienst' behoort en daarbij het onderhoud van ' Leraren, toerusting tot het leraarambt en hetgeen verder tot deszelfs uitoefening nodig is.
3. ook zal die commissie dienen onder het oog te houden, dat het niet genoeg , is om Toor de openbare godsdiensteefe- i ning ieder in zfln plaats te zorgen, ' maar dat de kerk in ons dierbaar Vaderland ons na aan het harte ligt en er derhalve wel degelijk tevens aan anderen moet gedacht worden, waar de gods- dienst zonder onderstand geheel verval- len zoude, en dat er ter bewaring van de zuivere hervormde leere samenbinding nodig la welke vooral door zekere vereniging in de fondsen zal moeten staande gehouden worden. i
4. eindelijJc zouden die te benoemen personen tevens gequalificeerd kunnen i worden om gedurende de eerst komende j 3 jaren het tractement van de predikant i dezer plaats in naam der gemeente gelijk zulka buiten dat Bodig is te ontvangen.
De kerkeraad verzoekt ds Hofmsn deze bekendmakiag van de predikstoel der gemeente voor te lezen.
w.g, tl. Slotemaker classis dep
Maarsgen iDs G. van der Zee
(Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1958
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1958
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's