Heerbeplanting van Flakkee

1. Elnkele gegevens van uit een verslag over de beplanting van de Wieringermeer. Dergelijke beplantingsplannen worden ook voor de NoordJOostpolder uitgewerkt. Dit wordt speciaal ter overpeinzing aanlbevolen aan hen die menen, <Jat beplanting op een modem, volgens alle eisen van praktijk zowel als van wetenschap ingericht bedrijf niet gewenst zou zgn.

In het algemeen wordt aan de West en Noordzijde van het erf een singel aangelegd van tenminste 4 ä 5 meter breedte. Langs de 'Oostzijde kan met een geringe breedte worden volstaan, nl. 3 meter terwijl de Zuidzijde een lichte of geen singelbeplanting krijgt.

BZo dit enigszins mogelijk is wordt aan de Zuidzijde van het erf een boomgaard en een moestuin omplant, terwijl bij de woning nog enkele aJleenstaande bomen komen. Bij de landbouwbedrijven wordt dan meestal nog door een beplanting een afscheiding gemaakt tussen voor en achtererf, hetzij door de aanleg van een singel dwars over het erf dan wel door het planten van een oprijlaan van het hek naar het achtererf. Is er een afzonderlijke kapschuur of paardenbox aanwezig, dan wordt deze gewoonlijk door een singel omgeven. Ook in de Wieringermeer sluit de wegbeplanting zich aan bij de erfbeplantmg hetgeen ibeide ten goede komt. De beide gebieden zijn temeer te vergelijken, omdat Flakkee wat windsterkte betreft in dezelfde zone ligt als de Wieringermeer.

2. Technische wenken voor het planton, gegeven door den dienst van Staatsbosbeheer.

a. De 'grondbewerking. Pas bij den aanleg van beplantingen zo mogelijk een volle grondiiewerking tOe. Ben bewerking van de gehele oppervlakte geeft betere resultaten, dan een bewerking, die strooksgewijze geschied en deze laatste verdient de voorkeur boven het maken van afzonderlijke plantgaten. Het maken van plantgaten is alleen in open gronden zonder bankvorming Op zijn plaats. Houdt rekening met de plaatselijke toestand van de grond. ISoms is een bewerking tot 50 ä 60 cm voldoende; een ander maal zal deze tot op grotere diepte moeten worden uitgevoerd. Treedt bankvoi­ming op, dan moet voor het verkrijgen van een bevredigende groei worden overgegaan tot het breken der vaste lagen. Is bij wegbeplanting een volle grondbewerking te bezwaarlijk dan moeten ruime plantgaten worden gegraven (1—lYz' meter in het vierkant, diepte 60—80 cm.)

b. Flantmateriaal. Schenk aandacht aan soort en herkomst van uw plantgoed. 2!org voor krachtig ontwikkeld plantmateriaal met een goed wortelgestel. Probeer niet te bezuinigen door opslag uit toestaande beplantingen te gebruiken. Alleen goed gekweekt plantsoen ontwikkelt zich bevredigend. Gebruik voor laan­ en wegbeplanting goed bewortelde, niet te oude heesters met rechte stam. iPlant populieren en wilgen zo mogelijk als (bewortelde heesters. Dit verdient de voorkeur boven onbewortelde poten.

c. Vervoer en tnbadlen. Tgdens het vervoer moeten de wortels worden beschermd tegen uitdroging en bevriezing. Vervoer geen plantmateriaal wanneer er kans bestaat op het invallen van vorst. Zorg, dat het plantgoed bij aankomst onmiddellijk wordt ingekuild. Houdt in het oog dat het gaat om levend materiaal. d. Het planten. Het uitplanten van jong plantsoen kan van November tot eind Maart bij open weer steeds geschieden; wel verdient aanplant in het najaar de voorkeur, aangezien in dat geval de beplantingen minder te lijden hebben van de in het voorjaar vaak optreden droge periode. Wacht met het toedienen van water in het voorjaar niet tot de jonge bomen uiterlijk reeds tekenen van verdroging vertonen. Gebruik bij wegbeplantingen of bij het planten van afzonderlijke bomen stevige boompalen. Zorg ervoor, dat de paal vaststaat, door hem. tenminste 20 cm. in de onbewerkte ondergrond te slaan. Plaats eerst de paal en pas daarna de boom. Voorkom beschadiging door vee en breng daartoe zo nodig een stevige bescherming om de beplanting aan. Het is gewenst goede boombanden of ­houders te gebruiken, en zorg' ervoor te dragen, dat geen wonden ontstaan door schuren of knellen. Zet boom en paal dicht bijeen. Let bij het planten erop, dat de ruimte tussen de wortels goed wordt aangevuld. Bij het dichten van de plantgaten moet de grond gelijkmatig worden aangestampt.

e. Het onderhoutlien. Het is nodig, bij de aanleg van wegbeplantingen, de niet aangeslagen exemplaren, de eerste jaren na het planten te vervangen. Onkruid belemmert de groei van jonge beplantingen. Houdt daarom de eerste jaren met het planten de grond schoon. Ga geregeld na, of de 'bomen niet tegen de steunpalen schuren, dan wel op andere wijze door de palen of banden worden beschadigd of in htm groei belemmerd. Wacht daarmede hiet, totdat bet euvel moeilijk meer te verhelpen valt. Hebben de palen scherpe randen, vlak deze dan in ieder geval tijdig aan de zijde van de boom af. Bij jonge bomen dient aan het snoeien de uiterste zorg te worden l besteed. Vooral dubbele koppen beho­ ren tijdig te worden verwijderd. Vergeet niet, dat goed snoeien een belangrijke invloed heeft op de qualiteit van het la­ ter te verkrijgen werkhout; het snoeien} moet echter deskundig geschieden van­ daar de stelregel: in het geheel niet snoeien is beter dan slecht snoeien. Ten­I slotte nog een opmerking; sla geen spij.1 kers en krammen in levende bomen; be­l vestig draad en gaas voor afrasteringl aan afzonderlijke wegwijzers of iets vaal dien aard. Het misstaat en bovendien! gaat de waarde van het hout erdoor! achteruit.

Landbouwers van Flakkee; wij reke­l nen er op dat gij het afgestorven enl geroofde hout rondom uwe woningen f door nieuwe aanplant vervangt, stel niet; uit, doet het dit najaar, NU!!

Distbibütienieuws

Schcienenbonnen van nieuw model. Het C.D.K. deelt mede, dat, met m­I gang van 1 November schoenenbonneiil van nieuw model in gebruik zullen wor­l den genomen. Op deze bonnen komt del aanduiding de letter C, gevolgd door een andere letter in de linkernbovenhoek. De schoenenbonnen, in de linker­bovenhoekta waarvan één der letters A t.m. H of AAI t.m. AH voorkomen, zijn na 15 Novem­I ber niet meer geldig. De aldus gemerkte! bonnen zijn uitgereikt vóór 1 Maart '47.1 De bonnen, gemerkt met BA t.m. EH,| alsmede de van 1 November af uit te rei­F ken borKien, gemerkt met CA t.m. CH| blijven tot nader order geldig. O —

Nedeblat dse boeben naak austealië.

De tussen Nederland en Australië ge.| sloten overeenkomst, krachtens welkel per maand 50 Nederlandse boeren zulleil kunnen immigreren zal naar door amli­l tenaren van het Australische immigratiel departement vei­wacht wordt, in Januaiil 1948 tot een begin van uitvoering geraj ken.

— Op slag gedood werd de heer A. Jl| D. uit Hengelo toen hij bij het overste | ' ken van de straatweg Hengelo­iEnschede| door een auto werd gegrepen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen