De Annunciatie in een verwarrende tijd
Weinig geschiedenissen in de Bijbel zijn zo bekend als de Annunciatie, waarvan we lezen in Lucas 1. Wat er gebeurde toen de engel Maria verkondigde dat zij zwanger zou worden en een kind zou baren, wordt prachtig weergegeven op een fresco in Florence door de beroemde middeleeuwse schilder Fra Angelico. Men ziet de engel Gabriël Maria vol tegemoetkomendheid en vreugde tegemoet treden. Het is voor hem zichtbaar een voorrecht om haar aan te zeggen dat zij de begenadigde is, omdat zij de Heiland (die ook zijn Heer is) zal ontvangen in haar schoot en Hem ter wereld zal brengen als een Kind. Maria neigt haar hoofd en brengt haar armen en handen voor de borst als teken van verwondering en aanvaarding. Ze heeft iets koninklijks, als was ze een prinses. Op de achtergrond ziet men een voornaam huis dat aandoet als een paleis. Natuurlijk is het zo niet gegaan. Fra Angelico zal dat geweten hebben. Wat zich in haar innerlijk afspeelde, heeft hij echter op deze manier weergegeven: zij was ootmoedig en groots!
In de rooms-katholieke traditie waar Maria koninklijke allure heeft, zijn velen er zich van bewust geweest dat Maria een jonge vrouw was uit Nazareth, die iets eenvoudigs en ongekunstelds had, zoals blijkt uit een prachtig artikel van de grote nieuwtestamenticus Lagrange1. Hij schetst haar als een frisse, gelovige, jonge vrouw.
Als we Maria zó zien, doen we haar het meest recht, evenals de situatie bij de aankondiging van de geboorte.
Verloofd zijn – vrouw zijn
Lucas vertelt daarbij dat ze verloofd is. Dit gegeven kon voor het begrijpen van de geschiedenis van de Annunciatie wel eens van heel grote betekenis zijn. Wat gaat er om in een jonge Israëlitische vrouw, die verloofd is? De ontmoeting en het omgaan met de man op wie ze steunt en aan wie ze zich toevertrouwt, ervaart ze als een wonder. Daar komt bij dat de toekomst voor haar open gaat. Als God het geeft zal zij samen met haar verloofde (Jozef) een gezin stichten, een kind ontvangen en moeder worden. Wat dat betekent, tast ze in haar gemoed af en ze verheugt zich erover.
Haar hierin te begrijpen is van groot belang. Maar juist op dit punt doet zich voor de huidige mens een probleem voor, omdat hij veelal voorbij leeft aan dit dankbare dat een vrouw eigen is. We weten steeds minder wat het vrouw-zijn inhoudt. Deze overweging drong zich onlangs aan me op toen ik me verdiepte in het boek van Abigail Favale The genesis of gender.2
Abigail Favale groeide op in een methodistisch gezin. In haar studietijd kreeg ze belangstelling voor het feminisme en voor het opkomend transgenderisme. Ze bezocht universiteiten in Engeland en Schotland en werd docent vrouwenstudies aan de universiteit van Notre Dame in Amerika. Als zodanig ontmoette ze onder andere Judith Butler, die aan de wieg staat van de doorbraak van het transgenderisme. Jarenlange studie maakt haar tot een groot kenner van de geschiedenis van beide bewegingen. Zij vertelt: voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog kwamen feministen op voor een gelijkwaardige maatschappelijke positie van de vrouw. Na de oorlog ontstaat een ander klimaat. De grote voortrekker van het moderne feminisme is Simone de Beauvoir, van wie vooral het boek La deuxième sexe alom bekend is geworden. Met enkele citaten laat Abigail Favale zien hoe zij afstand nam van hetgeen tot dan toe als inherent aan het vrouw-zijn werd gezien en van wat de eer van de vrouw uitmaakte. Simone de Beauvoir wees op de discrepantie tussen het ideaalbeeld van het vrouw-zijn en de beleving daarvan door haar en vele andere vrouwen. Het typisch vrouwelijke van het vrouwenlichaam, de terugkerende cyclus, de mogelijkheid van een zwangerschap, het ontvangen van een kind – dat alles is voor Simone de Beauvoir geen voorrecht of eer, maar een ergerlijke last, waar ze zich het liefst van zou ontdoen. Ze protesteert ertegen met haar hele bestaan. De volksmond zegt: ‘mooi’. De werkelijkheid is ánders, het is kommer en kwel. Het vrouwenlichaam hindert en zorgt er bovendien voor dat de vrouw op veel terreinen onderdoet voor de man.
Simone de Beauvoir was één van de aanjagers van de vrouwenbeweging in de jaren zestig. Vrouwen gingen de straat op onder meer voor het recht op abortus. Het was de tijd dat de anticonceptiepil op de markt kwam. Een heel aspect dat tot dan toe inherent verbonden was aan het seksuele kwam op de achtergrond te staan: een vrouw kon seksuele omgang hebben, terwijl ze niet meer hoefde te rekenen met een mogelijke zwangerschap! Het feit dat aan het seksuele geen grote implicaties meer verbonden waren (zo leek het), opende de weg voor de beleving van de vrije seks. Het feit dat de beleving van het seksuele en de lichamelijke gevolgen ervan veel minder sterk beleefd werd, werkte op den duur in de hand dat de stap niet ver meer was naar de bewering dat iemand zijn eigen sekse kan kiezen, óók als het lichaam aangeeft dat iemand man is of vrouw. Het feit dat sommigen zich wat het geslachtelijke betreft anders voelen dan hun lichaam aangeeft, waardoor ze zich diep ongelukkig voelen en veelal gediscrimineerd werden, werkte als een katalysator. Wat is er tegen een andere beleving van seksualiteit en tegen een eventuele transitie, als daar langs operatieve weg mogelijkheden voor zijn? Dit alles leidde tot een ontkoppeling van het beleven van seksualiteit en de sekse van het lichaam, die inmiddels zulke vormen heeft aangenomen dat bijvoorbeeld de Rutgerstichting met subsidie van de overheid lespakketten voor basisscholen heeft ontwikkeld, waarbij jonge kinderen op een schaal van één tot tien kunnen aangeven of ze zich meer meisje dan wel jongen voelen, met de (vaak meer dan impliciete) boodschap dat – zoals mevrouw Butler stelde – ‘alles normaal is’. Wat het lichaam zegt over je geslacht doet nauwelijks of in het geheel niet ter zake.
Abigail Favale stelt, als ze deze ontwikkeling schetst: ‘Als men mij in mijn jonge jaren de vraag gesteld had op welke schaal ik meisje of jongen was, zou ik wat het meisje-zijn betreft laag gescoord hebben. Ik werd gepest omdat ik ‘jongensbenen’ had en ik had behoorlijke haargroei op mijn armen en benen, iets waar ik me voor geneerde.
Een juist verstaan van de Annunciatie
Hoe ver staat dit af van de beleving van het vrouwzijn, zoals we dat in de Bijbel tegenkomen en zoals dat door talloze vrouwen beleefd werd en wordt! Voor een juist verstaan van de geschiedenis van de Annunciatie is het van de grootste betekenis om juist déze beleving te begrijpen.
Ik wees erop dat Lucas vertelt dat Maria verloofd was. Hij onderstreept dit, óók om iets aan te geven over de omstandigheid waarin Maria verkeerde. Zoals gezegd zag zij uit naar de dag van haar huwelijk, met in het verlengde daarvan de mogelijkheid om een kind te kunnen ontvangen. In Israël leefde het besef dat het huwelijk een gave is van God; zwangerschap werd gezien als een wonder dat zich voltrekt in het lichaam van de vrouw, doordat God haar als het ware zegenend heeft aangeraakt. Een kind dat geboren zou worden, werd dan ook gezien als een geschenk van zijn hand. Men kende de moederbelofte, waarin God Eva beloofde dat zij kinderen zou krijgen. Men wist dat Eva bij de geboorte van haar eerste kind vol vreugde uitriep: ‘Ik heb een man ontvangen van God’. Men wist dat een zwangerschap niet probleemloos is en dat een vrouw ‘met smart’ kinderen krijgt. Tegelijk besefte men dat een vrouw, zoals Paulus zei, ‘gelukkig wordt door kinderen te baren.’ Het is zoals Christus zei: ‘Een vrouw heeft tijdens de zwangerschap en de geboorte smart, maar zodra het kind geboren is, is ze het verdriet vergeten en is ze blij omdat ze een kind ter wereld heeft gebracht.’ Wie dit niet na kan voelen, is niet in staat te begrijpen wat er in Maria omgaat, in de dagen dat de engel haar bezocht.
Lukas vertelt hoe de engel Maria groet: ‘Gegroet, u die begenadigd bent onder de vrouwen!’ Zo vóelde Maria zich: begenadigd. God is goed voor haar: ze had Jozef als een geschenk ontvangen en zou gaan trouwen. Maar dat het een éngel is die haar deze groet brengt, verbaast haar. Wat mag dat betekenen? De engel zegt: ‘Wees niet verschrikt, u zult zwanger worden en een zoon baren, van wie de naam Jezus zal zijn.’ Dan haar reactie: ‘Hoe zal dit kunnen, aangezien ik nog geen omgang met een man heb?’ De engel antwoordt: ‘De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen, daarom zal dat wat uit u geboren wordt Gods Zoon genoemd worden’, waarop hij vertelt van Elisabeth, die in haar ouderdom zwanger is geworden. Hij sluit af met de woorden: ‘Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.’ Daarop reageert Maria met de weergaloze woorden: ‘Zie de dienares van de Here, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord.’ Maria was tot op zekere hoogte voorbereid op wat haar ten deel viel doordat zij toeleefde naar haar huwelijk en eventuele moederschap. Beide gaven wilde zij dankbaar uit de hand van God ontvangen, terwijl ze de roeping die daarin gelegen was, als een dienares van God tegemoet trad. Ze wist al wat het was om in het geloof te leven en ze kende de wens om het geloof samen met de man, die ze liefhad, door te geven als God hen kinderen zou toevertrouwen. Wat de engel haar aankondigde, wat haar nu ten deel viel, ging daar weliswaar ver bovenuit, maar juist de manier waarop zij toeleefde naar haar aanstaande huwelijk, predisponeerde haar om boven het ‘gewone’ uit te grijpen en gelovig te spreken: ‘zie, ik sta als dienares tot beschikking van de Heer, laat met mij geschieden overeenkomstig wat u zegt!’
Eerst het natuurlijke
De apostel Paulus zegt in 1 Korinthe 15: ‘Het natuurlijke komt eerst en dan het geestelijke.’ Zo is het ook in Lucas 1. De manier waarop Maria toeleeft naar het huwelijk doet recht aan het natuurlijke èn predisponeert haar om bóven het natuurlijke uit te grijpen om zo het wonder van het bovennatuurlijke in dankbaarheid te aanvaarden. Het geloof van Israël, waar men de Schepper beter kende dan in welk volk ook maar, zorgde ervoor dat het natuurlijke tot zijn recht kwam.
Waar vindt men een zuiverder huwelijksbeleving dan in Israël? Waar vindt men een zuiverder beleving van het moederschap dan in Israël?
Iets van de rijkdom van de schepping kende men ook in het heidendom, ondanks alle aberraties die er te vinden waren. Het is bekend hoe vrouwen in wereld van de Grieken en van de Romeinen met dankbaarheid een kind verwachtten en dit zagen als een geschenk van de goden. Vrouwen neurieden bij de wieg, ze brachten uit dankbaarheid een plengoffer, ze geloofden dat het kind omgeven werd door schikgodinnen, die zijn levensdraad door de stof van de geschiedenis heen borduurden, die men om die reden gunstig wilde stemmen. Wie de reliëfs bij het Forum Romanum in Rome in ogenschouw neemt, ziet hoe het ideale gezinsleven eruit zag. Alles ademt een gezonde, huiselijke, opgeruimde sfeer. Men wist van een natuurlijke orde.
In Israël is deze orde het meest aan het licht getreden, omdat men er de Schepper veel beter en directer kende dan bij welk volk ook maar. Waar vindt men een geschiedenis als die van Ruth, onder welk volk treft men een gedicht aan als Psalm 139, waar het wonder van de groei van een kind in de moederschoot wordt bezongen? Waar vindt men een vrouw als Maria?
Dit natuurlijke werd ook door de Here Jezus Christus bewaakt. Niet voor niets deed Hij zijn eerste wonder tijdens een bruiloft van twee jonge mensen in Kana in Galilea, en zei Hij tegen de farizeeën: ‘Hebt u niet gelezen dat God man en vrouw schiep en dat Hij zei dat een mens zijn vader en moeder zal verlaten en zijn vrouw aanhangen en deze beiden tot één vlees zullen worden? Wat God dan samengevoegd heeft scheidde de mens niet!’ Niet voor niets wees Hij de Samaritaanse vrouw vóórdat Hij haar vergeving gaf op wat er mis was in haar leven. Deze vergeving is er in Hemzelf. Waar ze gevonden wordt, gaat dit altijd gepaard met een verandering van hart, een heroriëntatie naar boven, naar hoe God de dingen bedoeld heeft en het gehoor geven dááraan.
Abigail Favale
Zelden heeft dit natuurlijke zó onder druk gestaan als in de huidige tijd. Het verhullende is dat dit gebeurt in naam van mededogen met de naaste, die worstelt met zijn of haar seksualiteit. Abigail Favale begrijpt dit mededogen goed. Zij vond de weg naar de kerk terug. Ze ondervond hoe rijk de schepping was en hoezeer het christelijke geloof recht doet aan de schepping. Maar wat als ánderen de rijkdom van bijvoorbeeld het moederschap niet ondervinden zoals zij en kiezen voor een homoseksuele relatie, voor een transitie? Kwam het haar toe daar iets van te vinden? Studie, die samenging met een groeiend intuïtief besef, bracht haar ertoe om in te zien hoezeer de trend van feminisme en transgenderisme juist schade berokkent. Zij laat zien hoe kinderen door voortdurende beïnvloeding al vroeg gaan twijfelen aan hun seksuele identiteit, waardoor het aantal aanmeldingen bij klinieken voor transitie explosief toeneemt. Zij wijst op de lichamelijke gevolgen van een traject van transitie, die veelal onherstelbaar zijn, terwijl een dergelijk traject toch nooit ècht kan maken dat een man een vrouw wordt en een vrouw een man. Zij laat zien hoe verhullend het is om te spreken over ‘interseks’, alsof er sprake zou zijn van een spectrum, een middengebied tussen man en vrouw, waarbij de één meer man of vrouw is dan de ander. Het is biologisch aantoonbaar dat een man een man is en een vrouw een vrouw en dat dit lichamelijk gezien niet verandert. Binnen het spectrum van het man- en vrouw-zijn zijn er variaties, een tussengebied tussen man en vrouw is er niet. Men zou kunnen zeggen dat Abigail Favale de schepping weer in beeld brengt en weer honoreert. Ze boort een werkelijkheidszin aan die alom wordt weggedrukt. Dit komt het mooiste tot uiting in die passages waarin ze uitleg geeft van de eerste hoofdstukken van het Bijbelboek Genesis.
De schrijfster kiest haar woorden zorgvuldig en hoedt zich ervoor om te kwetsen. Toch is haar boodschap niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. In het feminisme en het transgenderisme ziet ze een groot gevaar. Het ondermijnt het werkelijkheidskarakter van de schepping. Waar het werkelijkheidskarakter van de schepping ondermijnd wordt, tast men datgene aan wat een voorwaarde is voor het verstaan van het Evangelie. Niet voor niets ging de geschiedenis van Israël vooraf aan wat zich aandient in het Nieuwe Testament. Het heeft zijn reden dat de Wet voorafgaat aan het Evangelie en dat de Wet aansluit bij en uitdrukking geeft aan de orde in de schepping. Het heeft zijn reden dat de engel bij Maria kwam terwijl zij verloofd was en uitzag naar het huwelijk. Ze beleefde iets van de vreugde van de schepping, wat haar geschikt maakte om aan te voelen hoe rijk het Evangelie zou zijn.
Moeder en kind gered
Elke ideologie ondermijnt het scheppingsbewustzijn en maakt van een mens een cycloop, een eenoog die maar één ding opmerkt. Het feminisme zoals verwoord door Simone de Beauvoir en het transgenderisme zoals verwoord door Judith Butler doet geen recht aan de vrouw, het huwelijk en de rijkdom van de zwangerschap.
In Genesis 3 zegt God dat er vijandschap zal zijn tussen de slang en de vrouw en tussen zijn nageslacht en dat van haar. Op Patmos ziet Johannes hoe een draak zich opstelt tegenover een vrouw, die op het punt staat te bevallen. De draak staat voor de boze, de vrouw voor Maria en ook voor de Kerk. Beide voorzeggingen lijken de afgelopen tijd bijna letterlijk in vervulling te gaan.
De geschiedenis van Kerst begint met te melden dat Maria ondertrouwd was met Jozef. God zorgde ervoor dat Jezus in een gezin kon opgroeien. Het Kind werd gered toen Herodes zijn tentakels ernaar uitstak. Later strekte Jezus’ zorg zich uit naar Maria: toen Hij aan het kruis hing, vertrouwde Hij haar toe aan de zorg van Johannes. Zo eerde Hij haar, die aan het begin van zijn menswording zich omschreef als ‘dienares van haar Heer’. Het Evangelie bevestigt het moederschap. En Maria maakte mee dat haar Kind opstond, dít Kind. Het Kind werd gered. Zo zal het steeds weer gaan. Ook nu.
Noot
1 M.J. Lagrange, L’Écriture en église, blz. 149-158.
2 Ignatius Press, San Francisco, 2022.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2022
Ecclesia | 8 Pagina's
