Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De rijkdom van de ethische theologie (V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De rijkdom van de ethische theologie (V)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geloof en wetenschap

In het vorige artikel waagden we een poging om helderder te krijgen wat ethische theologie nu precies betekent. We zagen dat theologie ethisch is omdat het daarin om de waarheid gaat. En die waarheid treedt aan het licht in het innerlijk van de mens door de Heilige Geest die ons daardoor tot leven wekt. Omdat de waarheid in ons hart openbaar wordt, is ze ethisch. Daardoor kunnen wij gedurende ons leven worden wie we in Christus zijn. We zijn mensen op weg naar een zuiver en ook zuiverder menszijn. Er is sprake van vooruitgang in de mensheid. Al blijft dat vaak verborgen onder de oppervlakte, eens treedt het door het Hoofd van de mensheid in het volle licht.

Niet alleen de mens die door de Heilige Geest tot leven is gewekt neemt deel aan het historische groeiproces in de geschiedenis. Ook de christelijke gemeente is een gemeenschap die onderweg is door de geschiedenis. Hetzelfde groeiproces zien we in het voortschrijdende inzicht van de wetenschap. Terwijl vandaag geloof en wetenschap nogal eens in conflict zijn met elkaar verbindt Gunning deze twee juist. Hij wil van geen antithese weten. Sterker nog: de wetenschap wordt door het geloof gedragen. Het is dus een spannende thematiek, die hier aan de orde komt. Hoe komt Gunning tot deze gedachte? We proberen hier wat duidelijkheid in te krijgen.

Het geheim van de synthese

De waarheid is ethisch beweert Gunning en op die waarheid is het hart van een mens aangelegd. Diep in ons innerlijk ligt het verlangen naar het kennen van die waarheid waardoor ons hart tot leven komt. Maar daarvoor zijn we wel aangewezen op de Heilige Geest. De Geest wekt ons tot leven door ons met die waarheid te verbinden. En God is de uiteindelijke, de dragende en laatste grond van de waarheid omdat Hij de waarheid zelf is. Dat de Here God zich door de Heilige Geest aan mensen te kennen geeft, vindt zijn oorsprong in zijn liefde. Liefde is de drang tot gemeenschap. De wil om zichzelf mee te delen. Je zou dit het hart van Gunnings kentheorie kunnen noemen. Hier ligt het geheim van Gunnings synthese tussen geloof en wetenschap.

De discussie over de dogmatiek waar Gunning zich met twee opstellen, over het ethische beginsel van de theologie en over het ethisch karakter van de waarheid, in mengde laat zien waarom hij geloof en wetenschap met elkaar weet te verbinden. Gunning is van mening dat de dogmatiek (systematische theologie) gebaseerd moet zijn op de ethiek en niet andersom. Met ethiek bedoelt hij dan de openbaring in het hart van de mens én daarmee in de christelijke gemeente, onder leiding van de Heilige Geest, in het historische proces van de geschiedenis. Daarmee wordt het geloof van de gemeente onderwerp van empirisch onderzoek en op de resultaten daarvan stoelt de kerkelijke leer. Geloof en leven komen hier samen en worden beide opgenomen in het dogma. We hoeven hier volgens Gunning niet bang te zijn voor subjectiviteit omdat het geloof van de gemeente onder leiding staat van de Heilige Geest die de kerk door de geschiedenis leidt en die ervoor zorgt dat mensen een levende persoonlijkheid worden. Deze levende persoonlijkheden vormen een levende gemeenschap en door dat levende geloof te beschrijven, krijgt de kerkelijke leer iets dynamisch. Daarom draagt het geloof een kritische houding met zich mee. Dogmatiek is dan ook een kritische beschrijving van het leven van de gemeente waaruit haar leer tevoorschijn komt.1

Gunning gaat zelfs zo ver dat hij de christelijke gemeente ziet als het middelpunt van de geschiedenis. Zij is de mensheid die door de Heilige Geest tot het vrije leven is gekomen waarvan de Here God zelf de dragende grond is. Want de gemeente is gegrond in de eeuwige waarheid. Op dit geloof rust zelfs de wetenschap. Van al de eeuwige waarheden buiten het geloof is uiteindelijk God de samenvattende grond. Om van die waarheid iets te kunnen begrijpen moet men bekeerd zijn.

Met deze kentheorie komt Gunning dicht bij die bekende tekst uit de Hebreeën 11 vers 3 waarin wordt gezegd dat wij door het geloof inzien dat de dingen die we zien niet ontstaan zijn door wat zichtbaar is.2

We zien dat het voor Gunning onbestaanbaar is dat geloof en wetenschap twee gescheiden werelden zijn. Als geen ander weet hij beide met elkaar te verbinden maar daarin gaat hij verder dan dat. Er zit in zijn kentheorie een bescheidenheid. Ook ons wetenschappelijke kennen is ten dele en uiteindelijk een gave van God door de heilige Geest.

Wonderen en wetenschap

Op nog een ander gebied kunnen we veel aan Gunnings kijk op de verhouding tussen geloof en wetenschap hebben. En dan moeten we kijken naar de manier waarop hij de wonderen in de bijbel benadert. Voor veel mensen zijn deze wonderen in zekere zin problematisch. Juist hier wringt voor ons idee de schoen tussen geloof en wetenschap. In de bijbel komen we veel wonderverhalen op het spoor. En vooral het aardse leven van Jezus ging met wonderen gepaard, met als hoogtepunt zijn opstanding uit de dood. Kunnen we dat rijmen met de wetenschap en onze kennis van de natuurwetten?

Hier blijkt naar mijn mening de genialiteit van Gunnings denken en de ethische theologie. De kern ervan ligt in de persoon van Jezus Christus. Hij is het hoofd van de mensheid, een mikrokosmos, en daarmee de stip op de horizon van onze ontwikkeling op weg naar zuiver menszijn. En zuiver menselijk is ethisch – zo schreef Gunning. En daarmee heeft Gunning een ijzersterk argument in handen waardoor hij kan zeggen dat het wonder van de opstanding van Christus uit de dood niet in strijd is met de natuurwetten maar er juist de hoogste uitdrukking van is.3 Zo gezien is Jezus niet een bovennatuurlijk mens maar de ware, zuivere mens.4

Deze voorstelling is zo geniaal omdat Gunning hiermee een indringend weerwoord had tegen het naturalisme van de moderne theologie van zijn tijd die God beperkte tot de natuurwetten. Tegelijk deelt hij hiermee een gevoelige slag uit aan het pantheïsme dat de natuur vergoddelijkt, daardoor de werkelijkheid geen recht doet, en de zonde in mens en natuur over het hoofd ziet. Wie God in de natuur zoekt zal Hem nooit leren kennen omdat het Goddelijke wijkt als een nevelbeeld. We doen er dus goed aan om ons ervan bewust te zijn dat in het wezen van God de mogelijkheid aanwezig is om telkens nieuwe krachten en wetten aan het licht te doen komen. De opstanding van Jezus is volgens Gunning dan ook het doorbreken van het hogere leven door het lagere heen, om het op te heffen en te verlossen.5 Hier resoneert zowat alles in de theologie. De schepping klinkt, de geschiedenis doet mee, er is sprake van ontwikkeling en vooruitgang, en tegelijk licht het einddoel van de geschapen werkelijkheid op. Daarom is het jammer dat de rijkdom van de ethische theologie na de Tweede Wereldoorlog op de achtergrond is geraakt terwijl in deze stroming zoveel tegenstrijdigheden in de theologie bij elkaar zijn gebracht en op een hoger niveau zijn getild.


Noten

1 Johannes Hermanus Gunning Jr. „Het ethisch beginsel der theologie.” In J.H. Gunning Jr. Verzameld Werk Deel 1 1856-1878. Zoetermeer: Boekencentrum, 2012. p.541-544.

2 Hebr. 11,3. en idem. Johannes Hermanus Gunning. „Het ethisch beginsel der theologie.” In J.H. Gunning Jr. Verzameld Werk Deel 1 1856-1878. p.544.

3 Johannes Hermanus Gunning Jr. Blikken in de openbaring. Deel 2. Amsterdam: H. Höveker, 1868. p. 37; 39; 49.

4 Johannes Hermanus Gunning Jr. „Het ethisch karakter der waarheid I en II.” In J.H. Gunning Jr. Verzameld Werk Deel 1 1856-1878, Editor: L. Mietus, 597-648. Zoetermeer: Boekencentrum, 2012. p.601.

5 Idem. Johannes Hermanus Gunning jr. Blikken in de openbaring. Deel 2. p.48.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 2022

Ecclesia | 8 Pagina's

De rijkdom van de ethische theologie (V)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 2022

Ecclesia | 8 Pagina's