Hoe bouw je een wereldrijk?
Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest, zegt de HERE van de legermachten. N.a.v. Zacharia 4:6
We zien er genoeg van, in onze dagen. De poging om een wereldrijk te bouwen of het juist te verdedigen. Alles lijkt te draaien om middelen en macht. Zelfs als anderen je plannen radicaal afkeuren: als je geld en geweld genoeg hebt om in te zetten kun je een heel (Russisch) eind komen.
Maar aan mensen en middelen heeft Zerubbabel nou net tekort. Ook hij is met bouwen bezig. Jeruzalem lag in puin, de tempel was verwoest. Maar vol goede moed begonnen ze de wederopbouw. Dat is nu alleen al 18 jaar geleden. De bouw ligt inmiddels stil, door externe tegenstand en afbrokkelend intern moreel. En zelfs als de tempel eindelijk afkomt: het wordt nog geen schim van wat de eerste tempel was. Vroeger was de tempel groots en indrukwekkend. Deze tempel zal zoveel kleiner zijn.
Eeuwen na Zerubbabel schreef Johannes dat Jezus ons getempeld heeft (Joh. 1:14). Hij maakte ruimte voor waar de tempel voor was bedoeld: de ontmoeting met God. De plek, een tempel, werd een Persoon, Jezus. En ineens kunnen bijvoorbeeld Petrus en Paulus zeggen: de gemeente is de nieuwe tempel. De Geest maakt nieuwe plekken waar God in deze wereld woont. Als wij dan vandaag om ons heen kijken, komt Zerubbabels situatie dan niet dichtbij? De bouw van dat huis lijkt te stokken. Er is een tijd enthousiast gebouwd. Gods huis in ons land stónd. Maar de mensen en middelen in de christelijke gemeente nemen niet toe; ze nemen af. Kleinere gemeenten, parttime predikantsplaatsen, lege stoelen. En ondertussen lijken panelen in de wereld te verschuiven, in een angstaanjagend tempo. Wordt het ooit nog wat het vroeger is geweest?
We wegen het verleden vaak oneerlijk. Maar vooral: zulke zorgen doen de toekomst tekort. Ze rekenen buiten het werk van de Geest. Ja, het huis van Gods gemeenschap in deze wereld is kwetsbaar. Maar er is zoveel meer te zien dan je denkt! Zacharia ziet een gouden kandelaar, lampen, olie en olijfbomen. De twee olijfbomen geven olie. En olie zorgt ervoor dat lampen blijven branden. De lamp zal in de tempel weer gáán branden en blíjven branden. Er zal meer dan voldoende olie zijn. En zó wordt Gods huis een tempel van licht. Vers 6 onderstreept de betekenis: niet door kracht, niet door macht, maar door Mijn Geest. Zacharia mag Zerubbabel gaan vertellen: ja, jouw middelen zijn opgedroogd. Inderdaad, jullie zijn door je mogelijkheden heen. Maar tóch zal Gods huis staan. Want God komt met zijn Geest in de ruïne, om te voltooien wat mensenhanden niet is gelukt. Want Geest is en blijft er genoeg!
Wat denken wij snel in onze middelen en mogelijkheden. Als kerk: wat moeten wij doen en bedenken om de komende jaren mee te blijven doen? Wat moeten we veranderen, wie moeten we vragen? Aantrekkelijke liturgie, aansprekende voorgangers… Of voor je eigen geloofsleven: Wat moet ik doen om geestelijk te groeien? Meer stille tijd, beter bidden, vaker Bijbellezen, scherpere keuzes maken…
Leven met Gods Geest is ook je eigen gedachten en machten durven loslaten. Ontvangen wat God je geven wil gaat langs de weg van lege handen. Waar jij niet hebt, wat jij niet kunt, dáár is Gods Geest in zijn element. De Geest komt in ons tekort – om er overvloed van te maken. Hij baant zijn eigen wegen wel. Hoe bouw je een wereldrijk? Wij bidden alleen maar: kóm! Kom, zodat wij ons laten leiden. Dán is er alle reden voor hoop.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 2022
Ecclesia | 8 Pagina's
