Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De apostel der intellectuelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De apostel der intellectuelen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

HHet artikel dat de lezer hier aantreft, is me aan de hand gedaan door ds. J. Riemersma. Het werd gepubliceerd op 18 augustus 1962 in het Hervormd Weekblad en is geschreven door dr. W. Aalders. Het gaat over Blaise Pascal (1623 – 1662). Alleen al vanwege de mooie inhoud loont het de moeite het artikel af te drukken in de kolommen van Ecclesia. Dr. Aalders promoveerde in 1941 op Pascal. De titel van het proefschrift is “Pascal als apologetisch prediker”. Aalders was dus een kenner van deze ‘apostel der intellectuelen’, zoals hij hem noemde. Er is nog een andere reden waarom het artikel nu wordt opgenomen. Onlangs begon ik met een artikelenreeks n.a.v. twee boeken over staatsrecht en vrijheid, te weten van dr. Henk Post (Vrijheid van godsdienst in een democratische samenleving) en van dr. Bart Jan Spruyt (Voor religie en vrijheid). De artikelenreeks biedt me gelegenheid me te verdiepen in stof die al jaren mijn aandacht vraagt. In dit opzicht is het artikel van dr. Aalders van betekenis. Hij wijst namelijk op de invloed van de Jezuïeten in de zestiende eeuw. Met betrekking tot het staatsrecht hebben zij een belangrijke rol gespeeld. Meer recente literatuur heeft dat aan het licht gebracht. Ik denk aan boeken van Michel Villey, Quentin Skinner, John Finnis en Rémi Braque. Aan deze invloed van de Jezuïeten besteed ik in het volgende nummer aandacht. Zij keerden zich niet alleen tegen de verworvenheden van de Reformatie (zoals we zullen zien) maar ook tegen de geestverwanten van Pascal. Het artikel van dr. Aalders kwam me in mijn studie behoorlijk van pas. Dus ook met het oog op het volgende nummer neem ik het artikel van destijds graag op. H. Klink

Blaise Pascal is niet oud geworden. Hij stierf toen hij nauwelijks 39 jaar was. Een groots en omvangrijk oeuvre heeft hij niet nagelaten. Slechts een aantal brieven, verscheidene verhandelingen op wiskundig en filosofisch terrein, enkele uitvindingen, en een ontwerp voor de verdediging van het christelijk geloof. Zeker, de kwaliteit van zijn werk is hoog. Pascal bezat een briljante geest en zijn geschriften zijn vol flitsende gedachten. Maar de Franse esprit is bekend en vermaard en de 17 e eeuw kent tal van eminente figuren, die experimenteerden, uitvindingen deden, verhandelingen schreven, hommes de lettres waren. Waar zouden wij dan aan hem bijzondere aandacht wijden?

Grote tijdgenoten

De grote wijsgeer Descartes was een land- en tijdgenoot van Pascal. Zijn filosofie wees de mens van de na-middeleeuwse periode op het redenerend verstand als het enige middel dat hem vastheid en zekerheid kan geven. Het uit eigen geest opgespoorde en blootgelegde kennen is alleen het ware; niet wat gezag, traditie en openbaring dicteren. Niet zonder reden is daarom Descartes vaak de filosoof van de moderne tijd genoemd. Ook Montaigne was een beroemd man in het 17 e eeuwse Frankrijk. Men zou hem de geestelijk antipode van Descartes kunnen noemen. Hij is de geboren scepticus, die zijn grote intellect gebruikte om de spot te drijven met alle verstandverheerlijking. In zijn Essays toont hij met milde spot hoe de mens altijd inconsequent is, tegenstrijdig, een dwaas, die met al zijn inspanning en veelwetendheid toch nooit verder kan komen dan de vraag: “Wat weet ik?” Zo er al waarheid is, dan is de mens te zwak en te klein om haar te grijpen. Men zou Montaigne de vader van de hedendaagse intellectuele agnosticus kunnen noemen. Blaise Pascal zou als een tweederangsfiguur in de schaduw van Descartes en Montaigne zijn gebleven, als hij met zijn scherpe geest en literaire gaven in hun voetspoor was blijven gaan. Hij zou dan een epigoon gebleven zijn, een arenlezer achter de maaiers. De Here God heeft echter iets beters met hem voorgehad. Hij heeft hem tot een uitverkoren werktuig gemaakt om het evangelie te brengen aan de geestelijke nazaten van Descartes en Montaigne. Pascal is de eerste grote apostel onder de moderne intellectuelen. Daarom is er reden om bijzondere aandacht aan hem te besteden.

Gegrepen

In zijn jonge jaren heeft Pascal sterk de invloed van het rationalisme en agnosticisme ondergaan. Vooral de geschriften van de voorname, fijnzinnige Montaigne misten hun uitwerking op zijn geest niet. Een tijd lang heeft hij geschitterd in een selecte kring van vrienden, jonge edellieden van hoge cultuur en scherp verstand, met wie hij diepzinnige gesprekken voerde, sport en spel beoefende, wetenschappelijke onderzoekingen verrichtte. En in dat milieu was hij facile princeps (de anderen verre de baas).

Tot God de hand op hem legde en hem voor zijn dienst afzonderde. Dat was toen hij net dertig jaar was. Hij kwam in contact met de vrome kring van Port- Royal, leerde daar levend geloof kennen, werd gegrepen door het evangelie en ervoer de werkelijkheid van de genade van God. Dat was zijn Damascus-belevenis.

De ingrijpendheid ervan is uitgedrukt in een gedenkblad, dat hij in de nacht van zijn bekering heeft geschreven:

Vuur, God van Abraham, God van Isaak, God van Jacob. niet van filosofen en geleerden. Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede. Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Jezus Christus, dien Gij gezonden hebt.

Nu had Pascal zijn levensroeping ontdekt: de filosofische en wetenschappelijk geschoolde mens van zijn tijd, die volledig buiten de genade leefde, de werkelijkheid van het evangelie te prediken. De kring van zijn vrienden en vroegere geestverwanten, de volgelin-gen van Descartes en Montaigne, was voortaan zijn apostolaire werkterrein. Welk een moeizame taak wachtte hem. Maar was zijn hart niet brandende?

Allereerst aan de slag met de Jezuïeten

Het doet vreemd aan, dat Pascal, vóór zich aan zijn levensroeping te wijden, eerst in een scherpe en verbitterde polemiek is geraakt met de Jezuïeten. De beroemde Lettres à un provincial, die meesterstukjes zijn van literaire kunst, satirische spot en theologisch vernuft hebben er niet weinig toe bijgedragen, dat de naam “Jezuïet” eeuwenlang een euvele klank heeft behouden.

Toch was deze felle aanval een innerlijke noodzaak. De Jezuïeten-paters bewogen zich immers op hetzelfde terrein, waar Pascal zijn roeping wist te liggen. Ook zij arbeidden onder de intellectuelen, die van de kerk vervreemd waren. Maar zij deden het, zonder ook maar iets van de ernst van de nieuwtestamentische verkondiging te beseffen, dat er een onoverbrugbare kloof ligt tussen natuur en genade, tussen geleerdheid en geloof, tussen verstand en openbaring. Zij predikten een evangelie, waarvan de voornaamste inhoud het compromis was. Zij waren meesters in de kunst om alles aan elkaar te lijmen en de grootste tegenstellingen op laffe wijze te verzoenen. Voor Pascal, die in eigen leven de breuk der bekering had leren kennen, was dit Jezuïeten-apostolaat een karakterloos christendom, een geloof, waarin het zout der openbaring smakeloos was geworden. Zijn befaamde brieven over deze missie-paters zijn misschien wel eens te scherp geweest, te bijtend van spot. Zij hebben het echter op Paulinische wijze duidelijk gemaakt dat er geen evangelie is voor de moderne mens dan een evangelie, dat ergernis en dwaasheid is.

Gedachten

Na deze polemiek heeft Pascal zich helemaal aan zijn eigenlijke roeping gewijd. Zijn opzet was een boek te schrijven, dat het karakter zou dragen van de prediking van Paulus op de Areopagus. Een prediking dus, die de kennis en geleerdheid van de wereld voluit ernstig nam en er tot in de verste consequenties toe mee in gesprek trad. Maar die dat deed om de hoogmoed en de zwakheid ervan aan het licht te brengen. Om dan de heerlijkheid van de waarheid in Jezus Christus te verkondigen, en te laten zien dat Hij de mens uit zijn ellende verlost en het waarachtige Leven deelachtig maakt.

Dit werk is niet afgekomen. Het is ontwerp gebleven. Alleen een menigte van losse papieren met verspreide aantekeningen, gedachten, citaten, invallen en bijbelteksten zijn bewaard. Misschien dat de Here God dit voorwerk beter gebruiken kon dan een systematische geschreven boek. In ieder geval heeft deze verzameling van Pensées door de eeuwen heen een wonderlijke weg gehad. Zij zijn gevonden op slagvelden, in gevangenissen en ziekenkamers. En wie kan zeggen, hoeveel zegen en troost ze geschonken hebben aan mensen, die in vertwijfeling, geestelijke verwarring en nood verkeerden?

Tegen de hoogmoed

Als evangelie-prediking aan de moderne intellectueel zijn de Pensées een document zonder weerga. De ergernis van het Kruis wordt niet verhuld. Pascal spreekt direct, zonder omwegen, persoonlijk. Hij vreest de vijandschap, de smaad, de spot niet, als het erom gaat de dingen bij naam te noemen. “Ik kan Descartes niet vergeven…”. “Verneder u, onmachtige rede….” Niets is laffer dan de branie te spelen voor God.” “Geest is begeerte en wetenschap hoogmoed.” Maar niet om de mens te kwetsen of te bezeren spreekt hij zo. Het is de liefde tot Christus die hem de dingen zó doet zeggen, opdat er ruimte komen zal voor het evangelie van Gods genade. Want het Evangelie is van God, die het hart van de mens zocht. “Het Evangelie is God, voelbaar voor het hart.” Dát is het wat hij Descartes en Montaigne bovenal kwalijk neemt: dat zij het persoon-zijn van de mens stelden in het redenerend verstand, in het denkend bewustzijn. Dáár ligt de wortel van alle kwaad! Het is de hoogmoed zelf. Zó hebben zij zich buiten de heilige werkelijkheid van God gesteld en zichzelf afgesneden van het waarachtige Leven. Want God is liefde en wordt niet door de rede, maar door het hart gekend.

Daarom hebben alle fragmenten van de Pensées één thema: de moderne intellectueel terug te voeren uit de hoogmoed van het denken naar het liefhebben van het hart. Het indrukwekkendste gedeelte van de Pensées is het fragment getiteld: Het mysterie van Jezus. Dit is geen scherpe discussie meer, geen boetepredikatie, maar een gesprek van hart tot hart, waarin een discipel van Christus die zijn Heer vurig liefheeft zichzelf helemaal blootgeeft en er ontroerd van getuigt, wat Jezus voor hem betekent: “Heer, ik geef u alles!” Opdat ook anderen hun hart aan Hem zullen geven….


Een hartelijke felicitatie Op vrijdag 24 april ontving mr. W. van Leussen uit Ottoland een koninklijke onderscheiding. Hij werd Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. We feliciteren hem van harte met deze eer en betrekken in onze felicitatie zijn vrouw en kinderen en allen die bij hem horen. Ook voor onze vriendenkring maakt mr. Van Leussen zich al tientallen jaren bijzonder verdienstelijk. We danken hem daar van harte voor!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 mei 2015

Ecclesia | 8 Pagina's

De apostel der intellectuelen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 mei 2015

Ecclesia | 8 Pagina's