THEMA De arme Christus en een rijke zondaar H
Het wordt stil in de kerk als in de preek de boodschap van de verkondiging verbonden wordt met ons leven. Opeens gaat het niet meer alleen over de situatie van toen, maar raken de woorden direct de vragen van mijn hart. Het mooiste is als Jezus Christus persoonlijk naar mij toekomt en me aanspreekt met Zijn Woord van leven.
Soms heeft dat iets troostends, soms zit ik juist beschaamd in de kerk; in beide gevallen weet ik dat de Heere mij ziet en kent. Dat kennen van de Heere laat me nooit onbewogen. Onder de preek doet de Heilige Geest zaken. De vreugde van het feit dat Jezus in Zijn Woord mij op het oog heeft gehad is zo rijk dat ik wel een hele zondag in de kerk zou willen zitten. Na zo’n zondag heeft die ontmoeting effect op mijn leven. Het zijn die momenten waarop de rijke Christus een arme zondaar tegemoet komt.
Probleem
Hoe arm zijn die zondaren die met Kerst in de kerk komen precies? Zitten in West-Europa niet vooral rijke zondaren onder de verkondiging van het Woord? Veel kerken zijn middenklassengemeenten geworden. Je ziet het op het parkeerterrein en onze kledingstijl vertelt het ook: we zijn niet armlastig. In vakantieverhalen hoor je kosten plaatjes van duizenden euro’s, bedragen waar veel arbeiders op het zuidelijk halfrond zeker een jaar voor moeten werken. In de top tien van rijke landen scoort Nederland de zesde plaats. Als je een bankrekening bezit, hoor je bij de kleine meerderheid die een rekeninghouder heet. Is het een probleem om als christen rijk te zijn? De meeste CGK-kerken lukt het maar moeilijk om missionair contact te maken met de onderkant van de samenleving. De meeste mensen met een lager inkomen houden het in de kerk meestal niet vol. Ze zijn te verschillend van de gemiddelde kerkganger om zich thuis te voelen. Klaagt het kerstfeest ons niet aan als ons verteld wordt dat Jezus juist in de kribbe kwam?
Rijken
In het evangelie windt de Heere Jezus er geen doekjes om: ‘Voorwaar, Ik zeg u dat een rijke moeilijk het Koninkrijk der hemelen kan binnengaan’ (Matth. 19: 23). Die woorden hebben verband met wat Jezus zei in de Bergrede: ‘Zalig bent u armen, want van u is het Koninkrijk van God’ (Luk. 6: 20). Al te gemakkelijk worden die woorden geestelijk uitgelegd. Een mens moet geestelijk leeg worden voor God en zo kan hij de hemelse schatten deelachtig worden. Maar voor de Heere Jezus hebben deze woorden alles van doen met de keuzes die je maakt ten aanzien van je aardse bezittingen. De rijke jongeling komt om aan Jezus te vragen wat de beste manier van leven is. Hij noemt het ‘eeuwig leven’. Daarmee bedoelt hij niet alleen dat hij op zoek is naar zijn zaligheid; hij wil als vrome Jood het beste leven leiden voor Gods aangezicht. Dat is prijzenswaardig.
Maar Jezus legt de vinger op de zere plek. Niet alleen zijn ethiek kan hem zicht geven op God, ook zijn portemonnee moet in beeld komen. Jezus volgen vraagt dat ook je aardse bezittingen onder het beheer van Koning Jezus komen. Zolang mijn rijkdom mijn bezit blijft, is er voor deze Koning blijkbaar zo weinig plaats. De rijke jongen gaat verdrietig weg (Matth. 19: 22). Wat zou je in de preek nog tegen deze jongen kunnen zeggen? Hij deed het allemaal al zo goed en hij bedoelde het ook goed! En toch zegt Jezus: ‘Eén ding ontbreekt u.’ Wie durft dat vandaag nog te zeggen tegen rijke westerlingen?
Zondeleer
Het gevaar bestaat dat ‘zonde’ in de preek een abstract begrip wordt. Het woord ‘zonde’ klinkt misschien wel in de preek, maar het wordt niet verbonden met ons dagelijks leven. Ikzelf kom in de preek nergens als zondaar onder schot. Als de prediker de zonde niet concreet benoemt, ontneemt hij de luisteraar de mogelijkheid tot bekering. Het gevolg is dat de rijke zondaar niet ontledigd wordt. Hij hoort wel het evangelie, maar diep vanbinnen blijft hij rechtvaardig in zichzelf.
Arm
In Zijn omwandeling op aarde zoekt Jezus mensen op. De evangelisten laten in hun beschrijving Jezus’ goddelijke komaf zien: Hij is de Zoon van God. Jezus toont in Zijn weldaden Zijn koninklijke heerschappij. Hij heeft een overweldigende macht over ziekte, over demonen, over natuurgeweld en zelfs over de dood. Maar dan gebeurt er iets opmerkelijks. In de ontmoeting met zondaren neemt Jezus hun leven niet in met Zijn koninklijke macht. Om het zo te zeggen: Hij dwingt hun overgave niet als Koning af, hoewel Hij daar alle macht toe zou hebben. Nee, Hij zoekt de zondaar op, nodigt hem aan tafel en eet met hem. Jezus komt de zondaar in Zijn knechtsgestalte tegemoet. Hij ontledigt eerst Zichzelf vóór Hij de zondaar vraagt leeg te worden voor God. De arme Christus ontmoet zo de rijke zondaar. Dat is goed nieuws!
Spiegel
Met Kerst komt Jezus op ooghoogte en kijkt de zondaar in de spiegel van Gods heilig aangezicht. De mens kijkt in de ogen van Christus en hij ziet hoe arm Jezus wilde worden. Opeens ziet zijn eigen rijkdom er zo schamel uit. Zo’n ervaring kreeg de tollenaar Zacheüs. Hij moest uit de boom komen en op ooghoogte van Jezus zitten. Hij hield het aan tafel niet meer uit: ‘Heere, de helft van mijn goederen geef ik aan de armen!’ (Luk. 19: 8). De zonde werd voor Zacheüs concreet in de relatie tot Jezus.
Zonde is niet alleen in zichzelf destructief en daarom verschrikkelijk; zonde is vooral erg omdat het de relatie tussen God en jou in de weg staat. Als God de Eigenaar van je leven wordt, zijn als het goed is ook je bezittingen beschikbaar voor Hem. Waar ik mijn rijkdom krampachtig vast wil houden, kan genade mijn hart onmogelijk bereiken. Zolang mijn rijkdom geen armoede wordt, klinkt het Woord van Jezus: ‘Wie gezond zijn hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Ga heen en leer wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars’ (Matth. 9: 12).
Verzoening
In de preek wil God Zichzelf met ons verzoenen. Het initiatief ligt bij Hem. Hij zoekt verloren mensen op en Hij neemt daarvoor de gestalte van een slaaf aan, zegt Filippenzen 2. Met Kerst herdenken we dat Jezus een dienaar wilde worden door ons in vlees en bloed te ontmoeten. Hij ontledigde Zich van hemelse rijkdom om ons in onze verwaande rijkdom echt rijk te maken. Zo klinkt het evangelie in 2 Korinthe 8: 9: ‘U kent de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij omwille van u arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat u door Zijn armoede rijk zou worden.’ Jezus wilde arm worden omwille van ons! Wie dat voor ogen krijgt geschilderd, die kan niet langer rijk blijven zonder God. Je zult zelf leeg moeten raken. Verzoening door het bloed van het kruis betekent dat Jezus ook Koning moet zijn over mijn geldstroom, mijn vastgoed en mijn spullen. Zo concreet moeten we ook in de preek durven spreken.
Areopagus
In Handelingen 17 preekt Paulus op de Areopagus. Het is ronduit een knappe toespraak die Paulus daar houdt (Hand. 17: 15-34). Hij vertelt over Jezus en de opstanding en hij roept de luisteraars op tot bekering. Maar er is één probleem. Nergens in die preek wordt het aanbod van verzoening vlees en bloed. Paulus probeert met mooie citaten de filosofen van de Areopagus op het niveau van de opstanding uit de doden te krijgen. Maar hij vertelt niet over de armoede van Christus, over Zijn vernedering als mens en over Zijn gang naar het kruis van Golgotha. De filosofen van de Areopagus krijgen een rijkdom aangeboden zonder dat ze er zelf arm voor hoeven te worden. Het gevolg? Maar een enkele luisteraar komt tot geloof; Paulus weet zelfs hun namen nog: Dionysius en Damaris. Een schamele oogst in het licht van het hele Handelingenboek.
Korinthe
Terwijl Paulus het plein verlaat, loopt hij over een smal pad naar Korinthe. Onderweg heeft hij tijd om te denken. Hij schrijft er later over dat hij in Korinthe aankwam met vrees en beven. Onderweg heeft hij één beslissing genomen: ik preek niets anders meer, dan Jezus Christus en die gekruisigd. Geen voortreffelijke woorden meer van wijsheid, die rijken moeten behagen. Hij zal vanaf nu het vleeskruisigende evangelie direct in het midden neerleggen. Er klinkt in Korinthe een evangelie van vlees en bloed, van een arme Christus die rijke zondaren ontledigt (1 Kor. 2: 1 en 2). Dat evangelie heeft effect. Tegenover de spirituele en (soms) materiële rijkdom van de Korinthiërs plaatst Paulus de knechtsgestalte van Jezus. Hij preekt hun in zwakheid Gods kracht. In reactie laten de Korinthiërs niet alleen hun geestelijke elitegevoel achter zich (1 Kor. 3), ze openen ook hun portemonnee voor de noden van de heiligen (2 Kor. 9: 12).
Bezwaren
In uw gedachten zijn al lezend de voorbeelden van Abraham, van Job en van Lydia (de purperverkoopster) opgekomen, van wie vermoed wordt dat ze niet onbemiddeld waren. En zegt 1 Timotheüs 6: 17 niet dat rijken vooral hun hoop niet op de rijkdom moeten zetten? Je mag best rijk zijn, zolang je er maar niet je hart op zet, toch?
Ja, maar het gevaar is dat we het dan weer geestelijk maken. Alsof genade alléén een zaak van je hart zou zijn. Juist daarom moeten we in de preek ook geconfronteerd worden met de Christus die arm wilde worden. Hebben we er wel oog voor dat deze nederige Christus ook vraagt om mijn materiële bezittingen? Bekijkt u binnenkort uw huishoudboekje of bereidt u deze maand de aangifte van uw belastingformulier voor? Je overziet je geldzaken en je bankrekening. Mag ik deze vraag stellen: wordt genade ook zichtbaar in uw financiële stromen? Follow the money. Is rijkdom die de Heere Jezus aan arme zondaren schenkt ook zichtbaar in uw vrijgevigheid? Wie mag er aan uw kersttafel zitten? Durft u eens aan te schuiven in een inloophuis om een kopje koffie te drinken met iemand die uw wereld nauwelijks nog binnenkomt?
Vrijgevigheid
Als de Heidelbergse Catechismus over het geloof spreekt, dan zet zondag 7 in bij Christus en Zijn weldaden. Bij die weldaden horen niet alleen de vergeving van zonden en eeuwig leven maar ook de Vaderlijke zorg uit zondag 1. Wie in zijn ontvangen materiële rijkdom de weldaden van Christus ontdekt, die kan niet anders dan delen van wat God hem schonk.
Paulus zegt tegen de Korinthiërs in hoofdstuk 11: ‘Zo zult u in alles rijk worden, tot alle vrijgevigheid in staat, een vrijgevigheid die door middel van ons dankzegging tot God teweegbrengt.’ Genade maakt vrijgevig. Een christen die de vrijwillige armoede van zijn Meester begrepen heeft, die wil niets liever dan met zijn vrijgevigheid Gods genade tastbaar maken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 2022
De Wekker | 24 Pagina's
