THEMA Hulplijntjes bij het geheim van ons hart
‘Ik voel er gewoon niet zoveel bij’, zei een betrokken gemeentelid toen het ging over verzoening door voldoening, ‘en om eerlijk te zijn snap ik het ook niet meer zo goed.’ Vragen over de betekenis van het offer van Christus worden niet meer alleen buiten de kerk gesteld. I
Nu is ons gevoel natuurlijk niet het einde van alle tegenspraak. Ook zaken waar we op zich weinig bij voelen kunnen belangrijk of zelfs onmisbaar zijn. Wie voelt er altijd veel bij zijn of haar trouwring? Of bij het dagelijks brood, de appel mee naar het werk of de schoenen onder de kapstok?
Toch zou het niet goed zijn om de opmerking van dit gemeentelid zomaar opzij te schuiven. Inderdaad leven we in een belevingscultuur en daar mogen we best kritisch op zijn. Maar toch: niet voor niets benadrukt onze traditie het belang van bevinding en persoonlijke ervaring. Het gaat in het geloof zeker niet alleen om het verstand, maar ook en vooral om het hart. Wanneer een betrokken gemeentelid dan zegt dat zij ‘niet meer zoveel voelt’ bij verzoening door voldoening, dan is er wel iets aan de hand. Hoe kun je christen zijn zonder een gevoel van persoonlijke verbondenheid met de kern van het geloof, het kruishout van Christus? Hoe kan dit gemeentelid op lange termijn volharden in het geloof? Wanneer het gevoel de kerk uitgaat, dan gaan vroeg of laat de voeten erachteraan.
Afgronden
We nemen dus de tijd om met het betrokken gemeentelid verder door te praten. Wáár voelt ze precies niet zoveel bij? Bij heel de lijdenstijd, met alle Bijbelteksten die daarin voorbij komen? De voorzeggingen, de worsteling in de hof, het verraad van Judas, de blik tot Petrus, het verhoor door Pilatus, de zeven kruiswoorden, de drie uur duisternis, het getuigenis van de hoofdman? Nee, dat eigenlijk niet zozeer, is het antwoord. Dat zijn stuk voor stuk diepe Bijbelse geschiedenissen waarin de afgronden van het leven en van het hart opengaan. Teksten die ieder jaar weer nieuw zijn en die ze niet graag zou missen. Niemand kan daar koud onder blijven.
Maar waarbij dan wel? Zo komen we bij een belangrijk onderscheid. Het gaat niet om het sterven van Christus, maar om een bepaalde uitleg van het sterven van Christus. Bij de ‘leer’ over wat er in die gebeurtenissen nu ten diepste gebeurde tussen God en mens. En dan vooral de specifieke uitleg en leer die we tegenkomen in de zondagen 5 en 6 van de Heidelberger Catechismus. De leer dat Christus moest sterven om aan Gods gerechtigheid te voldoen. Dat Hij in al die gebeurtenissen plaatsvervangend de straf droeg die wij mensen verdiend hadden. Dat door Zijn lijden en sterven de prijs is betaald, de straf is gedragen, de eis is vervuld. Zodat wij vrij zijn en er vergeving mogelijk is. ‘Ik voor u’, met de bekende zin uit het avondmaalsformulier.
‘Inderdaad’, zegt het gemeentelid: ‘dat is het. Ik voel bij die zin uit het formulier op zich wel dat het iets belangrijks is. Maar tegelijk staat het ook op afstand. Ik weet niet goed meer waarom die plaatsvervanging voor mij nu zo essentieel zou moeten zijn. Ik bedoel: het gaat langs me heen, over mijn hoofd heen. Het is iets tussen God en Jezus. En voor ons is dat dan fijn. Maar laatst sprak ik een islamitische collega, die zei: Allah kan gewoon vergeven. Allah is barmhartig en genadig. Hij hoeft niet altijd te straffen. Dan denk ik: ja, waarom is dat bij ons niet zo? Klopt dat eigenlijk wel? De Bijbel zegt toch ook dat God vergeeft en dat we elkaar moeten vergeven? Waarom moest dan Jezus eerst sterven om de straf te dragen? Of besef ik dan te weinig de ernst van Gods oordeel en de straf op de zonde? Hebben moslims een te makkelijk godsbeeld of denken wij te moeilijk? Ik begrijp het niet meer.’
Eerbied
Zo gaan we door een deur naar een eeuwenlang gesprek tussen christelijke denkers. Gelukkig is het eigenlijk altijd zo dat onze vragen niet alleen onze vragen zijn, maar dat we die delen met vele anderen. Altijd als we ‘wakker worden’ en vragen gaan stellen blijkt dat anderen voor ons ook al ‘wakker’ waren. En het mooie is: telkens waar mensen zijn gaan nadenken, hebben ze ervaren dat dat ook echt verder helpt. Het evangelie staat niet vijandig tegenover ons nadenken, maar nodigt daar juist toe uit: probeer het maar te begrijpen, denk maar na, heb Mij maar lief met heel je verstand.
Het kruis is wel een dwaasheid, maar alleen voor wie verloren gaan. Voor ons is het geworden tot de wijsheid van God. In Christus zijn alle schatten van wijsheid en kennis verborgen. Ja, er is een negatieve, cynische manier van vragen stellen. Maar er is ook een ootmoedige, heilige manier van vragen stellen, gedragen door een verlangen naar diepgang. Zulk vragen is de eerbied van ons verstand.
Het gaat er in het gesprek met het betrokken gemeentelid niet om dat we een nieuwe, betere, meer logische theorie uit de doeken doen. Het gaat erom dat we met de kerk van alle tijden op de juiste toonhoogte komen en leren afstemmen op de diepte van de wijsheid van God die geopenbaard is in het kruis.
Brugwachter
We moeten daarom zo snel mogelijk afscheid nemen van snelle verhaaltjes en voorbeelden die wel op ons gevoel inspelen, maar intussen de plank enorm misslaan en een heel verkeerd beeld van God uitdragen, omdat ze ver verwijderd blijven van de wijsheid Gods.
‘Het is als met een brugwachter. De brug staat omhoog, maar er komt een trein aan vol met mensen, die daardoor de afgrond in zal rijden. Maar het zoontje van de brugwachter is net aan het spelen op de plek waar de brug moet dalen.
De brugwachter kiest ervoor om de brug neer te laten ten koste van zijn zoontje, om zo de trein met mensen te redden.’
‘Het is als met een rechter. Hij moet de verdachte wel veroordelen tot de doodstraf, want die is schuldig. Maar tegelijk houdt de rechter te veel van de verdachte om dat te laten gebeuren. Daarom zegt de rechter, rechtvaardig en barmhartig tegelijk: “Ik veroordeel u, maar zal zelf in uw plaats de doodstraf op mij nemen.”’
‘We hebben een grote schuld en krijgen de rekening. Maar ons saldo is ontoereikend. Gelukkig is er iemand die onze rekening aan de zijne koppelt. Bij Hem is een eindeloos saldo beschikbaar.’ Het klinkt mooi en misschien voelen we er wel iets bij. Maar is dit de wijsheid Gods? De brugbediende is machteloos overgeleverd aan de omstandigheden. Is dat een goed beeld van Gods vrijmachtig besluit om Zijn Zoon te zenden? De rechter parkeert zomaar het fundamentele principe dat een dader zelf verantwoordelijk is en laat zich meeslepen door een gevoel van medelijden. Komt dat overeen met Gods heiligheid? Op een bankrekening schuiven we wat geld heen en weer. Is dat te vergelijken met het wonder van vergeving, waardoor een mens een nieuw begin ontvangt?
Geheim
Uiteindelijk krijgen we pas zicht op de diepe ‘logica’ van de verzoening als we ons één ding steeds voor ogen houden. Dat is dat het gebeuren van Golgotha op de een of andere manier draait om hetzelfde geheim als dat van ons eigen hart. Alle grote denkers uit de christelijke traditie zijn daarbij uitgekomen en zonder dat besef zullen we het nooit begrijpen.
Zoals Athanasius zegt, die in de vierde eeuw al zocht naar ‘de oorzaak van zijn verschijning in het lichaam’, en heel precies de vinger op de zere plek legt: ‘De oorzaak van zijn verschijning in het lichaam zijn wij.’ Zoals Anselmus zegt, als hij nadenkt over de vraag waarom God niet ‘gewoon’ kan vergeven: ‘U beseft nog niet hoe zwaar de zonde weegt.’ Of zoals het ook bij Calvijn voortdurend voelbaar is dat hij zijn verzoeningsleer uitwerkt met het ene oog gericht op het menselijk hart en het andere op het hart van God. De nood van de mens roept het antwoord van God op en in de weg van God wordt de nood van de mens onthuld.
Daar gaat het om. En eigenlijk weet het betrokken gemeentelid dat allang. De gebeurtenissen waar we bij stilstaan in de lijdenstijd laten haar immers niet koud. Wanneer Jezus Petrus aankijkt, dan weet ze dat Hij ook haar aankijkt. Wanneer alle discipelen vluchten, dan weet ze dat ook zij vlucht. Wanneer Jezus verzocht wordt om af te komen van het kruis, dan begrijpt ook zij die verzoeking. En in al die momenten van contact strekt de verzoening zich al tot haar uit.
Contact
Op het kruishout komen uiteindelijk de goddelijke eigenschappen en de menselijke zonde met elkaar in contact. Zonder hier nu al te ver op in te kunnen gaan is het van het grootste belang dat we zien dat dit contact allereerst luistert naar de naam ‘vergeving’, meer nog dan naar de naam ‘straf’. De moslim heeft gelijk: God kan vergeven. De Heere is goed, gaarne vergevend en van grote goedertierenheid voor ieder die Hem aanroept (Ps. 86: 5). Wanneer Hij op onze zonden zou letten, wie zou dan staande kunnen blijven? Maar nee, er is altijd vergeving bij Hem geweest (Ps. 130: 3-4). Hij is ons daarin zelfs ten voorbeeld, zodat de apostel Paulus ons ertoe oproept elkaar te vergeven, ‘zoals ook God in Christus u vergeven heeft’ (Ef. 4: 32). God was in Christus de wereld met Zich verzoenende, niet allereerst door Christus te straffen, maar allereerst door ons de zonden niet toe te rekenen (2 Kor. 5: 19).
Niemand kan dus de verzoening begrijpen zonder te begrijpen dat het daarin om vergeving gaat. Maar wat is vergeving eigenlijk? Hoe vindt vergeving plaats en wat is er voor nodig? De Koran leert wel dat Allah vergeeft, maar hoe weet de moslim van deze vergeving? Waar is die tastbaar en vindbaar? Is het niet een papieren belofte?
De Bijbelschrijvers houden ons voor dat de vergeving niet verborgen is, maar concreet en tastbaar in de gebeurtenissen van kruis en opstanding. Gods vergeving heeft enerzijds de vorm van een drie uur durende duisternis, vol van straf en oordeel. Maar anderzijds ook de vorm van een open graf, ’s ochtends wanneer het licht wordt. Het is een tweesnijdend scherp zwaard, dat de oude mens doodt en de nieuwe mens levend maakt. Dát was nodig en minder dan dat zou geen werkelijke vergeving zijn: geen werkelijk einde van het oude en geen werkelijk nieuw begin. Alleen deze weg opent echt de toegang tot Gods genade. Zo kunnen we verzoening door voldoening uit
Zo kunnen we verzoening door voldoening uiteindelijk alleen begrijpen in samenhang met zelfkennis. Wat is er nodig voordat Gods vergeving mij losmaakt van mijn zonden? De catechismus tekent daarbij een aantal hulplijntjes. Niet meer, niet minder. Het gaat niet om die hulplijntjes op zich. Als ons hart maar geborgen is in de wijsheid Gods.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 2022
De Wekker | 24 Pagina's
