Sterven zonder geleefd te hebben
Een verlicht mens
Het is vandaag, 21 november 2024, 330 jaar geleden dat iemand geboren werd die met zijn geschriften een grote invloed zou hebben en daarmee de basis heeft gelegd van wat wel genoemd kan worden de tweede revolutie tegen God. De eerste heeft plaatsgevonden in het paradijs, de tweede revolutie zo’n achttienhonderd jaar na de geboorte van Christus, door de gebeurtenissen in Frankrijk.
Voorafgaand aan deze Franse Revolutie, waarbij de strijd werd aangebonden tegen het gezag van kerk en koning, begon ook een revolutie in het denken. Die tijd wordt de tijd van de Verlichting genoemd. Wie begrijpt wat toen heeft plaatsgevonden, begrijpt ook veel van de huidige ontwikkelingen. Was de leugen in het paradijs: ‘Gij zult als God zijn’, rond het jaar 1800 klonk het: ‘De mens is god. Uw verstand is god, de rede van de mens regeert.’ In het paradijs meende de mens een verlicht verstand te ontvangen en als God te zijn, kennende het goed en het kwaad. Zo’n zeventienhonderd jaar na het begin van de christelijke jaartelling werd de man geboren die het verlichtingsdenken propageerde: de Fransman Voltaire (1694 - 1778), in werkelijkheid François Marie Arouet geheten.
Geestelijke strijd
Is deze man het waard om in een kerkblad herdacht te worden? Liever zou ik schrijven over bijvoorbeeld ds. Alexander Comrie (1706-1774) of ds. Theodorus van der Groe (1705-1784), maar het is ook belangrijk om voortdurend de geestelijke strijd onder ogen te zien die begonnen is in het paradijs en al heviger wordt. Die geestelijke strijd is een strijd die in de hoofden en harten, in het denken van mensen plaatsvindt.
Daarom sta ik stil bij enkele zaken die te maken hebben met een man die daarin zijn diepe sporen heeft getrokken. Een man, die onder andere de volgende ingrijpende woorden heeft gesproken: ‘De meeste mensen sterven zonder geleefd te hebben.’
Gedachtegoed
Voltaire was een van de grootste schrijvers en filosofen uit de geschiedenis van Frankrijk. Hij wees alle vooroordelen, bovennatuurlijke en dogmatische verklaringen af, kwam op voor de mensenrechten en legde het accent op de rede. Hij zat vol met kritiek op de godsdienst, maar was geen atheïst. Hij zag God als een soort klokken - maker, die een klok maakt en in gang zet maar daarna zijn handen ervan aftrekt. Iemand die zo denkt, wordt een deïst genoemd; hij gelooft dat God alles heeft geschapen, natuurwetten heeft ingesteld en daarna alles volgens die natuurwetten laat verlopen en niet meer ingrijpt. God is wel de Schepper, maar niet de Onderhouder en Regeerder.
Voltaire beschuldigde gereformeerde theologen ervan dat zij de mens in een slecht daglicht plaatsen en de grootst mogelijke moeite doen om ons allemaal zondig en slecht te doen lijken. Bij Voltaire is niet God, maar de mens het middelpunt. Daardoor was hij zeer aardsgericht en dichtte hij: Het aardse paradijs is waar ik ben.
Na de afschuwelijke aardbeving van Lissabon op 1 november 1755 en andere gebeurtenissen, is hij daar wel genuanceerder over gaan denken. Hij was geen atheïst die van geen Godsbestaan wil weten. Van hem is zelfs bekend dat hij heeft gezegd: Als God niet had bestaan, zou hij uitgevonden moeten worden. Maar christendom was voor hem niets meer dan eenvoud, naastenliefde en nederigheid. Hij beschouwde levens ernst als een ziekte.
Voltaire meende dat onze benadering van de waarheid altijd vrij en onbelemmerd moet zijn, en dat ‘de waarheid’ vermoedelijk altijd onvolledig, voorlopig en veranderlijk blijft. Zijn leven lang heeft hij gestreden tegen kerk, koning en andere zaken. Hij riep op om de banden daarvan door te snijden. Ongeveer vijftien jaar na zijn dood werd zijn oproep werkelijkheid tijdens de Franse Revolutie.
Geïnfecteerd
Voltaires gedachten zijn als gif, dat het denken van de mens heeft geïnfecteerd. En dat gif werkt nog steeds door, ook onder ons. Ik noem een paar voorbeelden.
- God bestaat, maar ik zorg voor mijzelf. We gaan naar de kerk, we vieren over enkele weken Kerstfeest en erkennen dat God de Schepper is. Maar we bannen Hem uit onze dagelijkse gedachten. We maken onze eigen keuzes en hebben onze eigen mening, maar de basis daarvan is ons eigen verstand. We lezen de Bijbel, maar zien Gods Woord niet meer als (het enige) richtsnoer.
- We moeten van het leven maken wat we kunnen. Onze huizen zijn paleizen, onze vakanties zijn luxueus en geen middel om tot rust te komen, maar het doel waarvoor we werken; er wordt veel geld uitgegeven aan overdadige maaltijden in eetgelegenheden, onze auto’s zijn er niet zozeer om ons te vervoeren, maar het zijn statussymbolen. Het hier en nu is geen voorbereidingstijd, maar levensvervulling en -doel.
- We houden vast aan onze waarheden, maar als anderen andere keuzes maken dan is dat geen probleem. Onder invloed van allerlei invloedrijke personen op sociale media vinden we dat vrienden die andere wegen gaan, daar de ruimte voor moeten hebben. Wij hebben de waarheid toch ook niet in pacht, zo oordelen we dan …. Hebben we niet in de gaten dat het gif van de zonde zijn verwoestende werk doet?
- Gezag is afhankelijk van de persoon en daarom niet vanzelfsprekend. We vergeten dat het gezag van God komt en dat Hij dat gezag heeft gelegd op schouders van mensen. Mensen kunnen zich dat gezag onwaardig maken, dat is zeker waar! Maar dat God door mensen regeert mogen we niet uit het oog verliezen. Het vijfde gebod is niet voor niets het eerste gebod van de tweede tafel van de Tien Geboden des Heeren.
Zonder geleefd te hebben
Ik heb iets geschreven over Voltaire en zijn giftige gedachtegoed. Volgens de overlevering werd de Franse filosoof kort voor zijn dood bezocht door een priester. Toen die hem vroeg de duivel af te zweren, schijnt hij gezegd te hebben: ‘Dit is niet het moment om vijanden te maken!’ Ik laat dat verder rusten. Wij mogen niet op Gods rechterstoel plaatsnemen.
Voltaire houdt ons ondanks alles een spiegel voor: ‘De meeste mensen leven zonder geleefd te hebben.’ Wat hij ermee bedoeld heeft, zal duidelijk zijn.
Ik heb enkele voorbeelden genoemd, waarvan we ons kunnen afvragen: als ik zo leef en sterf, heb ik dan wel geleefd? Ja, we hebben geademd, we zijn misschien van betekenis geweest voor anderen, maar is ons leven werkelijk betekenisvol geweest? Wat houdt dan een betekenisvol leven in? Dat heeft de Heere Jezus Zelf omschreven: God liefhebben boven alles, en onze naaste als onszelf. Dat is geen ik-gericht leven, maar een leven gericht op onze Schepper, Onderhouder en Regeerder, én op onze naaste.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's