Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de brief van Paulus (44a)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de brief van Paulus (44a)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen; Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid. Romeinen 3:13 en 14

HOPENDE: De laatste keer hebben we onze samenspraak besloten met de opmerking dat de apostel ons wil doen zien dat we allen op dezelfde wijze zalig worden en velen met al dat praten over die verschillende leidingen Gods, daar niet van weten. Ik kom daar nu even op terug, omdat ik wel weet hoe men uit deze opmerking ook weer tot verkeerde gevolgtrekkingen kan komen. Zijn dan de leidingen des Heeren met Zijn volk niet zeer verschillend? Terecht is er wel opgemerkt, dat gelijk er geen blad aan de boom eender is, er ook geen weg eender is waarin Gods kinderen door de Heere geleid worden. Maar we zullen toch allen wel een verdoemelijk zondaar voor God moeten worden. Dat is het waar de apostel ons met alle nadruk in de Romeinenbrief op wijst. Daar hebben we ons ook aan te houden.

We gaan dus steeds meer op ons doel af, zoals de apostel ook op zijn doel afgaat. Hij heeft gezegd, dat we allen afgeweken zijn en dat er niemand is die goed doet, er is ook niet tot één toe. En nu gaat hij ons het portret van de gevallen mens voor ogen stellen. De boosheid van het hart des mensen is zeer verschrikkelijk. Maar die boosheid blijft er niet in. Die moet een uitlaatklep hebben. De keel van de mens is een geopend graf.

Eén van onze goede oude verklaarders zegt zo treffend dat die keel een wonderbaar meesterstuk is van de grote Maker der natuur. We ademen er door, de spijs en drank gaan door die keel het lichaam in en de stem wordt erdoor gevormd. Hoe heerlijk heeft God toch de mens geschapen! Die keel moest ook haar dienst doen tot Zijn eer en verheerlijking. Maar die keel is nu een geopend graf geworden.

UITZIENDE: Dat is niet zo’n mooie benaming, die de apostel hier aan die keel geeft. De lijken worden in een graf geborgen. En zo liggen er nu ook als het ware doden in de keel van de mens. Maar die doden kunnen ook in een graf bedekt liggen. Die weten zich door veinzerij en een schone schijn stil te houden. Men kan mooie psalmen uit die keel doen opstijgen. Vrome praatjes kunnen we eruit beluisteren. Er wordt ook niet voor niets gezegd dat men met zijn tong bedrog pleegt. Maar dat graf van de keel kan zich ook openen in het uitbraken van lasteringen tegen God. Ook in lasteringen tegen de mensen, in het bijzonder ook wel tegen Gods kinderen, in wie men Gods beeld vernieuwd kan zien. Als dat geschiedt, dan gaat dus dat graf open.

Ik wil op de voorgrond zeggen dat we allen ons portret in dit hoofdstuk ons voor ogen zien gesteld. Och vriend, de overtreding van het 3e of het 9e gebod behoef ik ook alweer niet alleen bij anderen te zoeken. Het moet ons altijd maar weer een wonder zijn, als er niet uitkomt wat er in de mens te vinden is. Als die keel een geopend graf is, dan is er niet veel toe nodig om eruit te doen komen wat erin zit. Als we daar echter aan ontdekt worden, dan wordt het toch wel de verzuchting van de ziel, of de Heere een wacht voor de lippen zou willen zetten. En hoe schuldig men zichzelf ook wel stelt, gedurig weer aan dezelfde zonde, er is toch altijd nog weer verschil in het bedrijf der zonde.

Ik heb mensen meegemaakt en ik ontmoet die gedurig nog, die er hun praktijk van maken om niet anders dan lasteringen tegen hun naasten voort te brengen. Ze kunnen niet anders dan anderen veroordelen in de staat hunner ziel en zo doet dat geopende graf zijn werk wel. En dan op een godsdienstige wijze. Zo komt daarin nog te meer openbaar wie de mens door zijn diepe zondeval geworden is.

Och, er is over die keel die als een geopend graf is, nog heel wat te zeggen. Men zondigt met die keel en men doet ermee zondigen. De beschuldigingen en belasteringen van anderen worden weer door anderen gretig overgenomen en verder verspreid. Maar zo kan men ook met die keel als een geopend graf de zonden vrij uitspreken, zoals dat vooral in deze tijd zoveel gebeurt.

HOPENDE: Er wordt in de tekst ook nog zo gezegd: met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen. En daarom laat de apostel in het volgende vers er nog zo op volgen: Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid. Een bedrieglijk handelen geschiedt met voorbedachten rade en opzet. In de verklaring van het 9e gebod wordt het in onze Catechismus duidelijk gezegd, hoe men met de tong bedrog kan plegen in het verdraaien van iemands woorden, in het achterklappen en lasteren en ook in het lichtelijk en onverhoord oordelen en helpen verdoemen. Och, die tong kan toch wat kwaad doen! De apostel Jakobus zegt er ons genoeg van. We zouden er breedvoerig op in kunnen gaan, hoe men met de tong bedrog pleegt. Het einde is daar echter niet van te vinden. En we moeten goed voor ogen houden dat we allen ons portret hier voor ogen zien gesteld.

UITZIENDE: Och vriend, dat doet me ineens zo denken aan dat bekende versje, dat we wel dikwijls zingen, maar weinig in waarheid biddend opzenden:

Laat U mijn tong en mond,

En ‘s harten diepste grond

Toch wel behaaglijk wezen.

Diezelfde dichter heeft ook moeten zeggen:

Maar, Heer’, wie is de man

Die, op ‘t nauwkeurigst, kan

Zijn dwalingen doorgronden?

U hebt zo-even gewezen op wat de apostel Jakobus zegt van de tong. Het houdt wat in, als hij zegt: De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel (Jak. 3:6).

Het liegen en bedriegen tekent onze Catechismus als eigen werken des duivels. De duivel verleidt tot allerlei kwaad, maar overspel is bijvoorbeeld zijn eigen werk niet. Liegen is zijn eigen werk. Zo heeft hij Eva door zijn bedriegerij verleid. De mens zou het hoogste toppunt van de zaligheid bereiken als men aan zijn verleidende lokstem gehoor gaf. Echter het was satans bedoeling om de mens in de diepste kuil der rampzaligheid neer te storten.

HOPENDE: Er wordt hier dan ook niet voor niets over slangenvenijn gesproken. Door middel van de slang heeft satan de mens tot de zonde verleid. De slang is op zichzelf een onschuldig dier, maar we weten wel wat slangenvenijn is. Het vergif van de slang of de adder is dodelijk voor de mens. Dat vergif mengt zich met het bloed van degene die er door gestoken wordt, wat een schielijke en gewisse dood ten gevolge heeft. En nu dragen we allen slangen- of addervergif met ons om. Dodelijk is de uitwerking daarvan bij anderen. Zo doden we onze naasten dus ook met onze tong. Duivelskinderen zijn we door onze diepe val geworden. Zoals de duivel de mens in de hel en het verderf stort, zo doen wij het onze medemensen ook.

Die tong openbaart het ook wel, dat we onze naaste niet anders dan de hel en het verderf gunnen. Daarom staat er ook: Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid. De tong doet dus op een bedrieglijke wijze haar werk in veinzerij en misleiding, met een schijn van het goede van onze naaste te zoeken, waarin de mens het voorbeeld van de duivel navolgt, maar de mond is ook wel vol van vervloeking en bitterheid. Men wenst dan zijn naaste openlijk allerlei kwaad toe. En hoe bitter kan de uitwerking der woorden zijn bij degene die ze aan moet horen. De wateren van Mara waren zo bitter, dat men die niet drinken kon. Zo bitter kunnen ook de woorden zijn die ons toegevoegd worden. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Samenspraak over de brief van Paulus (44a)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's