De enige hulp voorgesteld voor verdorven zondaars

Geliefde vrienden,

Als wij D.V. de jaarwisseling meemaken, ligt het nieuwe jaar 2024 vóór ons. We weten niet welke weg de Heere met ons wil inslaan, maar stellen u daarom enkele vragen. Zal dit het laatste jaar van ons leven zijn, en zijn we dan voorbereid voor die grote Godsontmoeting? Zullen de zware oordelen als donkere wolken boven ons losbarsten, zonder dat we Christus kennen als onze veilige Toevlucht? Zal de vlam van brandhaarden aan huidige oorlogen de hele wereld in vuur en vlam zetten, en kunnen wij dan God ontmoeten, Die buiten Christus een verterend Vuur en een eeuwige Gloed is? Zal het vuur van vervolging in landen waar op dit moment christenen zuchten, gemarteld en gedood worden, overslaan naar Europa, en kunnen wij dan Christus gelovig belijden zonder Hem te verloochenen? Christus wordt ieder voorgesteld, verkondigd en aangeprezen, maar zal de mening van de hedendaagse godsdienstleiders als een lopend vuurtje rond gaan en velen onder ons aansteken door de verderfelijke leervoorstelling dat Christus onvoorwaardelijk aan allen wordt aangeboden zonder ooit een verloren zondaar te zijn geworden zoals de tollenaar die uitriep: O God, zijt mij zondaar genadig? (Luk. 18:13). Samuel Rutherford drukt het zo kernachtig uit in een brief aan een vriend: ‘Ik ben ervan overtuigd dat veel wedlopers zullen achterblijven en teleur gesteld worden. O, hoe gemakkelijk is het om onszelf te bedriegen, en om te slapen en te wensen dat de hemel ons in de schoot zal vallen.’

Christus, de enige Hulp

Het is een grote misdaad om geen hulp bij de Heere te zoeken, maar bij onszelf of bij anderen die ons geen rechte hulp kunnen geven. Hoor toch wat de Heere tot ons zegt: Want in Mij is uw hulp. Weet dat Christus hiermee zegt dat Hij alleen een zeer vindbare of tegenwoordige Hulp in benauwdheid is. Ieder die Hem zo gelovig kent, stemt met de dichter in: Hij is krachtiglijk bevonden een Hulp in benauwdheden (Ps. 46:2, kanttek. 5). Behalve dat Christus de zeer vindbare Hulp is, laat Hij Zich ook vinden door hulpeloze zondaars. Christus’ liefde trotseert alle smaad, geeft kracht om het zwaarste kruis te dragen en schenkt lijdzaamheid in verdrukking. Wij bezitten niet de woordenschat om de weergaloze liefde en dierbare gemeenschap van Christus voor te stellen, maar wel de hartelijke begeerte om Hem u aan te prijzen. Mocht u een onderdaan van mijn dierbare Koning worden, u zou bedroefd zijn dat u Hem niet eerder lief had.

Wat we dit jaar ook meemaken aan kruis, moeite, rouw of andere zorgen, Christus alleen kan ons recht helpen. Indien u zou weten hoe waar het is dat Christus een zeer vind ­ bare en tegenwoordige Hulp is, u zou Hem nu zoeken met ingespannen krachten! Deze wetenschap alleen moet ons genoeg zijn om af te zien van alle vertrouwen buiten Christus! De aanwezige Christus alleen is oneindig méér waard dan een naaste vriend dichtbij ons. Christus is de altijd versterkende, de altijd vertroostende en de altijd medelijdende Aanwezige. Christus is voor rechte hulpelozen nú aanwezig, mórgen aanwezig, óvermorgen aanwezig, vólgende week aanwezig. Ja, de dierbare Jezus is de Hulp Die alle 366 dagen van het jaar 2024 aanwezig is, welke sombere tijden vol kommer en verdriet er ook aanbreken.

Mensen kunnen hulpvaardig zijn, maar Christus is en blijft dé Helper boven alle helpers en kan met niemand vergeleken worden. Christus kan niet geruild worden, en Hij kan niet gewogen worden omdat er geen weegschaal te vinden is om Hem te wegen. Is het dan ook geen grote schande als wij ons vertrouwen op prinsen stellen waar men nimmer heil bij vindt, en Christus’ hulp niet inroepen, Die zegt: Want in Mij is uw hulp? Wat afschuwelijk is het om te zien hoe ijverig velen zijn om een aardse erfenis te verkrijgen, en hoe zorgeloos ze zijn als het gaat om de Heere van de hemel. Wat afschuwelijk is het als wij de oproep van Christus niet opvolgen: Strijdt om in te gaan door de enge poort, ofwel doet naarstigheid en arbeidt (Luk. 13:24, kanttek.18). We kunnen u niet anders oproepen dan met het bevel van Christus en de uitleg van de kanttekenaren: aan het werk, zondaars, aan het werk! Zult u straks aan het einde van uw leven, als de dood u aangrijnst, aan het werk gaan en zoeken in te gaan en het niet kunnen omdat het te laat is? Het is u toch niet om het even wat er van uw ziel terechtkomt; of zij behouden wordt of veroordeeld wordt? We benadrukken nogmaals de oproep van Christus: Strijdt om in te gaan.

U hebt te strijden voor uw arme ziel en dat is geen kleinigheid. Als reden geeft Christus aan: Want in Mij is uw hulp. Hij nodigt en wenkt u niet met één hand, maar met beide uitgebreide handen om u als hulpeloze zondaars hulp en zaligheid te geven. Lees maar Jesaja 65:2! We willen nogmaals benadrukken hoe afschuwelijk het is als u het bovenstaande veracht en Christus verwerpt als de Held der hulpe waar God de Vader voor gezorgd heeft (Ps. 89:20).

Hoe vreselijk is het dat er zo weinig onder ons Jezus liefhebben. Moet u zich niet diep schamen dat u zich druk maakt om allerlei bezittingen, ereambten en hoge posities te verkrijgen, en u schaamt zich niet diep dat u zich niet druk maakt om de Heere Jezus te kennen als uw Heere en Zaligmaker? Hoe gelukkig bent u tot wie Jezus zegt: Want in Mij is uw hulp, en u stemt er gelovig mee in! Maar zo niet, wat doet u met deze wetenschap waarmee Christus u aanspreekt? Zegt u: ‘Weg met deze Helper en Verlosser, kruist Hem, kruist Hem? U blijft dus zoeken en rondzien naar een hulp die u nooit recht kan helpen? Het is mogelijk dat iemand tijdelijk in uw nood kan voorzien, maar weet dat alleen Christus voor uw lichaam en ziel kan blijven zorgdragen. Allen die Christus gelovig kennen, ook al bent u een klein lammetje van Zijn kudde, behoeven geen moment bezorgd te zijn of een ogenblik te vrezen: Want in Mij is uw hulp!

Verdorven en geen hulp gevonden

Israël

Toch vragen wij u af waarom de Heere tot het volk van Israël zei: Want in Mij is uw hulp? Het antwoord is, omdat het zeer droevig gesteld was in de tijd van de profeet Hoséa. Zij zochten geen hulp bij de Heere maar bij de afgoden, bij zichzelf of bij andere mensen. Lees maar hoe de Heere het volk aansprak: Het heeft u bedorven, o Israël. God sprak met deze scherpe beschuldiging tot Zijn bondsvolk dat zij zelfverwoesters waren, zondaars die zichzelf geruïneerd hadden, zondaars die verdorven waren ofwel verderfwaardig. De Heere gaf hen te kennen dat zij Zijn hulp hadden afgeslagen. En toch, al sprak God tot Israël harde, scherpe woorden, Hij beëindigde Zijn aanspraak niet met nog hardere, met nog meer beschuldigende woorden, om hen ten slotte in een wanhopige toestand achter te laten. Nee, de Heere sprak daarna hoopvolle woorden, troostvolle woorden om hen te verzekeren dat Hij de enige, zeer vindbare Hulp was: Want in Mij is uw hulp. Dit evangeliewoord bracht de ongelovige en halsstarrige Israëliet niet tot inkeer, maar de ware gelovigen hoorden in deze ontroerende woorden Jezus’ liefdesstem en namen tot Hem de toevlucht om Zijn hulp te ontvangen.

Wij kerkmensen

We weten niet wat vóór ons ligt, maar wel weten we hoe ons leven was in het jaar 2023, ja heel ons leven. Denk niet dat de Heere hier niet van afweet, dat Hij geen acht sloeg op onze ongerechtigheden, op het overtreden van Zijn wet, in het verborgen of in het openbaar, en op het verachten van de Evangelieboodschap in onze woning en in Zijn huis. Genoemde zonden maakten ons helwaardig. Thomas Boston leert ons dat het verachten van Christus de heetste hel in de hel zal uitmaken. Hoe kunt u van dit vreselijke oordeel verlost worden? U niet, die probeert de gedachten aan uw bedreven kwaad en aan Gods wrekende gerechtigheid uit te bannen. Weet dat de Heere in uw ziel ‘Zijn voetstappen en beeltenissen’ heeft gezet, die nooit uit uw gedachten te bannen zijn (Rom. 1: 20, kanttek. 50). Voetstappen in de sneeuw kunnen we wegvegen, maar Gods voetstappen in onze ziel niet! Het kan niet anders of u voelt zich schuldig door de stem van uw geweten. U hebt een ingeschapen Godskennis, en daarom kunt u zich nooit voor Hem verontschuldigen. Temeer niet als de Heere u nog met Zijn voetstappen nawandelt door middel van Zijn Woord! Lees hoe Christus op Zichzelf wijst en zegt: Want in Mij is uw hulp, en u waarschuwt om in 2024 niet langer op het heilloze pad te blijven en Hem te verachten.

Hoor wat de Heere in Zijn Woord tot ons zegt aan het begin van het nieuwe jaar: Het heeft u bedorven, o Israël! Wat bedoelt de Heere hiermee? U hebt uzelf bedorven; u hebt uzelf in het verderf gestort; u hebt uzelf verwoest; u hebt uzelf geruïneerd; u hebt uzelf verdoemelijk gemaakt door uw zonden.

U kunt ons tegenwerpen dat deze woorden alleen golden voor de droevige burgerlijke toestand van Israël. Nee, want de Heere spreekt deze woorden ook tot ons, omdat wij allen het verdorven hebben. Ieder die onbekeerd is, leeft in een ellendige verhouding tot God. De Heere spreekt ieder persoonlijk aan: ‘Het heeft u bedorven.’ Als Gods Geest er met het lezen in meekomt dan heb ik het bedorven, verwoest en ellendig gemaakt. De Heere spreekt verder tot u en zegt: u hebt niet alleen in het achterliggende jaar Mij niet recht nodig gehad, maar heel uw leven niet. U bent in Adam een verloren zondaar. U hebt uw natuur verdorven. U hebt geen rechte kennis Wie God is, ook geen greintje gerechtigheid en heiligheid. U woont in de stad des verderfs. U bent dood door de misdaden en zonde. De Heere schrijft hetzelfde aan u als wat Hij aan Israël in het eerste vers van ons teksthoofdstuk schreef: ‘Maar hij is schuldig geworden aan de Baäl en is gestorven.’ Israël was gestorven! Gestorven? Ja, het aanzien van de burgerstaat van Israël was verloren en het koninkrijk tot een verachtelijke staat vervallen.

Maar zo zijn ook wij gestorven, gééstelijk gestorven, zonder aanzien bij God en vervallen tot een verachtelijke staat: de vreselijke staat van ellende. God werkt niet over onze zonde en schuld heen. Als wij in deze staat van ellende blijven en de dood overvalt ons als een schuldeiser, dan zullen we voor de hemelse Rechter worden geplaatst. Deze Rechter is buiten Christus een zeer grimmig Wreker en veroordeelt ons tot de eeuwige dood, het eeuwig verderf. U kunt beschouwende kennis van Jezus als Zaligmaker hebben van Wie u gehoord of gelezen hebt. Uw toestand is niet benijdenswaardig, ook niet wanneer u Christus aanmatigt als uw Zaligmaker zonder een zondaar voor God te zijn geworden, zonder met Gods recht van doen te hebben gekregen en zonder te beleven dat God uw zonden alleen om Christus’ wil vergeven heeft. In onze dagen schuwt men de Bijbelse leervoorstelling dat alleen zij die door Gods Geest wedergeboren worden, in Christus zijn ingelijfd. Zo alleen wordt er in hellewichten plaatsgemaakt voor Christus, en wekt Zijn Geest u ook op begerig te zijn om bewust verzekerd te worden van uw aandeel aan Christus en van verzoening met God de Vader. U hebt dan vrede met God door onze Heere Jezus Christus en leert roemen in de verdrukkingen (Rom. 5:1-3).

Christus nodigt nu nog: Want in

Mij is uw hulp

De kerk in Nederland is over het algemeen naar de letter gereformeerd, maar het merg van het Evangelie wordt niet ingeleefd. Zij is zelfs zo verbasterd dat zij de onzuivere visie voorstaan dat men de aangeboden Jezus gelovig moet aannemen zonder een hellewicht voor God te zijn geworden. De Heere zal de kerk nog meer ziften als dat Hij heeft gedaan en ons met lantaarns doorzoeken (Zef. 1:12). Ook wij roepen al onze lezers op, nu we bijna aan het begin van het jaar 2024 staan: ‘Kom tot Christus met afzien van elke andere hulp. Is dat niet bijzonder evangelisch uitgedrukt? Nee, Bijbels! Niemand durft toch te beweren dat Christus niet ieder oproept: Wendt u naar Mij toe (of ziet Mij aan), wordt behouden, alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer? (Jes. 45:22). Als u zo als een arme, schuldige, hongerige, dorstige, verslagen, vermoeide zondaar tot Hem komt, dan verzekert Hij u: Want in Mij is uw hulp. U vindt dan rust in Hem, u erkent Hem als uw HEERE, de onveranderlijke Verbonds-God en u roept uit: Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de HEERE denkt aan mij (Ps. 40:18). Christus is dan uw Lijfwacht, uw Beschermer Die rondom u staat. Zoals een koning aan alle kanten omringd wordt door soldaten, zo wordt u aan alle kanten omringd door Hem en Zijn engelen. U woont dan in een zeer veilig gebied, een gebied waar u hulp krijgt in alle benauwdheid. U woont dan in Christus Jezus, Die deze tekst als Zijn troostwoord spreekt: ‘Want in Mij is uw hulp’.

Hoe dierbaar wordt God in Christus als Hij door Zijn Geest de zwarte woorden in goud verandert en u Zijn fluisterstem middels onze overdachte tekst in uw ziel hoort: Want in Mij is uw hulp. Hoe worden de snaren van uw ziel aangeraakt als u de stem van uw Helper hoort. U kunt dan in dit nieuwe jaar voortgaan en ervan verzekerd zijn dat Christus uw Helper en Beschermer en uw Koning en Heere is. U volgt Hem, ook al begrijpt u niet altijd het kromme in uw levenslot, maar u verdenkt uw lieve Heere niet, want daar gruwt u van. Maar na deze zult u het verstaan, als het gordijn van de eeuwige heerlijkheid voor u wordt weggeschoven. Dan zult u zich eeuwig verwonderen en God Drie-enig roemen, omdat Hij voor u uit eeuwige liefde en vrije genade de kruisdood stierf en geen helper had. Daarom sprak de Heere op aarde tot u de woorden: Want in Mij is uw hulp.

Onze hartelijke wens

We wensen alle geliefde ambtsbroeders en alle ambtsdragers in binnen- en buitenland, zowel van ons kerkverband alsook die van de aanverwante denominaties, met alle veldwerkers en medewerkers van onze stichtingen die werkzaam zijn in verschillende landen, de diepgeestelijke inhoud toe van de woorden: Want in Mij is uw hulp. Ook onze beide geliefde studenten wensen we de inhoud toe van onze tekstwoorden. Onze proponent G.M. van Putten gaat de gemeenten rond en spreekt een stichtelijk woord. We hopen van harte dat de Heere hem de weg wil wijzen als hij dit jaar beroepbaar wordt gesteld. Ook student H. van Asselt wensen we het goede onderwijs van de Heere van harte toe. We bedanken ook onze mededocenten voor uw inzet! Hoe groot zou het zijn als de Heere dit jaar mannen in Zijn wijngaard wil uitstoten! Mocht er een dagelijks gebed opgaan. We denken ook terug aan onze zendingsmiddag op 25 november jl. in Barneveld, waar we het werk van de Heere konden beluisteren op het tweede zendingsveld van ons kerkverband in een Oost-Aziatisch land. Het heeft ons ontroerd hoe een spreker aangaf dat Gods Geest zondaars had getrokken uit de duisternis en uit de nabijkomende godsdienst op dezelfde wijze zoals Hij al Zijn volk bekeert. We hoorden de zuivere klanken van de prediking en de zuivere orde van Wet en Evangelie.

We wensen allen die werkzaam zijn in het onderwijs, deputaatschappen en zorginstellingen, of op overheidsterrein, plaatselijk en landelijk, en verder ieder op de plaats door de Heere gegeven de inhoud van onze tekst toe: Want in Mij is uw hulp.

We kunnen bezorgd zijn over de nieuw te vormen regering zonder God, waardoor we nog verder wegzinken in het moeras van Godsverlating en het toelaten van de gruwelijkste zonden. Maar de Heere als de eeuwige Koning regeert, en Hij heeft de harten van de overheidsbekleders in Zijn hand en neigt hun hart tot alles wat Hij wil. Daarom zal Hij Zijn Kerk niet begeven!

We wensen ook allen die betrokken zijn om elke week ons kerkelijk blad De Wachter Sions te laten verschijnen van harte Gods zegen toe. We hopen dat onze scribenten ook dit jaar hun gewaardeerde bijdragen willen leveren, alsook dat de heer C. Meerkerk van drukkerij Van der Perk dit jaar op dezelfde wijze wil bijdragen aan een goed verzorgd blad. Ook een woord van dank aan ons Deputaatschap, in het bijzonder onze secretaris, de heer J.W. van Berkum. Ook onze geliefde vriend M. Meijering met zijn echtgenote voor het vele werk dat zij beiden verrichten. We hopen ook voor dit jaar op een goede samenwerking zoals in de achterliggende jaren.

Ook mijn lieve vrouw wil ik hartelijk bedanken die mij altijd en in alles zo trouw bijstaat! Samen willen we u tevens dankzeggen voor de vele goede wensen die we voor het nieuwe jaar hebben ontvangen. Als de Heere zegt: Want in Mij is uw hulp, dan mogen wij zeggen met Paulus: Dan, hulpe van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag (Hand. 26:22).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen