Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De volken en onze belijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De volken en onze belijdenis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze belijdenisgeschriften worden vaak een samenvatting van de Bijbelse leer genoemd. Is de rode draad van de wereldwijde Evangelieverkondiging terug te vinden in de gereformeerde belijdenis?

In drie artikelen wil ik bezien hoe de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Dordtse Leerregels en de Westminster belijdenisgeschriften aandacht geven aan de verbreiding van het Evangelie over de hele wereld. Komen ‘de volken’ er bijvoorbeeld in voor? Op welke manier wordt daarover gesproken? En zeggen deze geschriften ook iets over de opdracht om alle volken te bereiken met het Evangelie?

Alle volken der aarde

Het is een rode draad door heel de Bijbel. De HEERE zal Zijn belofte aan Abraham vervullen: ‘En in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde’ (Gen. 22:18). Deze belofte wordt in de boeken van Mozes, in de Psalmen en door de profeten herhaald en bekrachtigd. Al die eeuwen was het wachten op het bloed dat de middelmuur des afscheidsels, opgericht tussen Joden en de heidenvolken, verbroken zou worden. ‘Opdat de zegening Abrahams tot de heidenen komen zou in Christus Jezus’ (Gal. 3:14). De HEERE is de volken na de roeping van Abraham tot aan de komst van Christus niet vergeten. Dat zien we in het erkennen van Israëls God door bijvoorbeeld Rachab, Naäman en de koningin van Scheba. Maar pas na Christus’ komst, Zijn bloedstorting aan het kruis én Zijn opstanding kan de grote opdracht klinken: ‘Gaat dan heen, onderwijst al de volken’.

In de Handelingen lezen we hoe het Evangelie onverhinderd verbreid wordt van Jeruzalem tot in Rome.

Uiteindelijk moeten alle volken worden bereikt met de boodschap van ‘bekering en vergeving der zonden’ (Luk. 24:47). Daartoe gaan zendingswerkers nog steeds uit, tot aan de einden der aarde. Zo zullen, naar Gods belofte aan Abraham, alle volken op deze aarde bereikt worden met het Evangelie en de beloofde zegen ontvangen. En dan zal het einde komen (Matth. 24:14). Dan zal Christus’ kudde daadwerkelijk één zijn, staande voor de troon en voor het Lam, uit alle volken, talen en natiën (Openb. 7:9). Krijgt deze volkengedachte aandacht in de belijdenisgeschriften?

De Heidelbergse Catechismus

In de kerkgeschiedenis is de Heidelbergse Catechismus (HC) vaak in verband gebracht met zendingswerk. Immanuel Tremmelius (1510-1580) vertaalde de HC in het Hebreeuws om de Joden te winnen voor de zaak van het Evangelie. In de eerste helft van de zeventiende eeuw was de Heidelberger het belangrijkste boek naast de Bijbel bij Evangelieverkondiging in Brazilië. Ook vandaag de dag belijden christenen uit allerlei landen de troost die in Zondag 1 wordt beschreven. Wie in de HC echter op zoek gaat naar woorden als ‘volken’ of ‘zending’ is vlug klaar. Als de catechismus verwijst naar Mattheüs 28:19, de zendingsopdracht, wordt wel gesproken over de Heilige Doop en de Drie-eenheid, maar niet over Christus’ opdracht om de volken te bereiken met Zijn Evangelie.

Het ontbreken van dit soort termen betekent niet dat de HC geen oog heeft voor de wereldwijde verkondiging van het Evangelie. Krachtig wordt beleden dat Christus Zich een gemeente ‘uit het ganse menselijk geslacht’ heeft verkoren (antwoord 54). Dáárom mag en moet er ook gebeden worden voor de ‘bewaring én vermeerdering’ van Gods Kerk (antwoord 123). De HC legt het accent niet zozeer op ‘de einden der aarde’, maar meer op de directe, naaste omgeving van de christen. Die wordt ‘christen’ genoemd opdat hij of zij ‘Zijn Naam belijde’ (antwoord 32) en opdat door een godzalige levenswandel ‘onze naasten ook voor Christus gewonnen worden’ (antwoord 86).

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Anders dan de HC, die gericht was op de instructie van de gereformeerde leer voor de jonge leden van de gereformeerde kerk, kent de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) een uitgesproken apologetisch karakter. In kort bestek wordt de gereformeerde leer uit de doeken gedaan, met als doel om de ‘buitenwereld’ duidelijk te maken wat Gods Woord leert. Ook in de NGB vinden we geen directe verwijzing naar de zendingsopdracht en de volken. Wel belijdt de kerk dat Christus’ Kerk ‘niet [is] gelegen, gebonden, of bepaald in een zekere plaats, of aan zekere personen’ (art. 27). Guido de Brès voegt daar een wereldwijd perspectief aan toe: ‘… maar zij is verspreid en verstrooid door de gehele wereld’. En ondanks haar wereldwijde verstrooiing is diezelfde Kerk ‘te zamen gevoegd en verenigd (…) met hart en wil in één zelfde Geest, door de kracht des geloofs’. De wereldwijde Kerk op aarde weerspiegelt al iets van de toekomstige eenheid.

In het volgende artikel onderzoeken we de aandacht voor de volken en de opdracht tot de wereldwijde Evangelieverkondiging in de Dordtse Leerregels.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2024

De Saambinder | 20 Pagina's

De volken en onze belijdenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2024

De Saambinder | 20 Pagina's