Hongeren
Onder de letter H komt het zaligmakend geloof voor onder de benaming van ‘hongeren’.
Vooraf moeten we opmerken dat het niet onze bedoeling is hierover als filosoof*) te spreken. Dat zou door weinig mensen begrepen worden en daarom brengt dat geen profijt met zich mee. We zullen ook niet over het hongeren in geestelijke zin zelf spreken, omdat we onder de letter D al over het geloof gesproken hebben als een geestelijk dorsten. En hoewel ‘hongeren’ en ‘dorsten’ twee verschillend klinkende woorden zijn, ze geven in zakelijke zin beide hetzelfde aan. Dat is namelijk het voortdurende verlangen in de ziel naar gerechtigheid om voor de rechtbank van God vrijgesproken te worden, en vervolgens heilig voor God te leven vanuit het beginsel van rechtvaardigverklaring. Het gaat - naar onze mening - immers om deze beide zaken in het hongeren en dorsten van Mattheüs 5:6, waarover de zaligheid wordt uitgesproken. Het is deze keer onze bedoeling om aan de hand van een aantal opmerkingen enkele dingen naar voren te brengen, opdat niemand zichzelf de zaak op losse gronden zou toe-eigenen, en opdat Gods kinderen, vooral de zwakken en kleinen onder hen, bemoedigd mogen worden.
Om ter zake te komen: iedere opmerkzame toeschouwer kan vaststellen dat ‘hongeren’ en ‘dorsten’ aangeven dat er een voortdurend en onverzadigbaar verlangen is naar twee vormen van gerechtigheid. Welnu, ieder die aandacht schenkt aan mensen met het oog op hun godsdienstig leven, merkt heel gemakkelijk op dat er twee soorten mensen zijn. Enerzijds zijn er die van hun verlangen een grond voor hun zaligheid maken. Salomo zegt van hen dat hun begeerte hen doodt (zie Spr. 21:25). Anderzijds gaat menigeen bedrukt zijn weg. Zo iemand is bedroefd, omdat hij vreest dat zijn verlangen niet meer dan inbeelding is.
Enig bewustzijn
Als het Woord van God het geloof een begeren, een hongeren noemt, moeten we er dus op bedacht zijn dat niet elke honger, niet elke begeerte het eigenlijke hongeren van het geloof is. O nee, want in de tijdgelovigen zijn er ook verschillende begeerten. Dat zien we bij Bileam, die de dood van een rechtvaardige wilde sterven, en ook bij de dwaze maagden. Dergelijke begeerten kunnen voortkomen uit verschillende oorzaken.
1. Tijdgelovigen kunnen enig bewustzijn ontvangen hebben van hun staat van ellende en van hun gebreken. En dat maakt hen heel erg bedroefd. Dat gebeurt vooral als het op sterven aankomt, en zij in het strijdperk moeten treden met de koning der verschrikkingen. Nu komt het op Christus aan, op het bloed van het verbond, op een Leidsman door het dal van de schaduwen van de dood. Dat is de oorzaak dat er mensen zijn die gebukt gaan onder het oordeel, de benauwdheid en de beschuldiging van het geweten. Zij liggen nu op hun doodsbed, en beginnen te bidden, te roepen, te kermen en hun verlangens uit te spreken. Deze mensen hebben tijdens hun leven zelden anders gebeden dan alleen uit gewoonte, zonder er echt zin in te hebben en niet van harte, met behulp van een formuliergebed. En mensen die weinig geestelijk licht van God ontvangen hebben, spreken zulke mensen zalig. Als zij sterven, zo zeggen ze, gaan ze vast naar de hemel.
*) Zoals uit de inleiding blijkt, had Comrie naast zijn theologische ook een filosofische opleiding voltooid.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juli 2024
De Saambinder | 16 Pagina's
