Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een zondag voor wezen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een zondag voor wezen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tussen Pasen en Hemelvaart tellen we veertig dagen. Van Hemelvaart naar Pinksteren zijn het slechtst tien dagen. Pinksteren betekent immers ‘vijftigste’. Vijftig is het totaal aantal dagen tussen Pasen en Pinksteren. In de tien dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren valt slechts één rustdag. Die wordt gewoonlijk de wees- of wezenzondag genoemd.

Voor de uitdrukking 'weeszondag' moeten we naar Johannes 14 vers 18. Tijdens de uitvoerige afscheidswoorden van de Zaligmaker lezen we daar: 'Ik zal u geen wezen laten; Ik kom weder tot u'.

Op deze donderdagavond voor Goede Vrijdag wil de Meester geen moment onbenut laten om Zijn discipelen onderwijs te geven. Dat begint aan de dis, waar het laatste Pascha en het eerste Avondmaal werd gehouden. De afscheidswoorden beginnen al in Johannes 13 vers 31, en eindigen met Johannes 16 vers 33: 'In de wereld zult gij verdrukking hebben; maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen'. Daarna horen ze Hem in Johannes 17 bidden, vervolgens gaan ze de Kidronbeek over (Joh. 18:1).

De belofte 'Ik zal u geen wezen laten' wordt nog in de paaszaal uitgesproken. Ze is gericht tot de ontroerde harten (Joh. 14:1), tot Zijn volgelingen die bevreesd zijn (vers 27). Nog even, dan zullen ze de zaal en de stad Jeruzalem verlaten (Joh. 14:31). Dan wacht de hof van Gethsémané.

De Meester is zeer bewogen en vervuld van de liefde tot Zijn Vader en de Zijnen. Liefdevol heeft Hij ze zojuist daarom 'kinderkens' (Joh. 13:33) genoemd, want aan deze 'vondelingen' heeft Hij genade bewezen. Maar hoe zal zo’n wees een thuis krijgen? Ze zijn zo kwetsbaar.

Wat is een (klein) kind zonder vader en moeder? Er is geen thuis, en nergens in deze wereld is heil en steun te verwachten. Een wees staat alleen op de wereld, want vader en moeder liggen in het graf. Een wees mist pijnlijk ouderlijke liefde, zorg en leiding. Een wees heeft geen weet van een bestaand testament.

Ik kom weder tot u

De Heere Jezus kijkt de kring rond. Hij slaat hun zielen ga. Hij peilt hoe ontroerd en onwetend ze zijn. Ze hebben ruzie gemaakt over wie de meeste is. Ze zeggen tegen elkaar: 'Wij weten niet wat Hij zegt'. Ze zullen straks slapen, als Hij worstelt en lijdt. Ze zullen Hem allemaal trouweloos verlaten en één van hen zal Hem zelfs verloochenen. Wat moet er van deze wezen terechtkomen? Zonder Hem zijn ze tot alles in staat en komt er niets van hen terecht.

Nu belooft de trouwe Zaligmaker dat Hij in hun gemis wonderlijk zal voorzien. Hij doet dat zo wijs en onderscheiden. Het gemis zal niet steeds hetzelfde zijn, maar het kan wel slechts op één manier vervuld worden, want Zijn komst alleen is het die het heil volmaken kan. Op onderscheiden wijze zal Hij Zijn belofte voor de wezen, gegeven in de nacht, vervullen met: 'Ik kom weder tot u'. Dat is het blijvende geheim van zalig worden uit Zijn eenzijdige genade, in deze Christus geopenbaard. Steeds maar weer is er het gemis als van een wees, steeds maar weer zijn ze aangewezen op Zijn komst.

Tot zondag

Hoe was het met hen tussen deze donderdagnacht en zondagmorgen? Schuw waren ze weggekropen achter gesloten deuren. De wezen doen niets anders dan schreien. Er is zelfs geen enkele gedachte aan Zijn beloftewoord. Ze zijn Jezus kwijt en zijn dus alles kwijt. Het gaat ze maar om Eén: 'Geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven’. Ze houden alleen de dood en het gemis over. Ze voelen zich als een wees op de aarde. Van de wereld hebben ze niets te verwachten en van de godsdienst al helemaal niet. Toch wonderlijk, hoe ze voor wanhoop bewaard worden en hoe ze verborgen worden ondersteund en onderhouden.

Hoe was het met hen tussen de opstandingsdag en de Hemelvaart? In die periode hebben ze veel geleerd door Zijn komst. Samengevat: 'Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak als Ik nog bij u was, (…) toen opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden' (Luk. 24:44 en 45). De wezen weten nu ook van een komende en gaande Jezus, Die hun opnieuw de blijvende Trooster toezegt. Deze Trooster kennen ze in Zijn werkingen (Joh. 14:17), maar die Geest van Immanuël zal niet alleen bíj hen blijven, maar zal na Pinksteren zelfs ín hen wonen. Hij komt weder, rijker dan ooit.

Tot Pinksteren

Voor de weeskerk ligt er in de tien dagen van Hemelvaart tot Pinksteren een rijke troost. In letterlijke zin zou deze periode de tijd van de wezenkerk zijn. Maar laten we goed onderscheiden. Want op deze droeve donderdagavond is het zo anders, is het gemis zo anders! En de vervulling is dan dus ook anders. Ze hebben de Heere gezien. Ze hebben onvergetelijk onderwijs ontvangen, in het verstaan van de Schriften. Ze hebben Hem vergezeld naar de Olijfberg en onderweg hun vragen gesteld. De hemelbode heeft namens de Opgevarene op Zijn wederkomen gewezen.

De wezen zijn verblijd (Luk. 24: 52), maar tegelijk volharden ze in het bidden en smeken (Hand 1:14). Dat schijnt elkaar tegen te spreken. Ze waren rijk begenadigd en ze zijn toch missend. Aanhoudend brengen ze hun nood en ellende tot de troon der genade. De ten hemel Gevarene kan Zich niet langer bedwingen. Hij heeft immers beloofd: 'Ik kom weder tot u'. Daarom is er Zijn voorbede: 'Vader, zorgt U dat Mijn kinderkens geen missende wezen blijven. Immers zal een wees bij U ontfermd worden'.

Ze kenden vreugde en vrede, en toch was er gemis. Dat blijkt uit het tere gebedsleven.

Vurig en krachtig begeren ze de inwoning van de Pinkstergeest te ontvangen. Dan zal het nut van Zijn heengaan ten volle verstaan worden. Ze zijn bepaald niet ongetroost en onverzorgd achtergelaten. De heerlijkheid van Christus zal in haar volheid in het hart verklaard worden, in het Hem vervolgen te kennen, als nooit te voren. Naar Zijn Godheid, majesteit en Geest zal Hij dan nimmermeer van hen wijken.

Na iets van de vrede van Pasen en van de vreugde met de hemelvaart gesmaakt te hebben, wordt er toch weer gesmeekt. Het gemis moet vervuld worden: een thuiskomen bij God, door de Geest verzegeld. Want er staat zoveel in het testament dat alleen door de Pinkstergeest wordt geopenbaard. Ja, het testament, het verbond der genade en verzoening, voor missende wezen.

Elke zondag mag het wel weeszondag zijn, vindt u niet?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 2024

De Saambinder | 24 Pagina's

Een zondag voor wezen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 2024

De Saambinder | 24 Pagina's