Bekennen Van Ongerechtigheid
2. Een grote weldaad
In het vervolg van Psalm 32 verze kert de dichter ons dat elke heilige dit aanbidden ook werkelijk op een goede wijze in praktijk zal brengen. In vers 6a staat: ‘Hierom zal U een ieder heilige aanbidden in vindens tijd’. In deze tekst horen we de dichter dus spreken over de manier waarop de heiligen dit in praktijk brengen. Hij noemt allereerst hun activiteit: ze aanbidden.
Barmhartig en heilig
Degenen die aanbidden, worden de heiligen genoemd. De geleerden merken hierover op dat het grond woord dat hier door ‘heilige’ wordt vertaald, letterlijk betekent: een medelijdend, liefdevol en barmhar tig persoon. Dat is een uitnemend kenmerk van Gods kinderen en gunstgenoten. Daarom spreekt Christus hen zalig. Zie Mattheüs 5:7: ‘Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden’. Deze deugd wordt overigens alleen maar op een goede manier aange troffen bij iemand die ‘geheiligd’ is. Laat ik van beide aspecten iets mogen zeggen, over die heiligen en die barmhartigen.
a. Wie alles wat hiervóór gezegd is in praktijk brengt en dezelfde werkzaamheden in de ziel kent als David, is een barmhartige. Dat is iemand die met verdriet in zijn hart nauwlettend de ellende en moeite van een ander in het oog houdt en daarover in zijn hart bewogen is. Hij heeft daar aandacht voor en is vervuld met een hartelijk medelijden. Een barmhartig mens is iemand die er met de inzet van zijn hele persoon op gericht is manieren en middelen te bedenken om mensen in hun ellende met adviezen of metterdaad te helpen (Spr. 14:22). Hij denkt hier dus niet alleen over na, maar wil zo iemand ook echt op tijd helpen. Ook als een barmhartig mens be nadeeld is door degene die nu in moeite verkeert, vergeeft hij hem toch graag. Hij wil de verkeerde daden van zo iemand niet op een harde manier aan de kaak stellen, want juist als hij bedenkt hoe hijzelf voor tienduizend talenten bij God in de schuld staat, wil hij graag die ene penning aan zijn naaste vergeven (zie Matth. 18:23-35).
Ten slotte stelt een barmhartig mens zich dikwijls garant voor een medemens in zijn ellende. De gouden spreuk van Christus (zie Matth. 7:12 en Luk. 6:31) staat in zijn hart geschreven, dat hij alles waarvan hij wil dat men in zo’n ellendige toestand voor hem zou doen, probeert met zijn hele hart ook voor een ander te doen. O, wat is dat een koste lijke eigenschap!
b. Of wilt u liever bij de gekozen vertaling van ‘heiligen’ blij ven? Die is heel overtuigend; de gelovigen zijn heilig! Ze zijn niet volmaakt, want de besten onder hen hebben hun gebreken. Als iemand zegt dat hij geen zonden heeft, bedriegt hij zich zelf en is de waarheid niet in hem (zie 1 Joh. 1:8). De volmaaktheid wordt bewaard voor de hemel. Maar de gelovigen zijn wel heilig, omdat zij vernieuwd worden in al de vermogens van hun ziel. Zij zijn naar Gods beeld gescha pen in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. Zij zijn ook heilig, omdat ze in het bijzonder gericht zijn op het beoefenen van de heiligmaking. Het is hun innige wens dat, zoals Hij heilig is Die hen geroepen heeft, zij ook zelf heilig mogen zijn in heel hun levenswandel. Daarom proberen ze de zonde eronder te krijgen, en verwaarlozen ze geen enkel middel waardoor de heiligma king bevorderd kan worden (zie Hebr. 12:14).
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 2024
De Saambinder | 20 Pagina's
