Verzamelen!
Blaast de bazuin te Sion; heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit. Joël 2:15-17
Opnieuw klinkt de sjofar in Sion. In vers 1 moest een gebroken klank worden gemaakt. Wij zouden zeggen: het luchtalarm gaat. Nu moet er langdurig geblazen worden. Voor de Israëlieten een teken tot verzameling. Opnieuw wordt het volk opgeroepen om een biddag te houden. Niet zoals in hoofdstuk 1 vanwege de sprinkhanenplaag. Dit is een biddag vanwege de naderende dag des HEEREN. De dag waarop de Almachtige met Zijn legers komt om Zijn bedreigingen uit te voeren.
Iédereen verzamelen
De dag des HEEREN gaat iedereen aan. Met grote nadruk roept Joël het hele volk bijeen. Er worden ook een paar groepen met name genoemd. De oudsten moeten komen. De kanttekeningen zeggen terecht dat zij de oorzaak zijn van de komende oordelen, omdat zij de jongeren geen goed voorbeeld hebben gegeven. Zelfs de kleine kinderen die nog afhankelijk zijn van borstvoeding moeten naar de tempel gebracht worden. Ook zij delen in de ellende die hun ouders veroorzaakt hebben. Ook zij kunnen God niet ontmoeten zoals ze geboren zijn. De wittebroodsweken moeten worden onderbroken. Bruidegom en bruid moeten zich naar de tempel spoeden, want wat zal een huwelijk je baten als de dag des HEEREN aanbreekt?
Huilende ambtsdragers
De priesters moeten vooropgaan in verootmoediging. Ze moeten huilen voor de Heere. Huilen vanwege de zonden. Huilen vanwege het gebrek aan waarachtige bekering. Als u van de Heere een ambt kreeg: bent u dan een ambtsdrager met tranen? Een voorbeeld in verootmoediging en bekering? Iemand die roept tot de Heere om genade en vergeving? Wanneer er in de gemeente zoveel oppervlakkigheid en wereldsgezindheid is, roept Joël: ‘laat (…) des HEEREN dienaars wenen!’ (vers 17).
Wat is het hoopgevend dat de Heere ook de plaats aanwijst waar het volk en de priesters mogen komen: in de tempel. Bij het altaar waarop het bloed der verzoening vloeide. Waar de offers heen wezen naar het Lam Gods Dat de zonde der wereld wegneemt. Al nadert de dag des HEEREN, Hij heeft de
dienst der verzoening nog niet weggenomen. Toen niet en nu niet. Kom dan met een verbroken hart naar de plaats waar Christus wordt gepredikt en aangeboden als een volkomen Zaligmaker voor volkomen zondaren!
De pleitgrond
Joël mag in opdracht van zijn Zender de priesters al een gebed voorzeggen. De Heere Zelf reikt woorden aan in Zijn Woord voor mensen die zelf geen woorden meer hebben. ‘Spaar Uw volk, o HEERE’. Waarom zou Hij Zijn volk sparen? Omdat ze zo ellendig zijn? Omdat ze roepen? Omdat ze huilen? Nee, wat zouden de volken rondom Israël, de heidenen, zeggen als Gods volk vernietigd zou worden? Ze zouden Zijn Naam lasteren. Ze zullen zeggen dat Hij niet leeft, dat Hij onmachtig is. We horen hier een echo van het gebed van Jozua: ‘Wat zult Gij dan Uw groten Naam doen?’ (Joz. 7:9). De HEERE Zelf roept hier op om te pleiten op de eer van Zijn Naam. En dát is een vaste grond. ‘Zo zegt de Heere HEERE: Ik doe het niet om uwentwil, gij huis Israëls, maar om Mijn heiligen Naam’ (Ez. 36:22).
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's