De les van de viervorsten

Laat ik beginnen bij de laatst beschreven viervorst, Filippus. Hij was mild, had wat over voor een ander. Maar hij bekeerde zich niet. Hij hoorde van de wonderen van Christus. Ja, de Heere had bijzondere bemoeienis willen hebben met Filippus door in zijn lievelingsstad Bethsaïda zoveel tekenen en wonderen te doen. Maar... het wee over Bethsaïda gold ook Filippus. Bent u onbekeerd, en hoort u vaak over de wonderdoende Christus Die melaatse zielen reinigt, blinde zielen de ogen opent, kreupelen doet springen als een hert? En nog steeds onbekeerd? Ach, dan bent u als Filippus de viervorst. Hoeveel mest heeft de Heere al rond uw levensboom gelegd? Misschien bent u mild en rustig en hebt u veel over voor een ander. Maar als u zich niet bekeert, zal het eenmaal ook voor u gelden: ‘Wee u, wee u, want zo in Tyrus en Sidon de krachten geschied waren die in u geschied zijn, zij zouden eertijds in zak en as zittende zich bekeerd hebben’.

Christenvervolging

Ook Archelaüs regeert nog steeds. Wreed en meedogenloos, met haat in het hart tegen alles wat met God en Zijn dienst te maken heeft. Wereldwijd worden christenen vervolgd. Er komt openbaar wat in het hart van de mens leeft. Vijanden van God. Maar, heeft u weleens in waarheid gebogen voor wat we lezen in Zondag 2 van de Catechismus? Geneigd God en mijn naaste te haten? Dan gaat de hand op de mond en hoor ik bidden: ‘Wees mij zondaar genadig!’

Ook viervorst Herodes Antipas kom ik nog steeds tegen. Ik zie hem soms in de kerk. Hij luistert aandachtig. Hij komt graag in de kerk. Maar achter gesloten deuren wordt de (boezem) zonde tegen het zevende gebod gekoesterd. Men vergaapt zich aan de dans en de muziek van deze tijd. Maar als de zonde aangewezen wordt, gaat het mis. Dan laat men zich gedachten inblazen die zichzelf rechtvaardigen. Ja, als God het niet verhoedt, komen ze openbaar als bespotters Gods! Hoeveel eten in onze dagen niet van twee walletjes, zoals Antipas. God wat en de wereld wat. ’s Zondags in de kerk, door de week werelds. Ach, er zou veel over te zeggen zijn. Maar, beste lezer(es), hebt u bij Goddelijk licht Antipas al in uw eigen hart gezien? Bent u al ontdekt aan de vuile bronnen van uw bestaan? Dan zie ik mijn eigen hoogmoedige, Godonterende bestaan. Mijn huichelachtigheid en verkeerde begeerten. Maar dit is niet genoeg! Bent u als een verloren zondaar al aan de voeten Gods terechtgekomen? Dat het gebedje ‘Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig’ werkelijkheid werd? Voor zulken krijgt Christus zo’n waarde. O, als Hij dan gaat blinken, niet in een bespottelijk blinkend kleed, maar in Zijn gewilligheid, Zijn algenoegzaamheid, Zijn dierbaarheid, Zijn beminnelijkheid, Zijn noodzakelijkheid, enzovoorts, dan zakt de ziel in verwondering weg.

Naar de kroon gestoken

Kinderen des Heeren, en was Antipas toen verslagen in uw hart? Wees eens eerlijk. Wat leeft er nog een ellendige hoogmoed op de bodem van het hart. Dan kan ik het begrijpen dat Antipas in hoogmoedswaanzin God naar de kroon stak. Hoe vaak steken wij God niet naar de kroon? Maar, kind Gods, er komt een moment dat Antipas in het hart het leven laat. Dat is het moment dat u de laatste adem uitblaast. Dan sterft de Filippus, de Archelaüs en de Antipas in het hart voor eeuwig. Dan kunt u God eeuwig gaan bedoelen zoals Hij de mens bedoeld heeft.

slot

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen