Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een engel uit de hemel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een engel uit de hemel

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is negen uur in de morgen. In Jeruzalem beklimt de dienstdoende priester eerbiedig de trappen van de tempel. Hoe branden zijn genegenheên, om ‘s Heeren voorhof in te treên.

Vanuit de bergen van Judéa is Zacharias afgereisd naar Jeruzalem. Voor hem is dit een bijzondere dag. Het lot was in de schoot geworpen en het beleid was van de Heere. Zacharias is aangewezen om in de tempel voor Gods aangezicht het dagelijkse reukoffer te ontsteken. ‘Hij is aan de beurt, omdat het Gods beurt is om tot hem te spreken’ (Wisse).

In zijn rechterhand draagt hij het gouden wierookvat. Andere priesters hebben het gouden reukaltaar al gereinigd van de as van de vorige dag. De lampen zijn toebereid, het lam is geslacht, het bloed gesprengd. De priester is op zijn post. Het is de ure van het morgengebed. In de voorhoven hebben de Israëlieten zich verzameld. Verder mogen ze niet komen. Ze willen getuige zijn van de eredienst en zijn nu verootmoedigd in stil gebed. In de stilte heffen ze hun harten op tot God. Straks zullen ze van de priester de zegen ontvangen en daarna heengaan in vrede.

Tussen de velen die zich in de voorhof verzameld hebben, staat ergens een oude vrouw, alleen. Het is Anna, de dochter van Fanuël. Ze week immers niet uit de tempel met vasten en bidden. Ze wás er, nacht en dag, bij elk morgenoffer en bij ieder avondoffer. Ze slaat nooit over, weer of geen weer. Nu staat ze daar te wachten op Hem Die is en Die was en Die komen zal.

Een engel bij het altaar

‘En van hem werd gezien een engel des Heeren…’. Zacharias bevindt zich in het heilige, waar het reukofferaltaar staat. Achter het voorhangsel ligt het heilige der heiligen, maar daar, in die ontzagwekkende plaats vol donkerheid, mag Zacharias niet komen. Hij is priester, geen hogepriester. Trouw doet hij zijn ambtelijk werk, ‘onberispelijk’, zoals altijd. De wierook ontbrandt, als reukwerk voor God toegericht. En in de stilte klimt zijn stem naar boven, een gebed voor zijn volk dat in de voorhof staat, een bede om de komst van de Messias: ‘Och, dat Israëls verlossing uit Sion kwame’. Opeens is Zacharias niet meer alleen. Terwijl de geur van de specerijen opstijgt, staat rechts van het reukaltaar een van Jehova’s engelen, een zichtbare hemelbode, niet in een visioen, niet in een gezicht, maar werkelijk, lichamelijk. Die boodschapper Gods is gezonden vanaf de troon der tronen naar deze wereld, naar de stad Jeruzalem, naar de tempel, naar deze eenzame mens in het heilige. ‘Wij zien hier de sedert vierhonderd jaar gesloten gemeenschap tussen hemel en aarde weer geopend’ (Da Costa). Het is de engel Gabriël. Het is niet zómaar dat juist Gabriël hier staat. In Daniël 9:21 was het ook Gabriël geweest die als de verkondiger van de goede boodschap aan Daniël de tijd van de Messias had aangekondigd. Dat juist deze engel nu opnieuw verschijnt, wil zeggen dat de oude bedeling voorbij is. De beloften die Gabriël toen, vijf eeuwen geleden, heeft uitgesproken, worden nu verzegeld: de profetie wordt vervuld. Alles loopt uit op de komst van de Messias.

Vrees en beving

Zacharias raakt ontroerd. Wat voor goeds heeft hij als schuldig zondaar te verwachten van een engel uit de hoge hemel? Lukas schrijft: ‘… en vreze is op hem gevallen’. Het lichamelijke en het hemelse gaan hier beneden nu eenmaal niet goed samen. Want daar zit altijd de zonde tussen.

Hoe kon, vraagt Kohlbrugge, een man die rechtvaardig voor God was nu toch zo schrikken van de verschijning van een engel? Hij antwoordt: ‘Ach, wie in zichzelf rechtvaardig is, kan wel pochen en zich vleien dat hij vol van de liefde is, die immers alle vrees uitdrijft. Zacharias had echter niet veel te roemen. Hij openbaarde zich als een mens en anders niets, en zij die voor God in oprechtheid wandelen, zinken weg voor iedere openbaring van Zijn heerlijkheid’.

De engel zegt: ‘Vrees niet, Zacharias (de engel ként hem, kent zijn naam!), want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elisabet (de engel kent haar ook!) zal u een zoon baren’ (Luk. 1:13). ‘Dit ‘vrees niet’ is de groetenis van het morgenrood van het nieuwe verbond. Dit ‘vrees niet’ is geen lege klank, maar vol van levende inhoud door de kracht van het bloedig offer en de voorbede van de grote Hogepriester’ (I. Kievit).

Zojuist had Zacharias bij het altaar ambtelijk gebeden voor het volk, voor de komst van het Koninkrijk en de vervulling van de beloften voor Israël. Dat gebed zal worden verhoord. Maar niet alleen dát gebed, de engel benoemt het heel concreet: het gaat ook om het vroegere gebed van Zacharias en Elisabet om een kind, om een zoon. Het gebed dat al lang was verstomd. Jaren geleden hadden ze de hoop al opgegeven en hun gebeden hadden een einde genomen. Ze waren immers al ver op hun dagen gekomen. Maar, zegt Kohlbrugge: ‘God, de Heere, heeft een goed geheugen. Zoals Hij het gebed geeft, zo geeft Hij ook de verhoring. Hij is nog nooit te laat gekomen’.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 2023

De Saambinder | 20 Pagina's

Een engel uit de hemel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 2023

De Saambinder | 20 Pagina's