Uit Zwakheid Krachten Gekregen

Het geloof zal over het geweld zegevieren. Simson scheurde de jonge leeuw vaneen die hem brullend tegemoetkwam. David doodde de leeuw die een schaap van de kudde wegnam. Alzo zal het geloof de vreselijkste vijanden onschadelijk maken. Ook Daniël dient hier als voorbeeld, toen niet één leeuw hem beschadigde, want God had Zijn engel gezonden en de muilen der leeuwen toegesloten, omdat Daniël in God geloofde.

Hoe groot het gevaar ook is dat van de meest verwoede vijand dreigt, voor het geloof zal alles zwichten. De bloedgetuigen werden over-winnaars in de dood. Maar ook menigmaal wil de Heere Zijn volk uithelpen en redden van degenen die tegen hen opstaan. Al dreigt geen vervolging met de brandstapel of het schavot, op veel manieren probeert de wereld de vinger op Gods volk te leggen. Wat een diepe krenkingen, wat een smartelijke bejegeningen hebben Gods kinderen van de groten der wereld te dragen.

Maar hoe menigmaal maakte God leeuwen tot lammeren, snoerde Hij hun vloekende mond, sloot Hij de muil der leeuwen toe, en gaf Hij Zijn zuchtend volk de zege.

De tijden zijn aan degenen die de Heere vrezen niet vreemd dat zij vrezende tot hun arbeid gingen, dat hun fabriek, werkplaats, kantoor of school hun als een gevangenis was. Maar op Gods tijd werden zij vervrijmoedigd, mochten zij alle schepselen vergeten en zich vrijmaken van hun benauwers. Door het geloof traden zij leeuwen met opgesperde muilen tegemoet en sloten die muilen toe. In het kleine, zowel als in het grote, is de Heere goed voor Zijn gunst- en bondsvolk, en komt de kracht van het geloof hierin uit dat het in de Heere roemen doet. Muilen van satan, zonde, dood en hel zijn toegestopt door het geloof.

Ja, de gelovigen hebben de kracht van het vuur uitgeblust, niet het vuur zelf, maar de kracht ervan. Natuurlijke middelen dienen om het vuur uit te blussen. Door het geloof wordt aan het brandende vuur de kracht ontnomen. De jongelingen in de brandende oven zijn hiervan een sprekend bewijs. Zó groot was de hitte en kracht van het vuur, dat de mannen die Sadrach, Mesach en Abed-nego opgeheven hadden door de vonken gedood werden. Het geloof van de jongelingen bluste echter de kracht van het vuur uit. Zelfs verbrandde het haar van hun hoofd niet, noch veranderden hun mantels. De reuk van het vuur was er zelfs niet door gegaan.

Door het oprechte geloof mochten de godvruchtige jongelingen zich op de Heere verlaten. Zijn gebod, Zijn eer was hun dierbaarder dan hun eigen leven. Wát de Heere ook behagen mocht te doen, hetzij hen te redden van de hand van de koning van Babel, of niet, zij konden tegen Gods gebod niet handelen. Door het geloof gaven zij zich geheel aan de Heere over. En door dat geloof hebben zij de kracht van het vuur uitgeblust.

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen