Wandelen door de Geest
Paulus schrijft zijn brief aan de verstrooide gemeente in Galatië. Waarschijnlijk is hij nog maar net terug van zijn bezoek aan deze verstrooiden. Hij maakt zich ongerust over de aanvallen die worden gedaan op deze jonge gemeente. De prediking van vrije genade, zonder de werken van de wet te preken, bracht veel vijandschap teweeg.
In deze brief wordt duidelijk gesproken over de rechtvaardiging door het geloof. Paulus wijst op twee zaken: het eenzijdige werk van God in het leven van een mens en daarnaast op het Evangelie in Christus Jezus. We lezen in Galaten 1 vers 6: ‘Ik verwonder mij dat gij zo haast wijkende van Degene Die u in de genade van Christus geroepen heeft, overgebracht wordt tot een ander evangelie’. Paulus waarschuwt uit liefde dat men moet waken om niet terug te keren tot de slavendienst van de zonde. Hij wijst zijn broeders, die tot de vrijheid geroepen zijn door Christus, erop deze vrijheid niet te misbruiken.
Kent u deze vrijheid? Dit betekent dat u weet vrijverklaard te zijn van schuld en straf, maar ook geleerd heeft de gerechtigheid buiten uzelf te leren zoeken en te vinden in Jezus Christus. Wat is dat een eeuwig wonder voor een vloekwaardig mensenkind om door het geschonken geloof te mogen belijden: Christus heeft mij verlost van de vloek der wet, een vloek geworden voor mij. Bij dezulken wordt liefde tot God en liefde tot de naaste in het hart gevonden. Wat een vrijheid om dit door het geschonken geloof in beoefening te mogen hebben.
Geen theorie
Paulus roept op om de ontvangen vrijheid niet te misbruiken, maar te wandelen door de Geest. Er wordt gewezen naar de praktijk der godzaligheid. Het gaat hier niet over de theorie, maar over de praktijk. In het natuurlijke leven is wandelen fijn en gezond en geeft het rust. Maar als dit geestelijk wandelen niet in praktijk gebracht wordt, missen wij de geestelijke ondervinding van de Geest. Zo roept Paulus op tot de vrijgemaakte christenen: ’Willen jullie de christelijke vrijheid ervaren? Dan dienen jullie te wandelen naar de Geest'.
De apostel waarschuwt voor de bedreigingen die er zijn en blijven in het leven. Hij roept op om het hele leven te wandelen door de Geest. Hij laat horen dat een waar gelovige zichzelf niet kan heiligen of redden. Nee, het is en blijft zo nodig door de Geest Gods te worden geleid. Daarom mag het ons aller bede wel zijn of worden: ‘Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest!’
Geliefde lezer, kent u de geestelijke strijd waar Paulus elders van schrijft: ‘Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik’? Wat is het leven naar de Geest noodzakelijk in het leven der genade. Wat strijden vlees en geest met elkaar.
Wat is het dan gelukkig dat de Geest, hoe hevig de strijd ook kan zijn naar de oude mens, het in één ogenblik tot een vlak veld kan maken. Die Geest, Die inwoning is gaan maken in het leven van het door God opgezochte volk, zal overwinnaar zijn en zal triomferen over het vlees. Dan alleen leren wij deze strijd te wederstaan en wordt geleerd dat alleen in Zijn kracht gestreden kan worden.
Om deze goede strijd te strijden is het nodig te wandelen naar de Geest en niet naar het vlees. Wat kan een zondaar bewaard worden voor de zonde door de oefeningen, besturing en onderwijzing van de Geest. Dit geeft een teer en nabij leven aan de troon der genade.
Voetstappen drukken
Paulus, door de Heilige Geest geïnspireerd, laat hier duidelijk de spanning blijken tussen de werken van de Geest en onze menselijke verantwoordelijkheid. Aan de ene kant moeten de ware gelovigen leven door de Geest. Anderzijds stelt de Heilige Geest de gelovigen in staat een leven te leven dat God behaagt.
Wat krijgt dan het woord ‘wandelen’ in deze tekst een mooie betekenis. Wandelen, juist in deze vakantietijd, doen we voor de ontspanning, maar het brengt ons ook ergens. Als een ziel mag wandelen door de Geest, brengt het bij God en leert het voetstappen te drukken achter de Leidsman Christus aan. Hij Die van God is gegeven als de Weg, de Waarheid en het Leven zal als overste Leidsman Zijn werk door de bediening van de Geest voleinden. Al zal deze weg een vleeskruisigende weg zijn voor het vrijgemaakte volk.
Het laatste gedeelte van de tekst, dat in de toekomende tijd staat, mogen wij lezen als een belofte. ‘En volbrengt de begeerlijkheid des vleses niet’. Het wijst op de vruchten die het zal voortbrengen als wij wandelen naar de Geest. Het laat horen dat de praktijk in het leven van het vrijgemaakte volk zich aftekent in de vruchten van de Geest.
Wat zijn de vruchten van de Geest? We lezen het in vers 22: ‘Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid’. Deze vruchten worden, door de werkingen van Gods Geest, in het leven van een wedergeboren mensenkind gezien en opgemerkt. Wordt er gewandeld naar ’het vlees’, dan verandert de vrijheid in slavernij. Wat zijn ze dan gebonden aan eigen begeerten en zonden.
Ik vraag het u opnieuw: Kent u dit strijdend leven? Heeft u leren capituleren? Wat kan de strijd hevig zijn. Maar weet u wat nu zo’n wonder is? Dat de Overwinnaar in de strijd Zijn volk de zegen geeft.
Kent u deze strijd niet? Vraag dan om verlost te worden van het juk der dienstbaarheid van de zonde en te mogen wandelen op het pad des vredes.
En ik zeg: Wandelt door den Geest, en volbrengt de begeerlijkheid des vleses niet.
Galaten 5:16
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 2023
De Saambinder | 16 Pagina's
