Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Preken, door wie en hoe?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Preken, door wie en hoe?

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 22, 23 en 24 mei vergadert het curatorium. We willen van harte meeleven met de negen curatoren, de drie adviserende docenten en met de broeders die gehoord zullen worden.

Als het gaat om de toelating en de toerusting tot het predikambt is het nuttig om twee vragen uit de Grote Catechismus van Westminster te overdenken: Wie bepaalt of iemand dient in het ambt van de onderwijzing? En waarop is de toerusting gericht? Als we de beide antwoorden aandachtig lezen, zien we dat die op vele Schriftplaatsen gefundeerd zijn. De teksten staan erbij. De ruimte laat helaas niet toe ze alle uit te schrijven. Maar dit is wel de beproefde weg van het Woord en Gods geopenbaarde wil, waarop Zijn zegen zal rusten.

Vraag 158: Door wie moet het Woord van God verkondigd worden? Antwoord: Het Woord van God mag alleen verkondigd worden door degenen die daar voldoende gave voor hebben ontvangen 1 en ook officieel zijn toegelaten en geroepen tot dat ambt. 2

1. 1 Tim. 3:2,6; Ef. 4:8-11; Hos. 4:6; Mal. 2:7; 2 Kor. 3:6.

2. Jer. 14:15; Rom. 10:15; Hebr. 5:4; 1 Kor. 12:28-29; 1 Tim. 3:10; 1 Tim. 4:14; 1 Tim. 5:22.

Vraag 159: Hoe moet het Woord van God verkondigd worden door degenen die daartoe geroepen zijn? Antwoord: Zij die geroepen zijn om te arbeiden in de dienst van het Woord moeten de gezonde leer prediken 1 en dat ijverig 2 , tijdig en ontijdig doen. 3 Hun prediking moet eenvoudig zijn 4 , niet in de verlokkende woorden van menselijke wijsheid, maar in betoning van Geest en van kracht. 5 De Woordverkondiging moet getrouw zijn 6 en de hele raad van God bekendmaken 7 , maar ook met wijsheid 8 , door het Woord toe te passen aan de noden en het bevattingsvermogen van de hoorders. 9 Daarnaast moet het Woord ijverig verkondigd worden 10 , met vurige liefde tot God 11 en de zielen van Zijn volk. 12 Ten slotte moet de prediking oprecht zijn 13 , gericht op Gods eer 14 en op de bekering 15 , opbouw 16 en zaligheid 17 van Zijn volk.

1. Tit. 2:1,8.

2. Hand. 18:25.

3. 2 Tim. 4:2.

4. 1 Kor. 14:19.

5. 1 Kor. 2:4.

6. Jer. 23:28; 1 Kor. 4:1-2.

7. Hand. 20:27.

8. Kol. 1:28; 2 Tim. 2:15.

9. 1 Kor. 3:2; Hebr. 5:12-14; Luk. 12:42.

10. Hand. 18:25.

11. 2 Kor. 5:13-14; Fil. 1:15-17.

12. Kol. 4:12; 2 Kor. 12:15.

13. 2 Kor. 2:17; 2 Kor. 4:2.

14. 1 Thess. 2:4-6; Joh. 7:18.

15. 1 Kor. 9:19-22.

16. 2 Kor. 12:19; Ef. 4:12.

17. 1 Tim. 4:16; Hand. 26:16-18. Het zou nuttig zijn om deze verwijsteksten eens na te gaan. Ook mag er met nadruk gevraagd worden om samen Gods aangezicht ernstig te zoeken, of deze praktijk ons kerkelijk leven mag stempelen. ‘Gode tot eer en onze zielen tot zaligheid’, zou ds. P. Honkoop sr. zeggen.

Er zijn kringen die het instituut ‘curatorium’ verfoeien. In de Catechismus van Westminster lezen we echter dat de kerk op een of andere manier toeziet op wie er tot het ambt komt en wat daarvoor het criterium is: is betrokkene door de Heere geroepen en heeft hij voldoende basisgaven in aanleg om onderwijs te (gaan) geven? Kunnen die gaven tijdens de opleiding verder ontwikkeld worden, in afhankelijkheid van de Geest der bekwaammaking? Wat zou het principiële probleem kunnen zijn met het instituut ‘curatorium’?

De wijze van prediken

Hoe dient er gepredikt te worden? In antwoord 159 wordt veel ge ­ noemd, waarvan je ook na vele ambtsjaren moet zeggen: Wie is tot deze dingen bekwaam? Maar het blijkt toch waar: ‘… niet dat wij van onszelf bekwaam zijn als iets te denken als uit onszelf, maar onze bekwaamheid is uit God’.

We leggen de vinger nog bij een paar aspecten: de ijver in de dienst des Woords; de eenvoud en de verstaanbaarheid van de prediking; de trouw aan het héle Woord en Gods hele raad; niet eenzijdig, oprecht in de intenties, gericht op Gods eer en het heil van zielen.

Dat de Heere zou willen betonen dat Hij in Zijn gunst zó zou uitstoten, getuigenis gevend aan Zijn eigen werk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 2023

De Saambinder | 20 Pagina's

Preken, door wie en hoe?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 2023

De Saambinder | 20 Pagina's