Religieus erfgoed
Bijna zes op de tien Nederlanders rekent zich niet meer tot een religieuze groepering. De ontkerkelijking neemt in Nederland in rap tempo toe. Dit leidt tot leegstand van kerkgebouwen.
Een toenemend aantal kerkgebouwen wordt helaas overbodig. Moeten die gebouwen dan maar worden gesloopt of een andere bestemming krijgen? En hoe om te gaan met het interieur van die kerkgebouwen?
In veel steden en dorpen hebben kerkgebouwen vele eeuwen lang het silhouet van stad of dorp bepaald. De torenspitsen waren oriëntatiepunten. Het kerkgebouw was het middelpunt van het dorp of van de stadswijk. Niet alleen in de steden, ook op het platteland dreigen de kerken te verdwijnen. Dat geldt ook voor het interieur van die gebouwen: een preekstoel, een kanselbijbel, een doopvont. Voor velen is dat een stap te ver.
De uitgave van december van het Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis is gewijd aan het thema religieus erfgoed. Prof. dr. Sabine Hiebsch, bijzonder hoogleraar aan de Theologische Universiteit Kampen/Utrecht, is redactievoorzitter van dit tijdschrift.
Traditie
Prof. Hiebsch stelt dat religieus erfgoed zorgt voor verbinding met je traditie. Bij die traditie horen ook religieuze voorwerpen als hulpstukken. Zij leggen de verbinding met de traditie. De hoogleraar merkt daarbij op dat in de reformatorische traditie wordt gezegd dat je met het verleden verbonden bent door de belijdenisgeschriften (RD, 24 december).
Nu zal er wel niemand zijn, ook niet in de gereformeerde gezindte, die van mening is dat voorwerpen die verbonden zijn met de religieuze traditie van ons land, maar weggeworpen of vernietigd moeten worden. Dat we daar zuinig op zijn, is goed. Niet om allerlei voorwerpen te bewaren als relikwieën en die te vereren zoals de Rooms-Katholieke Kerk doet, maar om de gedachte levendig te houden dat ons land een christelijke natie was. Het was zo. Religieuze goederen worden erfgoed.
Erfgoed
Het betreft erfgoed. Dat is veelzeggend, want erfgoed is iets van vroeger. Erfgoed vertelt ons iets over de historie van ons land, van de kerk en de samenleving en over wie we door de tijd heen geworden zijn en hoe we ons ontwikkeld hebben. Maar het is tegelijk iets wat voorbij is. We hebben het nog wel, maar het functioneert in onze tijd niet meer. Dat geldt vooral voor religieus erfgoed.
Als het om monumentale kerkgebouwen gaat, spreekt men wel van levend erfgoed. Ook al wordt het gebouw niet meer gebruikt als Godsgebouw, waarin het Woord van God wordt gepredikt, maar als cultureel centrum of supermarkt. Maar het leeft niet meer! De belangstelling voor religieus erfgoed begon in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het tijdperk waarin de televisie zijn intrede deed, het eerste grote popfestival werd gehouden in Kralingen, de spot werd gedreven met het Onze Vader door de VARA en de secularisatie een snelle vlucht nam. In het begin van 2022 richtte het Catharijneconvent te Utrecht daarover een tentoonstelling in onder de veelzeggende titel ‘Van God los’. Nederland is steeds meer van God los. Daarom krijgt religieus erfgoed zoveel aandacht.
Is het nostalgie? Of toch het gevoel dat we iets van grote waarde zijn kwijtgeraakt? Of beide? Proberen we toch krampachtig nog iets van het verleden vast te houden, zoals in het voormalige kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente van Utrecht? Het gebouw is verbouwd tot hotel en werkplek, maar het orgel is nog zichtbaar. Men kan nog zien dat het een kerkgebouw geweest is.
Richtingwijzers
Nu is het al zo dat sommige mensen niet weten wat een kerk is en wat er in een kerkgebouw gebeurt. Door de snelle voortgang van de ontkerkelijking zal dat onbegrip alleen maar toenemen.
In onderscheid met Rome is in de reformatorische traditie een kerkgebouw niet heilig. Het is ‘slechts’ hout en steen. Dat geldt ook voor een doopvont, een kansel, een orgel, enz. We hechten daar aan de ene kant geen sacrale betekenis aan, aan de andere kant moeten we er zuinig op zijn.
De gebouwen met hun torens blijven richtingwijzers naar iets wat boven al het aards gewoel uitgaat. Als het weg is, kan het nooit meer dienst doen voor het doel waarvoor het was bestemd. Laten we monumentale kerkgebou
Laten we monumentale kerkgebouwen in stand houden. Allerlei voorwerpen kunnen een plaats krijgen in een museum. Die kunnen daar dienen om mensen aan het denken te zetten over wat deze voorwerpen te zeggen hebben. Welke belangrijke en onmisbare erfenis we daardoor zijn kwijtgeraakt.
Laten we dankbaar zijn dat in de reformatorische traditie wordt gezegd dat je met het verleden verbonden bent door de belijdenisgeschriften. Mag het meer dan traditie zijn! ♦
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2023
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2023
De Saambinder | 20 Pagina's