Het gekrookte riet [49]
‘Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen’. Mattheüs 12:20a
EEN EN VIJFTIGSTE PREDIKATIE
Treurdagen zijn ook dagen van hoop (Ezra 10:2). Toen zij zo treurig waren, zei Ezra: ‘Maar nu, er is hoop voor Israël’. Spreek zo’n ziel eens aan. Ze zullen zeggen: Ik heb hoop op God, ik zal Hem nog loven (Ps. 42:6). Wij zijn niet, zeggen zij, als degenen, die geen hoop hebben (Thess. 4:13). Wij zijn dus niet zonder hoop (Ef. 2:12).
Treurdagen zijn ook troostdagen. Dat is wat raars, zult u zeggen, dat er in de droefheid blijdschap en vertroosting te vinden is. Het mag zo raar zijn als het wil, toch is het waar. ‘Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden’ (Matth. 5:4); en Psalm 97:7 (Datheen): ‘Blijd- schap komt na veel smarten, alle oprechte harten’. Dat laatste, daar hebben wij nog met u over te spreken. We hebben u de geestelijke droefheid vertoond, waarin die bestaat. Toen hebben wij u enige ware tekenen doen zien:
I. Dat de treurigen mogen hopen op de Naam van de Heere Jezus.
II. Dat zij tot vertroosting zullen gebracht worden.
Treurig hart, u mag hopen op de Heere Jezus en op Zijn Naam. U mocht in uw hart denken: mag ik wel hopen en vertrouwen dat ik om Christus’ wil genade gekregen heb? Ja, daar mag u op vertrouwen!
1. U zou niet zo kirren als de Heere u geen duifjeshart had gege- ven. Was het de Geest Gods niet, Die zweefde in uw hart op de wateren, uw ogen zouden niet zijn als fonteinen. O, u zou niet zo treuren als u een stenen hart had, maar nu uw hart is als was, zijn uw ogen als fonteinen van water (Jer. 9:1).
2. U, die in de rechte treurdag bent, u mag als een kirrend duifje naar de klove der steenrots vluchten (Hoogl. 2:14). In die rotssteen kunt u schuilen. Wie is dat? Paulus zal het u zeggen: de rotssteen is Christus (1 Kor. 10:4). Asaf zal het u zeggen: ‘Gij zijt de rotssteen van mijn hart en mijn deel in eeuwigheid’ (Ps. 73:26). Die Rots- steen, Christus, roept u naar Hem toe (Matth. 11:28). Hij nodigt en verzoekt u, Hij smeekt en moedigt u zelfs aan. Hij zegt: Ik moet bij u komen, Ik ben voor geen andere, Mijn Vader heeft Mij geen andere opdracht gegeven dan dat Ik zou zoeken hetgeen dat verloren was, en dat Ik de treurigen zou troosten. Ik ben tot u gezonden, opdat Ik zou geven sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, en het gewaad des lofs voor een benauwde geest (Jes. 61:1-3). U zult niet altijd zo neergebogen blijven. Ik zal u nog eens de Heere doen loven.
3. U mag hopen en vertrouwen dat uw treurigheid niet altijd zo zal blijven. U zult nog eens blij gemaakt worden eer u sterft. Zonder troost zullen ze niet sterven. Daar waar de rechte droefheid is, hebt u het in blijdschap zien veranderen.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022
De Saambinder | 20 Pagina's
![Het gekrookte riet [49]](https://www.digibron.nl/images/generated/de-saambinder/reguliere-editie/2022/12/15/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022
De Saambinder | 20 Pagina's